3 havo - Ordinalzahlen - Grammatik - Der- & Ein-Gruppe - den 11. 5. 2022

Herzlich willkommen!
Sofort anmelden, bitte!

LessonUp.app

Buch auf den Schreibtisch legen, bitte!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herzlich willkommen!
Sofort anmelden, bitte!

LessonUp.app

Buch auf den Schreibtisch legen, bitte!

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
1. Willkommen - Einstieg
2. Wochenaufgabe besprechen
3. Wiederholung und Erklärung
'Modalverben im Präteritum und Perfekt'
1. Willkommen
2. Rückblick: Ordinalzahlen
3. Vorschau: Woche 19
 4. Grammatik: Der- & Ein-Gruppe
5. An die Arbeit - Aufgabe in Forms
Was machen wir heute?

Slide 2 - Slide

2. Die Ordinalzahlen (rangtelwoorden)
Lernziel:

Ich kann die Ordinalzahlen sagen und
mein Geburtsdatum sagen und aufschreiben.

Slide 3 - Slide

2. Die Ordinalzahlen (rangtelwoorden):
Die Ordinalzahlen:



Die Monate:


Buch: S. 18 (Ü 8)
Januar - Februar - März - Mai - August - Dezember
Wie sagt man das?

Slide 4 - Slide

3. Vorschau - Die Lernziele von Woche 19:

Slide 5 - Slide

4. Grammatik: Der- & Ein-Gruppe
Lernziel 1:

Ik kan het naamvallenstencil gebruiken:
Der- & Ein-Gruppe
VZ + ontleden

Slide 6 - Slide

Weißt du es noch?
Stappenplan tot nu toe:
A. Naamval bepalen: VZ met bepaalde naamval (2) of zin ontleden (3)
B. Blad omdraaien + uit schema PSV (onderaan) goede vorm kiezen.

Bijv. Der Lehrer hat ...(ons)... ein Kompliment gegeben.
A. geen VZ, dus ontleden. aan wie = aan ons = MV = 3e naamval
B. = uns

Slide 7 - Slide

Weißt du noch?

Ich komme heute Abend zu ...(jou)... .
A
du
B
dir
C
dich

Slide 8 - Quiz

Weißt du noch?
Wir haben ...(hem)... heute nicht gesehen.
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 9 - Quiz

Der- & Ein-Gruppe
Stappenplan vanaf nu:
A. Geslacht ZN bepalen (1) : m/v/o/mv?
B. Naamval bepalen: VZ met bepaalde naamval (2) of zin ontleden (4)
C. Blad omdraaien, Der- of Ein-Gruppe kiezen + goede vorm kiezen.


Bijv. Der Lehrer hat ...(deze)...Schüler (m) ein Kompliment gegeben.
A. Schüler = mnl persoon, dus geslacht is m (der)
B. geen VZ, dus ontleden. aan wie = aan de leerling = MV = 3e naamval
C. deze = dies-, dus Der-schema. m, 3e naamval = dem, dus diesem

Slide 10 - Slide

Ich spiele gern gegen
...(jouw)... Bruder.

Slide 11 - Mind map

Er hat ...(zijn)... Großeltern
eine Karte geschickt.

Slide 12 - Mind map

Welk antwoord is op jou van toepassing?
A
Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
B
Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
C
Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
D
Ik snap het (en kan het anderen uitleggen

Slide 13 - Quiz

4. An die Arbeit:
Hausaufgaben für Mittwoch, den 18. Mai: 

Machen:
 
- Aufgabe in Teams - Opdrachten (20 Sätze)
- Ü 27, 28 (Ich-/Ach-/-chs) - in der Deutschstunde
- Ü 30, 32 (sprechen) - in der Deutschstunde
Lernen:
- S. 48: LL ND: bis zu ''s nachts'



5. Abschluss :

Slide 14 - Slide