H7 B3 (3 BK)

Duurzame landbouw
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Duurzame landbouw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Nakijken
Leerdoelen
Uitleg
Aan de slag
Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Nakijken blz 150

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les….
Kun je de kenmerken van bestrijdingsmiddelen en biologische bestrijding noemen.
Kun je vormen van landbouw beschrijven waarbij minder stoffen aan het milieu worden onttrokken of toegevoegd.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Gangbare landbouw
Intensieve veehouderij: het houden van veel dieren van één soort.
Voordelen: hoge productie van vlees, melk of eieren. De prijs voor de consumenten is laag.
Nadelen: mestoverschot, welzijn van de dieren, uitstoot van stoffen in de lucht.
Monocultuur: verbouwen van één soort gewas.
Voordelen: meer opbrengst.
Nadelen: meer plagen, en slechter voor het milieu.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Chemische bestrijding
Pesticiden: gewasbeschermingsmiddelen om ziekten en plagen te voorkomen.
Voordeel: werken snel en goed.
Nadeel: niet selectief en er kan resistentie optreden en bio-accumulatie.



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Niet-selectief
Niet-selectief: de pesticiden doden alle dieren op de planten. Ook de nuttige zoals bijen en lieveheersbeestjes.



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bio-accumulatie
Bio-accumulatie: het gif hoopt op in het vetweefsel waardoor de dieren aan het einde van de voedselketen dood gaan.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Resistentie
Resistentie: dieren worden ongevoelig voor het bestrijdingsmiddel, ze zijn dan resistent tegen het middel.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Biologische bestrijding
1: Vruchtwisseling
2: Natuurlijke vijanden
3: Lokken

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vruchtwisseling
Vruchtwisseling (wisselteelt): niet twee jaar achter elkaar het zelfde soort gewas op een bepaald stuk grond.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Natuurlijke vijanden
Natuurlijke vijanden: dieren die van nature vijanden zijn van de schadelijke soort.

Bijvoorbeeld de sluipwesp die wordt ingezet, dood de larven van de witte vlieg.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Lokken
Lokken: Lokken van schadelijke insecten met geuren of geluiden. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Biologische landbouw
Biologische landbouw: Dier en milieu staan centraal:
- Er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruikt.
-Dieren lopen los.
- Er wordt alleen gebruikt gemaakt van biologische bestrijdingsmiddelen.
- De gewassen worden verbouwd op kleine stukken grond met vruchtwisseling.
- Er wordt gebruikgemaakt van groenbemesting. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kringloop landbouw
Kringlooplandbouw: alle stoffen worden hergebruikt in een kringloop.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Precisielandbouw
Precisielandbouw: vorm van landbouw waarbij elk deel van de akker precies de juiste hoeveelheid water, mest en bestrijdingsmiddelen krijgt.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Verticale landbouw
Verticale landbouw: verticaal kweken van gewassen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten blz 158                        Zorg dat je 13 bloemen maakt
1 bloem: 1,2
2 bloemen:,3,5,6,7,8
3 bloemen : 4
Intensieve veehouderij: het houden van veel dieren van één soort. Voordelen: hoge productie van vlees, melk of eieren. De prijs voor de consumenten is laag. Nadelen: mestoverschot, welzijn van de dieren, uitstoot van stoffen in de lucht. Monocultuur: verbouwen van één soort gewas. Voordelen: meer opbrengst. Nadelen: meer plagen, en slechter voor het milieu.
Pesticiden: gewasbeschermingsmiddelen om ziekten en plagen te voorkomen. Voordeel: werken snel en goed. Nadeel: niet selectief en er kan resistentie optreden en bio-accumulatie.
Niet-selectief: de pesticiden doden alle dieren op de planten. Ook de nuttige zoals bijen en lieveheersbeestjes
Bio-accumulatie: het gif hoopt op in het vetweefsel waardoor de dieren aan het einde van de voedselketen dood gaan.
.

Slide 18 - Slide

14 bloemen

Opdrachten blz 158                        Zorg dat je 13 bloemen maakt
1 bloem: 1,2
2 bloemen:,3,5,6,7,8
3 bloemen : 4
Resistentie: dieren worden ongevoelig voor het bestrijdingsmiddel, ze zijn dan resistent tegen het middel.
Vruchtwisseling (wisselteelt): niet twee jaar achter elkaar het zelfde soort gewas op een bepaald stuk grond.
Natuurlijke vijanden: dieren die van nature vijanden zijn van de schadelijke soort.
Lokken: Lokken van schadelijke insecten met geuren of geluiden. 
Biologische landbouw: Dier en milieu staan centraal: - Er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruikt. -Dieren lopen los. - Er wordt alleen gebruikt gemaakt van biologische bestrijdingsmiddelen. - De gewassen worden verbouwd op kleine stukken grond met vruchtwisseling. - Er wordt gebruikgemaakt van groenbemesting. 


Slide 19 - Slide

14 bloemen

Opdrachten blz 158                        Zorg dat je 13 bloemen maakt
1 bloem: 1,2
2 bloemen:,3,5,6,7,8
3 bloemen : 4
Kringlooplandbouw: alle stoffen worden hergebruikt in een kringloop
Precisielandbouw: vorm van landbouw waarbij elk deel van de akker precies de juiste hoeveelheid water, mest en bestrijdingsmiddelen krijgt.
Verticale landbouw: verticaal kweken van gewassen.

Slide 20 - Slide

14 bloemen

https://schooltv.nl/video-item/alternatief-boeren-pionieren-met-biologische-landbouw-bij-de-kleine-aarde 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 22 - Slide

This item has no instructions