BK: Les 1 De wereld en ik

De wereld en IK!
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WereldcampusMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

De wereld en IK!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
- Lezen...
- Terugblik
- Leerdoelen
- Wat is cultuur?
- Van cultuur naar identiteit
- Opdracht 

- Actualiteiten: nieuwsfragment bekijken en bespreken.

Slide 2 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

LEZEN 10 min
Leesmoment
- 10 minuten!
-wat heb je gelezen? Noteer de drie belangrijkste dingen
- wat heeft dit te maken met wereldcampus?

Schrijf dit op in je map/boekje.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar gaan wij het over
hebben bij Wereldcampus?

Slide 4 - Mind map

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Slide 5 - Video

This item has no instructions

      Leerdoelen
Lesdoel:
  • De leerlingen kunnen hun eigen identiteit vormgeven in een schema of tekening.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat een cultuur is door voorbeelden te geven.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat het verschil is tussen een primaire en een secundaire identiteit








Slide 6 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Cultuur

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is cultuur?









Hoe een groep mensen leeft in een land, stad, dorp of een groep: Denk aan tradities, regels, taal, religie, gewoonten

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Cultuur =
Cultuur is... 
A
De regels van een land
B
De regels van een volk
C
De gewoontes van een groep mensen
D
Geloof, gedragsregels, kledingmanieren

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke cultuur heb jij?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag
Maak opdracht 1A van het werkblad

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Identiteit
Wie jij bent als persoon maakt​ dat je uniek bent.​

Je uiterlijk, geslacht, afkomst, geloof​
sociale identiteit; etnische groep, woonomgeving, (sub)culturen, werk, politieke groepering, sport, hobby’s​ maken wie je bent: 
>> dat is je identiteit!





Slide 12 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Identiteit
Denk even na over je eigen identiteit.
Schrijf 3 kenmerken die horen bij jouw identiteit op. 
timer
2:00
Persoonlijke identiteit zijn de eigenschappen die jou als persoon uniek maken. Het gaat om dingen zoals persoonlijkheid, interesses, talenten en vaardigheden. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

3 kenmerken van mijn identiteit zijn:

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

     Aan de slag

Wat ga je doen? Maak opdracht 1B en 1C van het werkblad

Wat hoort bij de cultuur van het land waar ik vandaan kom? 
Wat hoort bij mijn identiteit?


Slide 16 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Primaire identiteit

Primaire identiteit (Pi) = identiteit die wordt bepaald door aangeboren kenmerken, zoals geslacht en afkomst.
Primair = eerste, in de eerste plaats.​
Kenmerken = waar je iets of iemand aan kunt herkennen



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Primaire identiteit
Bedenk zelf voorbeelden van een primaire identiteit 
timer
2:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
  • Geslacht = ben jij geboren als man of vrouw?
  • Afkomst = Waar jij of je familie vandaan komt.
  • Accent = de manier waarop iemand woorden/klanken uitspreekt (bijv. Haags of Limburgs).​
  • IQ = geeft aan hoe slim jij bent/jouw intelligentie (intelligentiequotiënt).​
  • Geloof?










Slide 19 - Slide

Laat de leerlingen zelf voorbeelden bedenken voordat je deze geeft.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Secundaire identiteit

Secundaire identiteit (Si) = Identiteit die wordt gevormd door eigen keuzes, zoals hobby's en muzieksmaak.

Secundair = tweede, op de tweede plaats.




Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Primaire identiteit
Bedenk zelf voorbeelden van een secundaire identiteit 
timer
2:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
  • Sport
  • Muziek
  • Politieke voorkeur = hoe wordt er omgegaan met het verschil tussen rijk en arm? 
  • School
  • Vrijwilligerswerk = werk dat mensen doen om andere mensen te helpen.










Slide 22 - Slide

Laat de leerlingen zelf voorbeelden bedenken voordat je deze geeft.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Pi of Si?
Schrijf in je schrift op of de nummers 1 t/m 10 horen bij Primaire of Secundaire Identiteit of allebei.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De antwoorden
Schrijf in je schrift op of de nummers 1 t/m 10 horen bij Primaire of Secundaire Identiteit of allebei.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

    Begrippen uit deze les
  • identiteit
  • cultuur

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is een cultuur?
A
De regels, tradities en gewoonten van een sportclub
B
De regels, tradities en gewoonten van een stad
C
De regels, tradities en gewoonten bij jouw thuis
D
De regels, tradities en gewoonten van een land

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het begrip 'identiteit'?
A
Dat is je ID kaart
B
Dat zijn je persoonsgegevens
C
Jouw identiteit is wie jij bent en alles wat bij je hoort

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

     Aan de slag

Wat ga je doen? Maak opdracht 1B en 1C van het werkblad

Wat hoort bij de cultuur van het land waar ik vandaan kom? 
Wat hoort bij mijn identiteit?


Slide 28 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Actualiteit
Vul week 1 in je boekje in!

Jeugdjournaal
NOS journaal
NOS op 3

Slide 29 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Afsluiting
Lesdoel:
- De leerlingen kunnen hun eigen identiteit vormgeven in een schema of tekening.
- De leerlingen kunnen uitleggen wat een cultuur is door voorbeelden te geven.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom iedereen een eigen identiteit heeft.

Slide 30 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket
Wat heb je geleerd over cultuur en identiteit?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

      Leerdoelen
Lesdoel:
  • De leerlingen kunnen hun eigen identiteit vormgeven in een schema of tekening.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat een cultuur is door voorbeelden te geven.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat het verschil is tussen een primaire en een secundaire identiteit








Slide 32 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Slide 33 - Link

This item has no instructions