Overleggen, met wie?

Overleggen, met wie?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Overleggen, met wie?

Slide 1 - Slide

Doelen
Je hebt kennis van de rollen en taken van verschillende disciplines.
Je hebt kennis van verschillende overlegvormen.

Slide 2 - Slide

Vormen van samenwerken
  • Monodisciplinair samenwerken
  • Multidisciplinair samenwerken
  • Interdisciplinair samenwerken 
  • Intradisciplinair samenwerken

Slide 3 - Slide

Discipline
Discipline betekent in deze context beroep of vak.
Mono = alleen, enkelvoudig
Multi = meerdere, meervoudig
Inter = tussen
Intra = binnen

Slide 4 - Slide

Een team met alleen begeleiders maatschappelijke zorg niveau 3 en 4.
Verschillende zorgprofessionals werken afzonderlijk aan hetzelfde doel.
Verschillende zorgprofessionals werken gezamenlijk aan hetzelfde doel.
Samenwerken binnen dezelfde beroepsgroep.
Intra
Inter
Mono
Multi

Slide 5 - Drag question

Welke disciplines ken je?

Slide 6 - Mind map

Wie van deze disciplines is een behandelaar?
A
Psycholoog
B
Fysiotherapeut
C
Logopedist
D
Psychomotorisch therapeut

Slide 7 - Quiz

Tot welk soort discipline behoort de ergotherapeut?
A
Vaktherapeuten
B
Paramedici
C
Social workers
D
Behandelaars

Slide 8 - Quiz

Samenwerken met disciplines
  • Behandelaren: artsen, psychologen, psychiaters, orthopedagogen
  • Paramedici: diëtisten, logopedisten, ergotherapeuten, fysiotherapeuten
  • Vaktherapeuten: beeldend, dans, bewegings, muziek, psychomotorisch
  • Verpleegkundigen en verzorgenden
  • Onderwijs: leraren, intern begeleiders, remedial teachers

Slide 9 - Slide

Casus
Je bent begeleider Maatschappelijke Zorg en ondersteunt samen met andere disciplines een cliënt met een meervoudige beperking. Welke uitspraak is van welke discipline?

Slide 10 - Slide

"De ingang is te smal voor zijn rolstoel. Deze zal verbreed moeten worden."
A
Fysiotherapeut
B
Podoloog
C
Ergotherapeut
D
Psychomotorisch therapeut

Slide 11 - Quiz

"Ik doe oefeningen met hem om spanningen in zijn lichaam te verminderen."
A
Fysiotherapeut
B
Remedial teacher
C
Orthopedagoog
D
Psychomotorisch therapeut

Slide 12 - Quiz

"We gaan langzaam zijn antidepressiva afbouwen."
A
Psychiater
B
Psycholoog
C
Orthopedagoog
D
Huisarts

Slide 13 - Quiz

"Ik oefen een keer in de week met zijn mondmotoriek."
A
Diëtist
B
Bewegingsagoog
C
Klinisch linguïst
D
Logopedist

Slide 14 - Quiz

Je hebt cliëntgebonden en niet-cliëntgebonden multidisciplinair overleg. Geef voorbeelden van niet-cliëntgebonden MDO's.

Slide 15 - Open question

Overleg met externen
Personen die af en toe binnen de organisatie zijn, maar geen vast onderdeel vormen van het team.

Slide 16 - Slide

Welke externen ken je?

Slide 17 - Mind map

Wat zijn redenen voor jou om te overleggen met wie?

Slide 18 - Open question

Rol, functie, taak, bevoegdheid, verantwoordelijkheid
Betekenis van deze termen:
Rol
Functie 
Taak 
Bevoegdheid 
Verantwoordelijkheid 

Slide 19 - Slide

Rol, functie, taak, bevoegdheid, verantwoordelijkheid
Rol = verzameling werkzaamheden met een logische samenhang
Functie = samenhangend pakket van taken en verantwoordelijkheden. Kan bestaan uit meerdere rollen. 
Taak = wat iemand doet 
Bevoegdheid = wat iemand mag doen
Verantwoordelijkheid = wat iemand moet doen

Slide 20 - Slide

Wat mag een andere discipline doen, wat jij niet mag doen?

Slide 21 - Open question

Kies minimaal 2 opdrachten om de theorie te verwerken 
Leeractiviteit 2
Professional maatschappelijke zorg 
  • Thema 13, Samenwerken met informele ondersteuning, Opdracht 4 ‘Samenwerken met informele zorg’
  • Thema 13, Samenwerken met informele ondersteuning, Opdracht 5 ‘Samenwerken met mantelzorgers’
  • Thema 12, Professioneel samenwerken, Opdracht 3 ‘Samenwerken’
  • Thema 12, Professioneel samenwerken, Opdracht 5 ‘Afstemmen en plannen’  







Slide 22 - Slide