Python - Herhaling

Python: herhaling
1 / 50
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Python: herhaling

Slide 1 - Slide

Ik wil het vandaag met jullie gaan hebben over.....
Lesplan (1/2)
We gaan deze les via LessonUp de volgende stof herhalen:
  1. operatoren
  2. variabelen
  3. lijsten
  4. functies
Bedenk dat de toets over meer stof gaat, zoals while- en for-loops, if-statements, etc. Alles uit H 1 tmt 5!

Slide 2 - Slide

Rode achtergrond betekent: klas is stil, dit zijn de leerdoelen en quizzes waarbij niet overlegd mag worden.

Doel van deze les is om het leren zichtbaar te maken voor zowel leerling als docent.
Lesplan (2/2)
Na de herhaling ga je verder werken aan het PO.

Dit is de laatste les voor de voorjaarsvakantie, er is na de vakantie nog 1 les voor de inleverdatum van je PO!

Als jullie tegen dingen aanlopen bij je PO waar je niet uitkomt, geef dat dan per e-mail aan me door.

Slide 3 - Slide

Rode achtergrond betekent: klas is stil, dit zijn de leerdoelen en quizzes waarbij niet overlegd mag worden.

Doel van deze les is om het leren zichtbaar te maken voor zowel leerling als docent.
Operatoren
Er zijn verschillende soorten operatoren in Python:
  • Booleaanse operatoren
    And, Or, Not
  • Vergelijkingsoperatoren
    >, >=, <, <=, !=, == 
  • Booleaanse waarden (resultaat van een vergelijking)
    True, False

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vergelijkings operatoren
1 > 2 : uitkomst: False
1 < 2 : uitkomst: True
1 = 1 : uitkomst: foutmelding (de operator is == )
"a" > 1 : uitkomst: foutmelding ("a" is string, geen getal)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Variabele
Een variabele in Python "maak" je met een enkel = teken. 

Bijvoorbeeld:
var = 1
var = "Dit is een string."
var = 1.000

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Variabele
Drie types variabelen zijn voor ons van belang in Python:
  • integer (of int): dit is een rond getal
    bijvoorbeeld 1, 3, 1000
  • float: dit is een getal met een cijfer achter de komma
    bijvoorbeeld 1.0, 2.33333, 1/3
  • string: dit is tekst
    bijvoorbeeld "Woord", "1","1/3"

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Variabele
Je kunt het type veranderen met standaardfuncties:
  • int() : zet iets om naar integer, dat moet een getal zijn!
    bijvoorbeeld: int("1") of int(var)
  • float() : zet iets om naar float, dat moet een getal zijn!
    bijvoorbeeld: float(1) of float(var)
  • str() : zet iets om naar string
    bijvoorbeeld: str(1) of str(var)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Variabele
Een aantal dingen om te onthouden:
  • met de functie input() krijg je een string
  • een integer kan veranderen in een float doordat je het deelt in een rekensom (bijvoorbeeld deelt door 3)
  • als je een string met letters wilt omzetten naar integer, krijg je een fout, het moet dus wel een getal in de string zijn

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Variabele
Je kunt het type controleren d.m.v. de standaardfunctie type()

Bijvoorbeeld: 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welk type variabele is dit?

variabele = 1/3
A
int
B
string (str)
C
float
D
(┛◉Д◉)┛彡┻━┻

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welk type variabele is dit?

variabele = int( 1/3 )
A
int
B
str
C
float
D
(ノಠ益ಠ)ノ彡┻━┻

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk type variabele is dit?

variabele = string( 1/3 )
A
int
B
str
C
float
D
(ノಠ益ಠ)ノ彡┴∩OℲ

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welk type variabele is dit?

variabele = int( "13a" )
A
int
B
str
C
float
D
๏̯̃๏ foutmelding

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Lijst
Je definieert een lijst zo:

variabele = [ "string", 1, ["string", 1] ]

De lijst heeft een volgorde, is veranderbaar, en kan dubbele elementen hebben.

Slide 15 - Slide

Foutmelding, omdat de index tot 2 gaat (0,1,2) en de gevraagde index 3 is.
Lijst: print een element
Met de index kun je een bepaald element in een lijst printen. De index begint links met 0, en van rechts met -1.
Dat doe je als volgt:

list = ["geel","groen","blauw"]
print( list[2] ) # blauw
print( list[1] ) # groen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = [ "geel", "groen", "blauw" ]
print( variabele[ 1 ] )
A
geel
B
groen
C
blauw
D
foutmelding

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = [ "geel", "groen", "blauw" ]
print( variabele[ 3 ] )
A
geel
B
groen
C
blauw
D
foutmelding

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = [ "geel", "groen", "blauw" ]
print( variabele[ -3 ] )
A
geel
B
groen
C
blauw
D
foutmelding

Slide 19 - Quiz

Foutmelding, omdat de index tot 2 gaat (0,1,2) en het gevraagde index 3 is.
Wat wordt hier geprint?
variabele = [ "geel", "groen", "blauw" ]
print( variabele[ -1 ] )
A
geel
B
groen
C
blauw
D
foutmelding

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = [ "geel", "groen", "blauw" ]
print( variabele[ -2 ] )
A
geel
B
groen
C
blauw
D
foutmelding

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = [ "geel", "groen", "blauw" ]
print( variabele[ -3 ] )
A
geel
B
groen
C
blauw
D
foutmelding

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Lijst: append(element)
met .append() komt het nieuwe element aan het einde:

thislist = ["apple", "banana", "cherry"]
thislist.append("orange")
print(thislist) # ["apple", "banana", "cherry", "orange"]

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lijst: insert(index,element)
met .insert() komt het nieuwe element op een bepaalde index (bedenk dat de index bij 0 begint!):
let op: de index is verplicht!

thislist = ["apple", "banana", "cherry"]
thislist.insert(1, "melon")
print(thislist) # ["apple", "melon", "banana", "cherry"]

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = ["geel", "groen"]
variabele.append("blauw")
print( variabele )
A
["blauw","geel","groen"]
B
["geel","blauw"]
C
["geel","groen","blauw"]
D
foutmelding

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = ["geel", "groen"]
variabele.append("groen")
print( variabele )
A
["groen","geel","groen"]
B
["geel","groen","groen"]
C
["geel","groen"]
D
foutmelding

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = ["geel", "groen"]
variabele.insert(1,"blauw")
print( variabele )
A
["blauw","geel","groen"]
B
["geel","blauw","groen"]
C
["geel","groen","blauw"]
D
foutmelding

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = ["geel", "groen"]
variabele.insert("blauw")
print( variabele )
A
["blauw","geel","groen"]
B
["geel","blauw","groen"]
C
["geel","groen","blauw"]
D
foutmelding

Slide 28 - Quiz

Foutmelding, omdat de index ontbreekt, en die is vereist bij .insert()
Lijst: remove(element)
met .remove() verwijder je een aangegeven element:

thislist = ["apple", "banana", "cherry", "banana"]
thislist.remove("banana")
print(thislist) # ["apple", "cherry", "banana"]
# tip: je kunt ook zoiets gebruiken:
thislist.remove(thislist[0]) # ["cherry", "banana"]

Slide 29 - Slide

Een lijst kan dubbele waarden bevatten. Het is belangrijk om te realiseren dat .remove() niet ALLE instanties verwijdert, maar van voor naar achter werkt, en alleen het eerste element met die waarde verwijdert.
Lijst: pop(index)
met .pop() verwijder je een element van een index:

thislist = ["apple", "banana", "cherry"]
thislist.pop(0)
print(thislist) # ["banana", "cherry"]

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Lijst: pop()
als je bij .pop() geen index aangeeft, dan wordt 
het laatste element verwijderd:

thislist = ["apple", "banana", "cherry"]
thislist.pop()
print(thislist) # ["apple", "banana"]

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = [ "geel", "groen", "blauw" ]
variabele.remove()
print( variabele )
A
["geel","groen"]
B
["groen","blauw"]
C
["geel","groen","blauw"]
D
foutmelding

Slide 32 - Quiz

foutmelding, omdat .remove() de waarde van een element vereist
Wat wordt hier geprint?
variabele = [ "geel", "groen", "blauw" ]
variabele.remove( 1 )
print( variabele )
A
["geel","blauw"]
B
["groen","blauw"]
C
["geel","groen"]
D
foutmelding

Slide 33 - Quiz

Foutmelding, omdat .remove() de waarde wil van een element, en niet de index.
Noem ook de strikvraag dat de waarde ook een getal kan zijn:
variabele = [1,2,3,4]
variabele.remove(1)
>> [2,3,4]
Wat wordt hier geprint?
variabele = [ "geel", "groen", "blauw" ]
variabele.remove( "geel" )
print( variabele )
A
["geel","blauw"]
B
["groen","blauw"]
C
["geel","groen"]
D
foutmelding

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = [ 1, 2, 3 ]
variabele.pop( 1 )
print( variabele )
A
[1, 2, 3]
B
[2, 3]
C
[1, 3]
D
foutmelding

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier geprint?
variabele = [ 1, 2, 3 ]
variabele.remove( 0 )
print( variabele )
A
[2, 3]
B
[1, 3]
C
[1, 2]
D
foutmelding

Slide 36 - Quiz

Foutmelding, want .remove() verwacht de waarde, en 0 komt niet voor in de lijst
Functie: user defined function
  • standard functions zijn standaard in Python beschikbaar Denk aan print(), type(), int(), string(), input()
  • als je een bibliotheek importeert, dan komen daar ook standaard functies van mee
  • user defined functions zijn functies die je als programmeur zelf declareert







Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Functie: user defined function
Een "user defined function" begint in Python met "def "
Bijvoorbeeld:
def ditiseenfunctie():
   print("hallo")

De programmeur moet de naam van de functie aangeven.
Let op: gebruik niet de naam van een andere functie!







Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Functie: user defined function
Zoals de programmeur de naam van de functie aangeeft, bepaalt de programmeur ook de naam van het bestand waarin de code staat.

Let op: als die bestandsnaam hetzelfde is als een bibliotheek, dan overschrijft die de bibliotheek! 
Gebruik dus geen bestandsnamen als turtle.py of appJar.py!







Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Functie: aanroepen moet
Een functie moet wordt aangeroepen
Als een functie niet wordt aangeroepen, wordt de functie niet uitgevoerd

def functie():
   print("hallo")
functie() # < hier wordt de functie aangeroepen







Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Functie: variabelen
Variabelen in een functie zijn in principe onafhankelijk van de rest van de code (dit noemen ze local)

var = "hello"
def functie():
   var = "there"
print(var) # hello

Slide 41 - Slide

Vaak laat ik leerlingen deze code overnemen zodat ze kunnen ervaren wat er gebeurt.

Je kunt variabelen ook global maken, maar daar gaan we nu niet op in. Het is in dit stadium verwarrend om dat te vermelden.
Functie: variabelen
var = "hello"

def functie(var):
   return var

print(var) # hello
print(functie("there")) # there

Slide 42 - Slide

Vaak laat ik leerlingen deze code overnemen zodat ze kunnen ervaren wat er gebeurt.

Je kunt variabelen ook global maken, maar daar gaan we nu niet op in. Het is in dit stadium verwarrend om dat te vermelden.
Wat wordt hier
afgedrukt?
A
var
B
hallo
C
daar
D
foutmelding

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier
afgedrukt?
A
var
B
hallo
C
daar
D
foutmelding

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt hier
afgedrukt?
A
var
B
hallo
C
daar
D
foutmelding

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt geprint?

voorraad = 10
bestelling = 5
A
Er is niet genoeg voorraad!
B
Er is genoeg voorraad.
C
(ಠ︹ಠ)
D
Fout

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt geprint?

voorraad = 10
bestelling = 11
A
Er is niet genoeg voorraad!
B
Er is genoeg voorraad.
C
¯\_(´ з `)_/¯
D
Fout

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt geprint?

Voorraad = 10
Bestelling = 11
A
Er is niet genoeg voorraad!
B
Er is genoeg voorraad.
C
┗( ⚆👅⚆)┛
D
Fout

Slide 48 - Quiz

Fout, want de variabelen komen niet overeen (hoofdletters en kleine letters)
Wat wordt geprint?

voorraad = 10
bestelling = 11
A
Er is niet genoeg voorraad!
B
Er is genoeg voorraad.
C
щ(゚Д゚щ) (屮゚Д゚)屮
D
Fout

Slide 49 - Quiz

Foutmelding, want voorraad is een string, en bestelling niet.

Exit ticket

Bij deze les hoort een exit ticket:


Slide 50 - Slide

This item has no instructions