5V LPM 2122 intro Massaspectrometrie werking en opgaven

Analyse

SK @ LPM


 
Massaspectrometrie
1 / 49
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Analyse

SK @ LPM


 
Massaspectrometrie

Slide 1 - Slide

Massaspectrometrie
Paragraaf 10.5 uit Chemie Overal
deze les leer je over massa spectrometrie (MS)
- MS apparaat (werking)
- MS spectrum uitpluizen en verklaren (stoffen herkennen)


Slide 2 - Slide

massa spectrometrie is een...
A
analysemethode om structuur te bepalen
B
analysemethode om massa te bepalen
C
analysemethode om concentratie te bepalen
D
vorm van chromatografie

Slide 3 - Quiz

Vóór een massa spectrometer zit vaak een apparaat om de stoffen eerst te scheiden, Zo gaan ze één voor één de MS in.
In de MS worden atoombindingen in de moleculen van de onderzochte stoffen  door een elektronenbombardement kapot gemaakt. Deze fragmeten worden gemeten.

Slide 4 - Slide

hoe werkt massa spectrometrie?
  • Wordt vooral gebruikt voor isotopen en moleculen
  • Moleculen worden met elektronen beschoten
  • De moleculen krijgen hierdoor een lading (ionisatie)
  • De moleculen vallen uiteen in brokstukken (fragmentatie)
  • Detector meet de massa en relatieve hoeveelheid van geladen deeltjes
  • Dit wordt weergegeven in een massaspectrum

Slide 5 - Slide

Werking van de massaspectrometer:
stap 1

Slide 6 - Slide

welke lading hebben elektronen?
A
positief
B
negatief

Slide 7 - Quiz

elektronen bombardement
  1. Een stof wordt in de vacuümkamer geïoniseerd door een elektronenbundel
  2. elektronen schieten één elektron weg van een molecuul (M)
  3. in reactievergelijking:     M  +  e-   →    M+  +  2 e-
  4. Er ontstaan positieve ionen, M+ ("het molecuul-ion").
  5. Deze ionen zijn onstabiel en vallen uiteen in fragmenten

Slide 8 - Slide

een molecuul-ion dat ontstaat bij massa spectrometrie is altijd
A
positief
B
negatief

Slide 9 - Quiz

hoe scheid je al deze fragmenten?
stap 2
De geladen moleculen en fragmenten met een +-lading worden door een magnetisch veld allemaal op een andere manier afgebogen. De massa is traag... dus de grote (zware) deeltjes buigen anders af dan kleinere deeltjes.

Slide 10 - Slide

een massaspectrometer scheidt deeltjes op basis van hun
A
massa
B
lading
C
grootte
D
lengte

Slide 11 - Quiz

Hoe meet je welke fragmenten aanwezig zijn?
stap 3

Slide 12 - Slide

13.4 massaspectrometrie
1. elektronenkanon geeft plus-lading:
er ontstaan een molecuulion en fragmenten
2. Magneet buigt kleine, geladen deeltjes het sterkst af, hier vindt scheiding plaats op basis van massa.
3. Detector meet massa en lading en zet het om in een spectrum
samengevat

Slide 13 - Slide

Massaspectrum

Slide 14 - Slide

massaspectrum van pentaan (C₅H₁₂)
  • Op de x-as staat de m/z waarde; uitgaande van een ionlading z = 1+ komt dit overeen met de molecuulmassa in u. 
  • De piek bij de hoogste m/z waarde hoort bij het molecuul-ion. Dit is het complete molecuul waaruit slechts één elektron is weggeschoten. 
  • De piek bij m/z = 72 komt dus van het ion C₅H₁₂+.
m/z

Slide 15 - Slide

m/z staat voor
A
molecuulgewicht / lading
B
massa / lading
C
molecuulgewicht / volume
D
massa / volume

Slide 16 - Quiz

massaspectrum van pentaan (C₅H₁₂)
  • op de y-as staat de relatieve intensiteit: de hoogste piek hoort bij het fragment dat het meest voorkomt en wordt altijd op 100 gezet
  • de massa van de pieken zegt iets over de fragmentionen die zijn ontstaan. De piek bij m/z = 43 is van het ion C3H7+.
  • de afstand tussen de pieken zegt iets over de fragmenten die zijn afgesplitst. Het verschil tussen m/z = 72 en m/z = 57 is 15 u. Dit komt overeen met het fragment -CH3
m/z
m/z

Slide 17 - Slide

de hoogste piek in een MS spectrum ...
A
hoort bij het zwaarste molecuul
B
hoort bij het zwaarste fragment
C
hoort bij het meest geladen molecuul
D
hoort bij het meest voorkomende fragment

Slide 18 - Quiz

filmpje
nu volgt een filmpje in engels, waarbij het gebruik van een massa spectrometer bij isotopen onderzoek wordt gedaan.
Een isotoop is een element dat een verschillende massa's heeft,
bijvoorbeeld chloor-15 en chloor-17:
zelfde aantal protonen, maar ander aantal neutronen, 
dus andere massa.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Dit gebeurt er allemaal met een monster (sample) als het de massaspectro-meter in gaat.

Slide 21 - Slide

kennis even testen 

Slide 22 - Slide

Het molecuul-ion is:
A
Negatief geladen
B
Positief geladen
C
Neutraal geladen
D
Kan zowel positief als negatief geladen zijn.

Slide 23 - Quiz

Het molecuul-ion valt in
fragmenten uiteen omdat...
A
het in een elektrische veld komt.
B
het in een magnetische veld komt.
C
het instabiel is geworden.
D
doordat het in de gasfase zit.

Slide 24 - Quiz

Het molecuul-ion ontstaat na...
A
beschieting met elektronen.
B
beschieting met protonen.
C
door het elektrische veld.
D
door het magnetische veld.

Slide 25 - Quiz

Het elektrisch veld...
A
zorgt voor dat er brokstukken ontstaan.
B
buigt de fragmenten af.
C
detecteert de fragmenten.
D
versnelt de fragmenten.

Slide 26 - Quiz

Het magnetisch veld...
A
zorgt voor dat er brokstukken ontstaan.
B
buigt de fragmenten af.
C
detecteert de fragmenten.
D
versnelt de fragmenten.

Slide 27 - Quiz

De detector registreert...
A
de massa van de brokstukken.
B
hoe vaak een bepaald brokstuk voorkomt.
C
hoe snel een brokstuk gaat.
D
de massa en hoe vaak een brokstuk voorkomt.

Slide 28 - Quiz

Massaspectrometrie
gebruiken we om...
A
te bepalen hoe zwaar een stof is.
B
te meten uit hoeveel fragmenten een stof bestaat.
C
de structuur van een stof te bepalen.
D
de molecuulformule van een stof te bepalen.

Slide 29 - Quiz

De hoogste piek in
een massaspectrum...
A
is het fragment dat het meest voorkomt.
B
is het fragment dat het zwaarst is.
C
is het molecuul-ion.
D
is alle drie voorgaande antwoorden.

Slide 30 - Quiz

Uit een massaspectrum kun je direct de structuur van een molecuul bepalen.
A
Ja, je telt gewoon alle fragmenten op.
B
Ja, daarvoor heb je BT 39D.
C
Nee, met behulp van de verschillende fragmenten moet je puzzelen.
D
Nee, daarvoor moet je super slim zijn.

Slide 31 - Quiz

Massaspectrum
uit een spectrum haal je informatie over welke fragmenten zijn afgesplitst van het molecuul-ion.

Slide 32 - Slide

je kunt in een spectrum de volgende informatie halen van het te onderzoeken molecuul
A
de massa van het totale ion
B
welk deel is afgesplitst
C
welk deel is achtergebleven

Slide 33 - Quiz

Massaspectrometrie mbv Binas 39D
Hier kun je uithalen welke fragmenten zijn afgesplitst

Slide 34 - Slide

Massaspectrometrie mbv Binas 39D
Hier kun je uithalen welke fragmenten in het spectrum staan (dus waarvan de m/z gemeten zijn)

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Het gaat om het MS spectrum van pentaan-3-on.
Wat kan het fragment zijn dat van het molecuulion (m/z = 86) is afgesplitst, waardoor een fragment met m/z van 57 is ontstaan?
pentaan-3-on
tekenen helpt!
Teken de structuur van pentaan-3-on en bekijk welk fragment van 86-57 = ...? eraf kan zijn gesplitst?
spectrum
A
-CH₂ en -CH₃
B
-CH₂CH₃
C
-C=O en -H
D
-C-OH

Slide 37 - Quiz

86 - 57 = 29
dit komt overeen met de massa van het fragment
-CH2-CH3
dit fragment kan er in één keer af.

Slide 38 - Slide

bekijk dit spectrum van methoxyethaan

Slide 39 - Slide

wat is de juiste structuur van methoxyethaan?
A
B
C
D

Slide 40 - Quiz

de massa van methoxyethaan is 60 u.
bedenk nu welke fragmenten de pieken bij 45 en 29 kunnen verklaren

Slide 41 - Slide

Wat is waar?
I. gemeten m/z 60 staat voor het molecuul-ion
II. gemeten m/z 29 staat voor het CH₃-O- fragment
tip
gemeten m/z beteken dat dit fragment op de detector is gekomen. het is dus achtergbleven nadat er iets vanaf is 'geschoten'..
A
alleen I
B
alleen II
C
beiden
D
geen van beiden

Slide 42 - Quiz

I=waar:
60 = molecuul-ion

II = onwaar
29 staat voor het afsplitsen van het CH₃-O- fragment (m=31) dus voor 60-31 = 29. M=29 blijft  over en dit wordt gemeten. Het fragment dat eraf gaat, is niet gemeten!

Slide 43 - Slide

Isotopen in een MS spectrum
Binas Tabel 25

Isotopen zorgen voor pieken die een hogere of lagere m/z hebben.
Je kan de verhouding isotopen aflezen in het spectrum en vergelijken met BT25.
Vooral met halogenen gaat dat mooi. 

Slide 44 - Slide

Verklaar dit spectrum in de volgende slide 
MS spectrum van Broom (Br₂)

Slide 45 - Slide

Verklaar het spectrum van broom (Br₂). Wat geven de verschillende pieken aan? Kijk eens in Binas 25A...

Slide 46 - Open question

Isomeren.
Is dit het spectrum van propaan-1-ol of propaan-2-ol? Leg uit.
m/z

Slide 47 - Slide

Isomeren, dit is het spectrum van propaan-1-ol of propaan-2-ol.

Slide 48 - Open question

Succes! en goed onthouden...
Maak nu in breakout rooms de opgaven:
Lees 10.5 door
Maak 31, 32, en opg 6 en 7 van het 
TW2 boekje
maak zelf 33, 34b, 35 van 10.5
We bespreken morgen 31 en 32, 6 en 7
Meer oefenen = meer succes!

Slide 49 - Slide