Herhalen voor de toets

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek deel B 
  • je leesboek
  • je schrift
Les 1
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek deel B 
  • je leesboek
  • je schrift
Les 1

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Planning
  • Leerdoelen woordsoorten
  • Herhalen nieuwste soorten
  • Werkmoment
  • Vooruitblik

Slide 3 - Slide

Herhalen woordsoorten
Je kunt alle woordsoorten benoemen en hun kenmerken.
Overzicht woordsoorten: leerwerkboek B op pagina 180.
NIEUW:
3.8 (deel A) voegwoorden, bijwoorden en het verschil tussen een bijwoord en bijvoeglijk naamwoord.
4.8 (deel B) onbepaald voornaamwoord, betrekkelijk voornaamwoord, betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent.
olw: een blw: de / het

Slide 4 - Slide

Onbepaald voornaamwoord
Een ovw verwijst:
  • naar niet-specifieke personen of zaken
  • naar iets algemeens waarbij iets of iemand niet precies worden vermeld
  • bijvoorbeeld: alles, iedereen, (n)iemand, (n)iets, allemaal.

Slide 5 - Slide

Het = lw, psv, ovw
lidwoord (lw) => Het huis in de straat.

persoonlijk vn (psv) => Ik ga niet naar het feestje, omdat het laat begint. => Je kunt het vervangen door het feestje.

onbepaald vn (ovw) => Het is heel druk daar, het regent.

Slide 6 - Slide

Samenvatting btv
  • Dat => zn met lidwoord 'het'
  • Die => zn met lidwoord 'de' (enkelvoud en meervoud)
  • Wie => personen (vaak met voorzetsel)
  • Waar => dingen (vaak met voorzetsel)
  • Wat => iets, niets of alles (ovw)
            => superlatief = overtreffende trap: beste, meeste
            => een hele zin

Slide 7 - Slide

btv ingesloten antecedent
Alleen bij wie en wat
Herkennen door:
  • wie te vervangen => degene die
  • wat te vervangen => dat wat

! Dan is het dus geen vragend voornaamwoord, maar btv

Slide 8 - Slide

Iedereen heeft zin in vakantie.
Wat is het ovn?
A
iedereen
B
zin
C
vakantie
D
zit er niet in

Slide 9 - Quiz

We willen allemaal lekker uitrusten en van de zon genieten.
ovn?
A
we
B
allemaal
C
lekker
D
genieten

Slide 10 - Quiz

Het meisje dat daar staat, is aardig.
Wat is het btv?
A
het
B
dat
C
daar
D
is

Slide 11 - Quiz

Zij leert een dag van tevoren,
wat niet slim is.
btv?
A
Zij
B
dag
C
wat
D
niet

Slide 12 - Quiz

De tassen die daar staan, zijn bomvol.
btv =
antecedent =

Slide 13 - Open question

De klok staat verkeerd, wat niet iedereen opvalt.
btv =
antecedent =

Slide 14 - Open question

De Italianen eten heel grote pizza's.

Slide 15 - Open question

Werkmoment
Maak Test Jezelf van 4.8

Weet je de basis niet meer goed? 
Maak dan ook Test Jezelf 5.8

Gaat het goed?
Ga verder met Test Jezelf 1.7 ontleden

Slide 16 - Slide

Volgende les
Herhalen:
  • ontleden
  • neven/onderschikking
  • beknopte bijzin
  • samentrekking

Slide 17 - Slide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek deel B 
  • je leesboek
  • je schrift
Les 2

Slide 18 - Slide

timer
10:00

Slide 19 - Slide

Planning
  • Leerdoelen ontleden
  • Testje LessonUp
  • Werkmoment
  • Vooruitblik

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
  • ontleden vaste volgorde
  • neven/onderschikking
  • beknopte bijzin (fout herkennen)
  • samentrekking (fout herkennen)
Leer ook de theorie!

Slide 21 - Slide

Een lijdend voorwerp komt alleen voor bij een werkwoordelijk gezegde.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Onderwerp en lijdend voorwerp
van een zin beginnen nooit
met een voorzetsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Een nevenschikking heeft altijd een hoofdzin en een bijzin
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Een samentrekking is correct als het weggelaten deel aan de volgende drie voorwaarden voldoet:

Slide 25 - Open question

Iedereen werkt hard in deze drukke periode, maar je moet ook rust nemen.
A
hz - hz
B
hz - bz
C
bz - hz
D
beknopte bijzin - hz

Slide 26 - Quiz

Na hard gewerkt te hebben, krijgen leerlingen een welverdiende vakantie.
A
hz - hz
B
hz - bz
C
bz - hz
D
beknopte bijzin - hz

Slide 27 - Quiz

Zoekend naar mijn sleutel, rinkelde mijn telefoon plotseling.
Beknopte bijzin sluit:...
A
goed aan
B
verkeerd aan

Slide 28 - Quiz

De uitnodiging kwam op 2 mei
en hebben we goed ontvangen.
Verbeter de samentrekking

Slide 29 - Open question

Stappen
De uitnodiging kwam op 2 mei en hebben we goed ontvangen.

  1. Weggelaten deel: de uitnodiging in tweede stuk.
  2. Fout: de uitnodiging onderwerp (deel 1) en lijdend voorwerp (deel 2).
  3. Voeg deel weer toe: 

De uitnodiging kwam op 2 mei en die hebben we goed ontvangen.

Slide 30 - Slide

Werkmoment
Maak: Test jezelf 2.7, 3.7.

Vragen?
Wat ga je nog leren?

Slide 31 - Slide

Vooruitblik
Vrijdag toets: neem je leesboek mee

Volgende week:
  • 2 lessen fictietaak werken / inleveren
  • 3e les starten met nieuw onderdeel

Slide 32 - Slide