eenheid van lengte

• Wiskunde
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok

- Telefoon in de bak

- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten

Wiskunde

Check in

- Wie is er wel en wie niet

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen 

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:

- Luister je stil naar de instructie

- Werken we netjes en serieus

- Hebben we respect voor elkaar

- Mag je vragen stellen en fouten maken

Voorkennis

Maak de test opgave op pagina 98

Lesdoel:

Ik kan rekenen met eenheden van lengte

Ik kan de omtrek berekenen

lesdoel

Ik kan rekenen met eenheden van lengte

lesdoel

Voorbeeld:

85000 cm=                    km

:10   :10  :10  :10  :10

Voorbeeld:

6,43m=            cm

X10 X10

samen

3,5 m= .....                          mm

jij

530 dm=                           hm

Oefenen:

Opdracht 12, 13, 14, 15, 16

Omtrek berekenen

De omtrek bereken je door alle zijden bij elkaar op te tellen. 

5+2+3+2+1+2+2+1=

Oefenen:

Maken oefening 17 en 18

Instructie:

Van de cijfers 0 t/m 9 kun je verschillende getallen maken.

Oefening:

Maak een getal met 3 cijfers

Maak een getal met 4 cijfers

Maak een getal met 5 cijfers

Maak een getal met 6 cijfers

We oefenen de uitspraak van de getallen.