Hybride klas GPM en OA 24 les 5

Hybride klas GPM en OA 24
Cursus A (OA)
Cursus B (GPM)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hybride klas GPM en OA 24
Cursus A (OA)
Cursus B (GPM)

Slide 1 - Slide

Lesdoelen GPM
Aan het einde van deze les:
✅ Kan je toelichten hoe te handelen
        bij bijzonderheden
✅Weet je hoe je ouders moet      
       inlichten
✅Wanneer je een arts moet inlichten
✅Ga ik verder met de formatieve toetsing(en)
Lesdoelen OA
Aan het einde van deze les:
✅Weet ik wat fysieke en emotionele veiligheid en welbevinden inhoud
✅Buitenspelen en leeftijd
✅ Balans tussen sturen en afzijdigheid
✅ Groepsdynamiek, relaties in de groep, jongens/meisjes
✅ken ik de doelen en de aandachtspunten van vrij spel
✅Ga ik verder met de formatieve toetsing(en)

Slide 2 - Slide

Weekplanning periode 4
Week
Maandag
Vrijdag
Bijzonder-
heden
2
12-05
16-05
3
19-05
23-05
4
26-05
30-05
Hemelvaart
5
02-06
06-06
6
09-06
13-06
Pinksteren
7
16-06
20-06
8
23-06
27-06
9
30-06
04-07
Projecten
10
07-07
11-07
10e week

Slide 3 - Slide

Formatieve toets inleveren

Week 9
Deadline is:
9e week
04-07-2025
Niet ingeleverd op deze data is de beoordeling een A en wordt pas na de zomervakantie nagekeken!!

Slide 4 - Slide

Lesprogramma OA

Slide 5 - Slide

Lesprogramma GPM

Slide 6 - Slide

Leesmateriaal OA
Pedagogisch kader 4-13


H1 Veiligheid en welbevinden
H3 Spelen en vrije tijd
H5 Relaties in de groep
H15 Spel- en activiteitenbegeleiding


Extra: Boek: Pedagogisch Klimaat 2023 
M3:H2 Zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat (Behandeld in P5 bij Leeractiviteiten (C))


Extra: Pedagogisch kader 0-4
H2 Veiligheid en welbevinden

 




Leesmateriaal GPM

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker
Module 1 Werken in de gespecialiseerde opvang.

Slide 7 - Slide

GPM

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Ziekten en beperkingen signaleren
Wanneer een kind of jongere zich niet lekker voelt, dan kijk je verder. Je besluit in overleg met je collega's wat jullie gaan doen, bijvoorbeeld:
  • niets doen en afwachten
  • ouders/verzorgers informeren en vragen het kind op te halen
  • een (huis)arts inschakelen
  • met het kind of de jongere naar een huisarts of huisartsenpost gaan
  • weet wat er in beleid staat
Signalen ziek kind
Als een kind of jongere ziek is, merk je dat vaak als eerste aan zijn
gedrag. Oudere kinderen zullen ook vertellen dat
ze zich niet lekker voelen. Bovendien kan een kind
op een gegeven moment koorts krijgen of gaan
braken.

Slide 10 - Slide

Ziekten en beperkingen signaleren
Bij ontwikkelingsproblemen, mogelijke beperkingen, sociale problemen, huiselijke problemen.
  • Problemen pak je zo vroeg mogelijk (dus in een vroegtijdig stadium) aan, om te voorkomen dat deze erger worden of terug blijven komen. 
  • Het vroegtijdig signaleren van problemen en ziekte noem je vroegsignalering

Slide 11 - Slide

Ziekten en beperkingen signaleren
Wat is normaal of afwijkend?
Hoe praat een peuter? Hoe is de motoriek
van een kleuter? Past dat (nog) in een normale ont-
wikkeling? Op alle ontwikkelingsgebieden kunnen
zich ontwikkelingsproblemen voordoen, die wijzen
op een verstandelijke en/of lichamelijke beperking.
Het is belangrijk voldoende te weten over de ont-
wikkeling van kinderen en jongeren.
Doel is juiste begeleiding en hulp
ontwikkelingsproblemen, mogelijke beperkingen,
sociale problemen, huiselijke problemen.
Problemen pak je zo vroeg mogelijk (dus in een
vroegtijdig stadium) aan, om te voorkomen dat
deze erger worden of terug blijven komen. Het
vroegtijdig signaleren van problemen en ziekte
noem je vroegsignalering. Het is niet altijd op te lossen

Slide 12 - Slide

Ouders bellen
  • meer dan 38 °C koorts hebben
  •  acute diarree hebben
  • duidelijk ziek zijn
  •  een infectieziekte hebben (bijvoorbeeld mazelen, krentenbaard of kinkhoest) en de kans groot is dat ze andere kinderen   
      besmetten
  • Meldplicht --> Kiddi-app (RIVM)
Huisarts bellen
  • zeer hoge koorts of koortsstuipen
  • aanhoudend braken of diarree (uitdroging)
  • een uitpuilende fontanel bij zuigelingen
  • ademhalingsmoeilijkheden, benauwdheid of een blauwige huidkleur
  • toenemende sufheid
  • ernstige, aanhoudende pijn
Uitdroging
Weinig of niet plassen (bijvoorbeeld een halve dag geen natte luier)
Droge mond en lippen
Huilen zonder tranen
Diepliggende ogen
Lusteloosheid of sufheid
Snelle ademhaling
Koude armen en benen
Hoge hartslag
Grauwe huidskleur
Ingevallen fontanel (bij baby’s)
Minder elastische huid (als je een huidplooitje optilt, blijft het staan)
Uitpuilende fontanel
Mogelijke oorzaken van een uitpuilende fontanel:
Hersenvliesontsteking (meningitis)
Hersenzwelling door een infectie of zuurstoftekort
Hydrocefalie (te veel hersenvocht)
Hersentumor of bloeding
Ernstige koorts of infectie
Naslagwerk:
Richtlijn organisatie 
RIVM-richtlijnen en GGD

Slide 13 - Slide

OA

Slide 14 - Slide

Voorwaarden voor veilige basis
  • Goed kijken en luisteren
  • Vertrouwen bieden
  • Voorbeeldgedrag
  • Optreden als het nodig is
  • Uitnodigende omstandigheden
  • Uitdagen
  • Ondersteunen

Slide 15 - Slide

Basisbehoeften van het
kind in de groep
  • Behoefte aan relatie wil zeggen dat kinderen het verlangen hebben zich verbonden te voelen met anderen.  
  • Behoefte aan autonomie betekent dat kinderen zelf willen kiezen en inbreng hebben in de dingen die ze doen. Zelf doen!
  • Behoefte aan competentie betekent dat kinderen een sterke en natuurlijke drang hebben naar leren. Daarbij hoort het gevoel van vertrouwen in eigen kunnen. 

Slide 16 - Slide

Wat is groepsdynamiek?
Groepsdynamiek gaat over:
  • Hoe mensen samenwerken
  • Hoe rollen en relaties ontstaan
  • Hoe beslissingen worden genomen
  • Hoe conflicten ontstaan en opgelost worden

Slide 17 - Slide

De 5 fasen van groepsvorming (volgens Tuckman):
  1. Forming – De groep komt bij elkaar. Mensen zijn voorzichtig en aftastend.
  2. Storming – Er ontstaan spanningen en strijd om rollen en invloed.
  3. Norming – Er ontstaat duidelijkheid over regels, rollen en samenwerking.
  4. Performing – De groep functioneert effectief en werkt goed samen.
  5. Adjourning – De groep valt uiteen (bijvoorbeeld aan het einde van een project).


Als je groepsdynamiek begrijpt, kun je:

  • Effectiever te begeleiden of leiding te geven aan een groep.
  • Problemen in de groep sneller te signaleren (zoals uitsluiting of stil verzet).
  • De samenwerking en sfeer in de groep te verbeteren.
  • Veiligheid en vertrouwen op te bouwen binnen de groep.

Slide 18 - Slide

Belangrijke begrippen binnen groepsdynamiek
Groepsrollen: Iedereen neemt bewust of onbewust een bepaalde rol aan in een groep, zoals de leider, de volger, de grappenmaker of de bemiddelaar.
Groepsnormen: Ongeschreven regels over wat als ‘normaal’ gedrag geldt binnen de groep. Bijvoorbeeld: op tijd komen, elkaar uit laten praten.
Groepscohesie: De onderlinge verbondenheid of ‘klik’ binnen een groep. Hoe sterker de cohesie, hoe groter de kans op samenwerking en loyaliteit.
Invloed en macht: Sommige groepsleden hebben meer invloed dan anderen, bijvoorbeeld door ervaring, kennis of charisma.
Conflicten: In elke groep ontstaan spanningen of botsingen. Hoe hiermee wordt omgegaan, bepaalt mede hoe gezond de groepsdynamiek is.

Slide 19 - Slide

🧩 Voorbeeld: Groepsdynamiek in groep 5 na de zomervakantie
  1. Forming (aftasten)
  2. Storming (eerste spanningen)
  3. Norming (regels en rollen worden duidelijk)
  4. Performing (groep komt op gang)
  5. Adjourning 
De kinderen komen nieuwsgierig maar ook een beetje gespannen binnen.

Ze kijken: “Zit ik naast iemand die ik ken?” “Wat voor juf is dit?”

De meeste kinderen blijven dicht bij hun vaste vriendjes of vriendinnetjes.

De nieuwe kinderen kijken wat er gebeurt en zijn nog wat stil.
Na een paar dagen komen kleine wrijvingen: wie bepaalt de spelregels op het plein? Wie is de baas in de groep?

Eén kind probeert grappig te zijn en trekt veel aandacht, een ander vindt dat vervelend.

De nieuwe kinderen proberen mee te doen, maar worden soms buitengesloten: “Jij hoort nog niet echt bij ons.”
De juf praat met de groep over hoe ze met elkaar omgaan.

Samen maken ze groepsafspraken: “We sluiten niemand buiten.” “We luisteren naar elkaar.”

De kinderen beginnen elkaar weer beter te begrijpen en helpen de nieuwkomers mee te doen.
Na een paar weken is er meer rust en plezier.

De kinderen durven hun mening te geven, maken samen werkjes, spelen eerlijk op het plein.

Iedereen weet waar hij of zij aan toe is, en de nieuwe kinderen horen er nu echt bij.

Slide 20 - Slide

🎯 Wat kan een leerkracht of pedagogisch medewerker doen?
  • Start met groepsvormende spelletjes, zoals: kennismakingsspel, klasbingo, of een samenwerkingsopdracht opdracht.
  • Bespreek groepsafspraken en laat de kinderen zelf meedenken over: Wat vinden wij belangrijk in onze klas?
  • Observeer wie erbij hoort en wie niet – help stille of afgewezen kinderen een plek te vinden.
  • Wees zichtbaar en voorspelbaar als leerkracht – kinderen zoeken houvast na de zomer.

Slide 21 - Slide

Lesdoelen GPM
Aan het einde van deze les:
✅ Kan je toelichten hoe te handelen
        bij bijzonderheden
✅Weet je hoe je ouders moet      
       inlichten
✅Wanneer je een arts moet inlichten
✅Ga ik verder met de formatieve toetsing(en)
Lesdoelen OA
Aan het einde van deze les:
✅Weet ik wat fysieke en emotionele veiligheid en welbevinden inhoud
✅Buitenspelen en leeftijd
✅ Balans tussen sturen en afzijdigheid
✅ Groepsdynamiek, relaties in de groep, jongens/meisjes
✅ken ik de doelen en de aandachtspunten van vrij spel
✅Ga ik verder met de formatieve toetsing(en)
🎯 Wat hebben we vandaag bereikt?

Slide 22 - Slide

Vooruitblik volgende week
OA
Verder met de 
formatieve toetsing

GPM
Verder met de formatieve toetsing

Slide 23 - Slide

Vragen?

Slide 24 - Slide