verzamelles H14

verzamelles H14
1 / 39
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 39 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

verzamelles H14

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

doel van de les


Hoofdpunten H14, hoe bereid ik mij voor op SE en CE?

    Slide 4 - Slide

    Extra ondersteuning nodig?
    Dinsdag 4e of 7e uur (op afspraak)

    ivm planning: mailen minimaal 1 dag van te voren!
    mailen wat je lastig vindt

    Slide 5 - Slide

    let op naast boek horen ook extra onderwerpen bij toetsstof (averechtse selectie bij verzekeringen, etc.)

    Slide 6 - Slide

    Hoofdstuk 13 (informatie asymmetrie)
    • Wat gebeurt er als koper en verkoper niet dezelfde informatie hebben?
    • Informatie-asymmetrie!
    • Verschil tussen symmetrische en asymmetrische informatie kennen.
    • Kosten van informatie (zoover, garantie, etc.)
    • Effecten van informatie-asymmetrie
    • 1:  averechtse selectie (betalingsbereidheid koper daalt, verkopers van goede producten vinden de marktprijs te laag, alleen verkopers van slechte producten verkopen, markt wordt kleiner). Voor de koper (als verkoper meer weet)
    • 2. Moral Hazard (gedrag verandert na afsluiten contract)

    Slide 7 - Slide

    lesstof
    1. symmetrische informatie
    • koper en verkoper weten evenveel
    2. asymmetrische informatie
    • verkoper weet meer: betalingsbereidheid daalt, minder transacties: oplossing?
    • koper weet meer (verzekeringen): verkoper wordt voorzichtig, rekent te hoge premie. Oplossing?
    3. kosten/prijs van informatie

    Slide 8 - Slide

    prijs van informatie
    • asymmetrische informatie maakt consumenten bang: is mijn aankoop wel OK? oplossing!?
    • Zekerheid bieden:
      1. Garantie
      2. ruilen
      3. keurmerk verkoper
      4. keuringsrapport
      5. Reviews (zoover, kieskeurig, youtube)
    Die zekerheden kosten geld= prijs van informatie

    Slide 9 - Slide

    rollen omkeren
    • focus lag op koper. nu: verkoper
    • Welke verkoper kan last hebben van asymmetrische informatie.
    • Klant weet meer!

    Slide 10 - Slide

    scooter-verzekeren
    verplichte verzekering: dekt schade die je bij andere veroorzaakt.

    All-risk dekt ook je eigen schade maar kost extra

    Waarom zou jij je all-risk verzekeren?

    Zou jij het ook doen als het € 720 pjr kost? ipv  € 180 WA?

    Slide 11 - Slide

    premie
    • Te hoge premie: voornamelijk mensen die veel risico nemen/lopen kopen de verzekering
    • Lage premie: veel mensen kopen de verzekering, maar zijn de premie-opbrengsten wel genoeg om de schade te dekken?
    • Wat moet je berekenen? Statistiek, bestudeer het marktgedrag
    • Ben je bang om verlies te leiden: hoge premie >> mensen met veel risico kopen alleen nog maar.
    • averechtse selectie (EXAMENBEGRIP)

    Slide 12 - Slide

    lesstof
    Betalingsbereidheid consument (wordt verlaagd als je risico loopt omdat je minder weet dan verkoper)

    Verkoopbereidheid aanbieder
    (wordt verlaagd als je risico loopt omdat je minder weet dan de klant/koper)


    Slide 13 - Slide

    averechtse selectie
    Hoe kun je averechtse selectie als verzekeraar proberen tegen te gaan?
    • historie
    • eigen risico,
    • postcode gebied,
    • leeftijd,
    • rijstijl meten

    Slide 14 - Slide

    moral hazard (noteren!)
    • gedraag je, je anders als je weet dat je goed verzekerd bent?
    • Voorbeeld: reisverzekering (minder goed op je spullen letten?)
    • moral hazard = je gedrag verandert doordat je verzekerd bent!
    • hoe ga je moral hazard tegen?
    • eigen risico, screening, bonus-systeem

    Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Video

    Hoofdstuk 14 (verzekeringen)
       Hoe wordt een verzekeringspremie bepaald?
        Wat zijn onverzekerbare en verzekerbare risico's?
        Wat is het (risico)draagvlak van een verzekering?

    Belangrijk: sociale voorzieningen!


    Slide 17 - Slide

    Waarom verzekeren?
    • als je schade kan krijgen dan kun je jezelf tegen de negatieve financiele gevolgen verzekeren
    • soms verplicht (WA bij auto of scooter, ziektekosten) meestal vrijwillig (brand, diefstal, reis, annulering)
    • brandverzekering huis, vaak een voorwaarde van de bank bij hypotheek

    Slide 18 - Slide

    wat is een verzekering?
    afspraak om financieel risico af te dekken (polis).
    verzekeraar: dekt schade van verzekerde
    verzekeringspremie: prijs van een verzekering


    • verzekeringspremie:
    1. risico op een gebeurtenis
    2. winstopslag
    3. hoogte eigen risico (hoog eigen risico maakt uit te keren schade lager)

    Je moet zelf een premie kunnen bepalen en berekenen!

    Slide 19 - Slide

    risico aversie
    Je houdt niet van (aversie) risico

    Slide 20 - Slide

    Is alles te verzekeren?
    (tweede deel uitleg)
    Nee

    • Voorbeeld: overstroming randstad
    • Een situatie waarin iedere verzekerde (tegelijk) schade heeft  kan niet worden verzekerd

    Slide 21 - Slide

    Hoe los je dit op bij een verzekering?

    Slide 22 - Slide

    sporters en artiesten
    • verzekeren delen van het lichaam
    • uitangst voor verlies van inkomen (arbeidsongeschiktheidsverzekering)
    • Ben Turpin (1869-1940)

    Slide 23 - Slide

    draagvlak (link met H13)
    Gevaar bij verzekeringen is averechtse selectie (de goede risico's verzekeren zich niet meer)

    Averechtse selectie verkleint het draagvlak

    • hoe meer mensen mee doen aan een verzekering, hoe lager de premie en hoe beter de risico spreiding
    • hoeveel mensen/bedrijven verzekerd zijn heet draagvlak
    • averechtse selectie: verkleint het draagvlak (goede risico's  gaan weg).

    Slide 24 - Slide

    hoe oplossen?
    Solidariteit en eigen risico
    • verplichte solidariteit: deelname verplicht  (zorg)
    • Eigen risico: je krijgt premiekorting als je een eigenrisico kiest.

    Slide 25 - Slide

    Sociale Zekerheid
    Vangnet
    • verlies van inkomen (ziekte, ouderdom, verlies baan)
    • bijzondere financiele lasten (electrische rolstoel, ombouw auto)

    Slide 26 - Slide

    waarom niet verzekeren op de markt?
    1. Averechtse selectie
    2. risicodraagvlak zo groot mogelijk
    3. premies laag (zonder winst)


    ZZP'er moet wel de markt op voor arbeidsongeschiktheidsverzekering. Wat is de praktijk?

    Slide 27 - Slide

    Sociale Zekerheid
    Vangnet
    • verlies van inkomen (ziekte, ouderdom, verlies baan)
    • bijzondere financiele lasten (electrische rolstoel, ombouw auto)
    • electrische rolstoel kost ca. € 4.000

    Slide 28 - Slide

    hoe werkt het?
    • Kans op schade in een bepaalde groep (regio, kenmerken) is 0,05% (ofwel 1 op 2.000)
    • Het schadebedrag: € 100.000
    • Aantal deelnemers: 3.000
    • Wat is de premie?
    • 0,05%*€100.000*3.000 = € 150.000 (begrote schade), dat deel ik door 3000 = € 50 premie (zonder opslagen!)
    • Let op ik keer € 100.000 of € 200.000 uit!

    Slide 29 - Slide

    Hoofdstuk 14 (verzekeringen)
    • Hoe ga je averechtse selectie bij verzekeringen tegen:
    • 1. eigen risico
    • 2. verplichte solidariteit (WA, Ziektekostenverzekering)
    • Sociale Zekerheid (bijzondere lasten vergoeden of inkomen geven)
    • Sociale Zekerheid = Sociale Verzekeringen + Sociale Voorzieningen
    • Sociale verzekeringen = Werknemersverzekeringen (WW, WIA, ZW) + Volksverzekeringen (AOW, ZVW, AWBZ, Nabestaanden wet, Kinderbijslag). Deze verzekeringen worden betaald uit premies
    • Sociale voorzieningen (WWB ofwel bijstand) = voor iedereen. Wordt betaald uit belastinginkomsten
    • Wajong? Soc voorz of soc verz?

    Slide 30 - Slide

    Zelf controle
    • Lees theorie H14, maar leer met gebruikmaking van voorbeelden uit praktijk!
    • Snap wat je aan het leren bent!
    • Iedere paragraaf uit studiehulp start met Kennen en Kunnen
    • Maak nog een keer 14.5, 14.8, 14.11, 14.20, 14.21, 14.22, 14.23, 14.29 en 14.34


    • Zorg dat je met premies kunt rekenen en wat er met winst gebeurt bij averechtse selectie.
    • Zijn er onverzekerbare risico's? Ja! welke....
    • Waarom hebben we een sociaal vangnet vanuit de overheid en niet de markt?
    • Hoe ziet het sociale vangnet er uit?

    Slide 31 - Slide

    Aan de slag
    • Nu maken 14.35

    Slide 32 - Slide

    Slide 33 - Video

    Slide 34 - Video





    Slide 35 - Slide

    Hoofdstuk 15 (Risico en ondernemen)
    Neem de gemaakte opgaven als leidraad
    Verschil EV en VV  (15.1)
    EV = aandeel (BV, NV) en eigen geld (eenmanszaak, zzp' er)

    Onderpand maakt leningen minder risicovol. Je betaalt minder rente.
    Rente is vergoeding voor: inflatie + risico + dienst van het uitlenen

    15.2 (leiding van onderneming versus aandeelhouders: AHOLD)
    • p 28 en eerste paragraaf p 29
    • p 31 Besloten Vennootschap (EV, aansprakelijkheid, leiding)
    • p 32 Naamloze Vennootschap (aandeelhouders, leiding, belangenverstrengeling)

    Slide 36 - Slide

    Hoofdstuk 16 Beleggen
    Y = C + S + B
    Wat is het verschil tussen Sparen en Beleggen?
    Wat zijn effecten?

    Obligaties: wat zijn het? wat gebeurt er met waarde bestaande obligaties als rente verandert?
    Rendement op obligaties: rente EN koersverandering.
    Hoe werkt een obligatie (coupon betalingen)

    Aandelen: wat zijn het? Wat is rendement op een aandeel (dividend en koersverandering).
    Hoe wordt de waarde van een aandeel bepaald (vraag en aanbod, toekomst en verleden)
    Wat gebeurt er met de waarde van een aandeel als de rente daalt of stijgt?

    Slide 37 - Slide

    slot

    vragen?






    Slide 38 - Slide

    Slide 39 - Link