De wereld & ik - les 1 M2A

Startklaar 1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WereldcampusMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Telefoon
  • De leerlingen hebben hun telefoon thuis, in de kluis of in het Zakkie
  • Wanneer de leerling toch de telefoon erbij pakt, volgt een eerste waarschuwing
  • De leerling wordt in de gelegenheid gesteld zich te corrigeren en zijn/haar telefoon alsnog in het Zakkie te doen. 
  • Wanneer een leerling geen Zakkie bij zich heeft, dan dient de leerling deze thuis op te halen of een nieuwe te kopen bij de balie (5 euro). 
  • Wanneer een leerling weigert volgt de procedure van “eruit gestuurd”.  
Startklaar 2

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De wereld en ik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning


- Nieuw thema Wereldcampus De Wereld & IK
- Cultuur?
- Vragenblad 
- Cijfers voor Wereldcampus (periode 2)
- Afsluiting

Slide 4 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Wat is Wereldcampus?
- Vak in leerjaar 1, 2 en HV3.
- Onderwerp: kennis over wereldburgerschap: wat betekent het om een burger te zijn in de wereld?
- Onderwerpen: bijv. kinderrechten en debatteren, klimaatverandering
 en duurzaamheid, cultuur en identiteit.
- Kennis, houding en vaardigheden.
- Eindopdracht en Reflectieverslag. 
- Iedere les mee: laptop (opgeladen), pen, werkboekje!

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Waar denk jij aan bij
cultuur en identiteit ?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

                        Cultuur? 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Lesopdracht
- lees en vul het vragenblad in 
- zelfstandig en in stilte 
- bedenk één of meer onderwerpen waarover je meer wil weten
   (en die passen bij De Wereld & IK) 
   Denk bijv. aan het cultuur, feestdagen, jouw buurt, enz. 

- 15 minuten, in stilte, steek je hand op als je klaar bent

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Jullie cijfers!

Slide 10 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Afsluiting

Hoe ging deze les?

Heb je al een idee van De Wereld en IK? 

Volgende week mee: 
- laptop (opgeladen)
- pen
- werkboekje (digitaal of op papier?)

Slide 11 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

      Leerdoelen

  • De leerlingen kunnen de begrippen identiteit en cultuur uitleggen
     
  • De leerlingen kunnen voorbeelden van de eigen primaire en secundaire identiteit geven

  • De leerlingen kunnen uitleggen dat identiteiten en culturen kunnen veranderen.









Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is identiteit?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Identiteit               
"Geheel van kenmerken van de unieke persoonlijkheid van een individu"

Kenmerken ?? 

Unieke persoonlijkheid ??

Individu ??

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is cultuur?

Slide 15 - Mind map

Begin de les met een vijf minuten durende uitleg over de invloed van cultuur op identiteit, en bespreek hoe culturele
tradities en waarden kunnen bijdragen aan het vormen van iemands identiteit. Laat de leerlingen vervolgens vijf
minuten nadenken over hoe cultuur hun eigen identiteit beïnvloedt. Laat ze in kleine groepjes vijf minuten werken
om een culturele traditie of waarde te onderzoeken die belangrijk is voor hun familie of gemeenschap. Organiseer
daarna een korte klassikale discussie waarin elke groep hun tradities en waarden deelt en reflecteren op hoe deze
bijdragen aan hun identiteit.

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Cultuur               
"Geheel van kenmerken van een land, volk of groep"

Kenmerken ?? Normen & waarden, tradities, regels, taal, kleding, enz.

Land, volk of groep ??

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Primaire identiteit


Primaire identiteit (Pi) = identiteit die wordt bepaald door aangeboren kenmerken, zoals geslacht en afkomst.





Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
  • Geslacht = ben jij geboren als man of vrouw.
  • Afkomst = Waar jij of je familie vandaan komt.
  • Uiterlijke aangeboren kenmerken = bijv. haarkleur. 
  • Accent = de manier waarop iemand woorden/klanken uitspreekt (bijv. Haags of Limburgs).​
  • IQ = geeft aan hoe slim jij bent/jouw intelligentie (intelligentiequotiënt).​










Slide 18 - Slide

Laat de leerlingen zelf voorbeelden bedenken voordat je deze geeft.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Secundaire identiteit

Secundaire identiteit (Si) = Identiteit die wordt gevormd door eigen keuzes, zoals hobby's en muzieksmaak.

Secundair = tweede, op de tweede plaats.




Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
  • Sport
  • Muziek
  • Politieke voorkeur = hoe wordt er omgegaan met het verschil tussen rijk en arm? 
  • School
  • Vrijwilligerswerk = werk dat mensen doen om andere mensen te helpen.










Slide 20 - Slide

Laat de leerlingen zelf voorbeelden bedenken voordat je deze geeft.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Pi of Si?
Schrijf in je schrift op of de nummers 1 t/m 10 horen bij Primaire of Secundaire Identiteit of allebei.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De Nederlandse cultuur?

Slide 22 - Slide

Laat de leerlingen zelf voorbeelden bedenken voordat je deze geeft.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

De Nederlandse cultuur?
Cultuur = dynamisch en verandert door: 

- tijdverloop 
- demografische ontwikkelingen (bijv. vergrijzing of migratie) 
- nieuwe ideeën
- technologische ontwikkelingen (bijv. internet, smartphones, socials) 
- diffusie = contact met andere culturen en ideeën. 

Slide 23 - Slide

Laat de leerlingen zelf voorbeelden bedenken voordat je deze geeft.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Wat is jouw cultuur?
WAT: Maak een fotocollage van jouw identiteit & cultuur! 
HOE: Via Canva, Piccollage of Powerpoint
- minimaal 4 afbeeldingen identiteit (primair / secundair)
- minimaal 3 afbeeldingen cultuur 

DUUR: 15 minuten, einde les digitaal bij mij inleveren via Teams. Succes!!

Slide 24 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Afsluiting
Dit was les 1 van De Wereld & IK. 

Wat heb je geleerd?  De begrippen identiteit (primair en secundair) en cultuur, en dat culturen veranderen. Ook een collage van jouw cultuur!

Op 7 januari gaan we verder met dit thema!
 
Fijne vakanties allemaal!!

Slide 25 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Slide 26 - Link

This item has no instructions