2223 ADO 2 cours 16

Cours 16
Exprimer une quantité

On regarde:
VOCA hoeveelheid

On fait:
CDA 13, exo 4
CDA 14, exo 2

On apprend:
FAIRE ->





Zzi.sh
code
klas 2:
cqn75422

1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Cours 16
Exprimer une quantité

On regarde:
VOCA hoeveelheid

On fait:
CDA 13, exo 4
CDA 14, exo 2

On apprend:
FAIRE ->





Zzi.sh
code
klas 2:
cqn75422

Slide 1 - Slide

Voca hoeveelheid
le paquet = het pak(je)
le morceau = het stuk(je)
la tablette = de reep
un litre = een liter
la bouteille =  de fles
un peu = een beetje
assez = genoeg
trop  = te/teveel
un demi kilo = een halve kilo
beaucoup = veel


Slide 2 - Slide

le paquet
A
de papegaai
B
het pakje
C
de papa
D
het stukje

Slide 3 - Quiz

beaucoup
A
veel
B
weinig
C
voldoende
D
genoeg

Slide 4 - Quiz

assez
A
genoeg
B
gemakkelijk
C
leuk
D
gezond

Slide 5 - Quiz

un peu
A
een band
B
een beetje
C
een reep
D
een kleintje

Slide 6 - Quiz

le morceau
A
de moeder
B
de reep
C
het stukje
D
het merk

Slide 7 - Quiz

CDA 13,14
CDA 13, exo 4 CDA 14, exo 2
4. Zoek het juiste blauwe woord bij de gele woorden en teken een pijl naar het bijbehorende boodschapje in de wagen.

2. Kijk naar de vier maaltijden en geef tips aan de degene die dit eet/drinkt, gebruik: un peu de, trop de, beaucoup de, (pas)assez de


Slide 8 - Slide

faire - doen/maken
je fais -  ik doe/maak
tu fais - jij doet/maakt
il fait - hij doet/maakt
elle fait - zij doet/maakt
on fait - men doet/maakt / we doen/maken
nous faisons - wij doen/maken
vous faites - jullie doen/maken / u doet/maakt
ils / elles font - zij doen/maken

Slide 9 - Slide

exo A+B
A. Vul de juiste vorm van faire in.
1. On...... un crêpe délicieux.
2. La mère ...... le petit-déjeuner.
3. Nous ....... une tartine (=boterham) avec un oeuf.
4. Tu ...... une pizza avec du fromage.
5. Vous ...... un thé vert.

B. Vertaal de zinnen in het Nederlands.

Slide 10 - Slide