MMH12 regenles

quiz over Hit and Run
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare school

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

quiz over Hit and Run

Slide 1 - Slide

Hit and Run is een spel tussen
A
2 partijen met 2 doelen
B
2 partijen met een net ertussen
C
een slagpartij en een veldpartij
D
een tikspel waarbij de tikker geraakt moet worden

Slide 2 - Quiz

Met Hit and Run haal je punten door
A
harder te schreeuwen dan de tegenpartij
B
extra rondjes te lopen
C
de muur aan te tikken
D
een bal weg te slaan en naar een honk te lopen

Slide 3 - Quiz

Met Hit and Run breng je de bal in het spel door een bal
A
met een knuppel van een statief in het veld te slaan
B
weg te schoppen
C
in het veld te gooien
D
te verstoppen

Slide 4 - Quiz

De slagman bepaalt zelf naar welk honk hij/zij gaat lopen door
A
tijdens het lopen zelf een honk te kiezen
B
een pion op het honk te zetten
C
de keuze van de gymdocent
D
te roepen welk honk

Slide 5 - Quiz

Als de bal uit het veld is geslagen dan
A
heb je heel ver geslagen
B
gaat het spel gewoon door
C
is het spel dood en moet de bal opnieuw geslagen worden
D
is het afwachten waar de bal is gebleven

Slide 6 - Quiz

Met Hit and Run is de slagman/vrouw uit als de veldpartij
A
uit roept
B
de geslagen bal vangt
C
met de hand de slagman tikt
D
voor de slagman gaat staan

Slide 7 - Quiz

Met Hit and Run is de slagman/vrouw uit als de veldpartij
A
de bal van de grond raapt
B
harder rent dan de slagpartij
C
op een honk gaat staan
D
met de bal in de handschoen eerder op het honk is als de slagman

Slide 8 - Quiz

De slagman/vrouw moet de bal zo proberen te slaan dat daarna
A
er meer kans is om het honk te bereiken zonder uitgemaakt te worden
B
de loper meer kans maakt om uitgemaakt te worden
C
er niet meer gelopen hoeft te worden
D
de bal uit het veld wordt geslagen

Slide 9 - Quiz

De veldpartij moet zich proberen zo op te stellen dat
A
de veldpartijspelers allemaal dichtbij elkaar staan
B
de veldpartij de bal niet makkelijk kan onderscheppen
C
er niemand van de veldpartijspelers op een honk gaat staan
D
de loper na de geslagen bal zo min mogelijk kans heeft om het honk te bereiken

Slide 10 - Quiz