Zebra H9

• NT2
• ISK

Zebra H9 

Hassan eet vegetarisch. 
Wat eet hij? 

1. rundvlees
2. kip
3. aardappel
4. schaap

groenten

Maak de zin af: 
In de ochtend eet ik ...... 

Vul in:  
Ik heb veel ....... vlees: rundvlees, kip, schaap en geit. 

1. soorten
2. proeven
3. smaken
4. geuren

Maak een zin. 
Proeven  

Verak ____________ in de soep. 

1. roert
2. smaakt
3. proeft
4. schilt

Wat smaakt zuur?  

1. het fruit
2. de citroen
3. de vis
4. de wortel

Wat is groter? 

Een pond of een ons. 

Welk woord hoort er niet bij? 

1. citroen
2. komkommer
3. boter
4. tomaat

Wat is hetzelfde als een pond? 

1. 1000 gram
2. 500 gram
3. 50 gram

Vul in: 
Je gaat cake bakken. Je weet niet goed hoe je het moet maken. 
Je leest eerst het ____________ goed. 

De cake ____________ heerlijk. 

1. roert
2. smaakt
3. proeft
4. schilt

Het eten is bijna klaar. 
De tafel is leeg. Maher wil dat zijn zus de borden en het bestek op tafel legt. 
Wat kan Maher vragen aan zijn zus? 

Welk werkwoord past bij de foto? 

1. mengen
2. mengen
3. wegen
4. toevoegen

Welk werkwoord past bij de foto? 

Ik maak lunch. Het brood is op. 
Ik heb brood ____________

1. het deksel
2. nodig
3. gieten
4. snijden

Wat is het bestek? Noem 3 woorden.  

Wat heb jij voor ontbijt gegeten? 

Wat heb je geleerd deze les? 

weinig                                                               veel 

0100