Interactivaardigheden SR en RvA

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Interactievaardigheden 1

Sensitieve responsiviteit

en

Respect voor Autonomie

Waar gaat het bij interactievaardigheid sensitieve responsiviteit om?

1. kinderen een gevoel van veiligheid geven.
2. kinderen een gevoel van afstoten geven.
3. kinderen een gevoel van eigenheid geven.
4. kinderen een gevoel van onveiligheid geven

Hoe kan je sensitief en responsief zijn?
(2 antwoorden mogelijk)

1. Als je het niveau van inspraak heb bepaald.
2. Oog hebben voor signalen en contact maken.
3. Een band opbouwen en oog hebben voor de intenties.

Leg het begrip sensitief uit

Leg het begrip responsief uit

Positief reageren is belangrijk. Leg uit waarom.

Hoe kun je zien of een kind zich veilig, prettig en ontspannen voelt in een groep?

1. Het kind speelt alleen
2. Het kind vraagt weinig om hulp
3. Het kind doet mee met spelactiviteiten

Emotioneel bijtanken is zoeken naar een moment van rust, gezelligheid en individuele aandacht.

1. Juist
2. Onjuist

Hoe ben je sensitief responsief voor een baby?

1. Door op tijd zijn fles te geven.
2. Door aan te geven dat je het kind gaat oppakken voor je het gaat verschonen.
3. Door op tijd de luier te verschonen.
4. Door hem veel te laten slapen.

Hoe bouw je een veilige hechting op met een baby?

1. Wissel zo vaak mogelijk van pm'ers.
2. Breng veel tijd door met de baby.

Wat is respect hebben voor de autonomie?
(2 antwoorden)

1. Je helpt het kind met alles.
2. Het kind te laten experimenteren en zelf te laten doen.
3. Het kind te negeren wanneer iets niet lukt.
4. Het gevoel zelf invloed te hebben en keuzes mogen maken.

Hoe kun jij de autonomie stimuleren? Noem minimaal 3 manieren.

Wat hoort bij respect voor autonomie?

1. Weinig regels en duidelijke regels
2. Sociale vaardigheden aanbieden
3. Zoveel mogelijk zelf laten doen
4. Het kind motiveren

Je moet als PM-er rekening met een aantal wetten houden als je met kinderen werkt.

1. Waar
2. Niet waar

Als je een peuter "echt wilt helpen" bij het aantrekken van zijn schoenen...

1. ... dan trek je de schoen voor hem aan.
2. ... dan zeg je dat hij het zelf moet doen.
3. ... dan vraag je eerst wat niet lukt.
4. ... dat laat je een andere peuter helpen.

Kinderparticipatie betekent:

1. Dat kinderen mogen doen waar ze zin in hebben
2. Dat kinderen betrokken worden in het maken van bepaalde keuzes.
3. Dat kinderen altijd hun zin krijgen.
4. Dat kinderen de baas mogen zijn zijn.

Kinderparticipatie kan je toepassen bij:

1. Kinderen vanaf 2 jaar.
2. Kinderen vanaf 6 jaar.
3. Kinderen in de BSO-leeftijd.
4. Alle kinderen.

Hoe tevreden ben je over wat je weet?

😒🙁😐🙂😃

Einde terugblik