HC 1.2 Het Britse Rijk

HC1 - 1.2 Brits kolonialisme in India
(1765-1885)
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

HC1 - 1.2 Brits kolonialisme in India
(1765-1885)

Slide 1 - Slide

Wat weet jij al over India?

Slide 2 - Mind map

Van welk land was India een kolonie?
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Amerika
D
Engeland

Slide 3 - Quiz

Sir Robert Clive (toekomstig gouverneur van Brits- India) ontmoet Mir Jafar (koning van de Bengalen) na afloop van de Slag bij Plassey

Slide 4 - Slide

Hoe ontstond Brits-India?
  • Hoe werd het bestuurd?
  • Waardoor kwam Indiase nationalisme op?
  • Economisch ontwikkeling

Slide 5 - Slide

Kenmerkende Aspecten
  • Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
  • Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans- Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
  • De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
  • De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
  • De opkomst van emancipatiebwegingen.

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat het Britse handelsmonopolie in India voordelen had voor de Britse handelaren, maar ook voor de Indiase bevolking en de Indiase vorsten.
  • Je kunt de Britse handelswijze in India in de 17e eeuw, met factorijen en handelsposten , beschrijven en verklaren
  • Je kunt uitleggen waarom het Verdrag van Allahabad het einde betekende van de invloed van de Mogolvorsten op het bestuur van India.

Slide 7 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt het verband tussen de Industriële Revolutie in Groot- Brittannië en de opkomst van het modern imperialisme uitleggen.
  • Je kunt verklaren waarom in 1857 de Grote Indiase Opstand  tegen het Britse gezag uitbrak en je kunt benoemen welke gevolgen deze opstand kreeg.
  • Je kunt het belang van de opening van het Suezkanaal voor de Britse handel uitleggen.
  • Je kunt de motieven voor de oprichting van het Indian National Congres benoemen.

Slide 8 - Slide

Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?

Na de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten verschoof het zwaartepunt van het Britse rijk naar India. Sinds het begin van de 17e eeuw had de East India Company hier factorijen van waaruit zij handel dreef met de Mogol-vorsten.

Slide 9 - Slide

Het ontstaan van Brits India
  • ±75% van India was in handen van de Mogols
  • De vorsten van deze dynastie regeerden India sinds het begin van de 16e eeuw

Slide 10 - Slide

Handelsmonopolie voor de Britten
  • Vanaf de 16e eeuw: India grotendeels in handen van Mogol dynastie.
  • Vanaf de 17e eeuw: handel met Portugezen, Nederlanders en Britten (katoen, zijde, bewerkt goud).
  • Ontstaan factorijen.
  • East India Company (EIC): Britse handelscompagnie, vergelijkbaar met VOC. (welke overeenkomsten?).
  • Krijgen alleenrecht voor handel in India van Moguls = goede verstandhouding (over handel).

Slide 11 - Slide

EIC
  • 1600
  • Opgericht door Britse koningin Elizabeth

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Oorzaken oprichting EIC
  • Invloedrijke kooplieden werden nu verplicht samen te werken 
  • Alleen de EIC mocht naar Azie varen. 
  • Er kon zo ook meer kapitaal verzameld worden voor een overtocht
  • Er was al concurrentie van Portugal en later de VOC

Slide 14 - Slide

Taken en volmacht van de EIC 
  • monopolie op handel in een bepaald gebied
  • Volmacht om factorijen te stichten
  • Volmacht om handelsovereenkomsten te sluiten

Slide 15 - Slide

Uitbreiding EIC en Britse invloed

Slide 16 - Slide

Monopolie
A
Een bordspel
B
Een ziekte waar slaven dood aan gingen
C
recht dat alleen jij iets mag verkopen
D
fort van de WIC

Slide 17 - Quiz

Directe oorzaak of aanleiding
Indirecte oorzaken
Gevolg
V.S. wordt onafhankelijk van Engeland
Suikerplantages op Jamaica en Barbados zijn niet meer winstgevend
Mogolvorsten verliezen macht aan de lokale vorsten
Verhouding tussen Engeland en India veranderd. Engeland gaat India koloniseren.
Verdrag van Allahabad
Engeland wil meer grip krijgen op binnenlandse handel in India

Slide 18 - Drag question

Katoen als belangrijkste handelswaar
Aanvankelijk geen kolonisatie van India (tot 19e eeuw).
Factorijen -> Bania’s -> katoen producenten (telers, wevers, spinners).
Vraag naar katoen vanuit Europa stimuleert Indische katoenproductie.
Handelskapitalisme floreert -> Indisch katoen wordt verhandeld met alle werelddelen.
Royal Navy beschermt de zeeen voor Groot-Brittanië.

Slide 19 - Slide

Het Verdrag van Allahabad
Mogols verliezen grip op India -> lokale vorsten nemen macht over.
EIC grijpt in waar nodig -> Bengalen -> Verdrag van Allahabad (1765).
Verdrag illustreert machtsverschuiving in India naar EIC.
Controle EIC op India neemt toe.

Slide 20 - Slide

Britse normen en waarden in India
  • India grotendeels hindoeistisch en Islamitisch (Zuiden).
  • 19e eeuw: ook culturele bemoeienis van GB met India -> verbod op bepaalde rituelen.
  •  Beschavingsoffensief

Slide 21 - Slide

De Grote Indiase Opstand (1)
  • Brits gezag in India grotendeels geaccepteerd -> economische voorspoed doorgaans belangrijker dan culturele bemoeienis.
  • EIC is belangrijke werkgever voor veel Indiers.
  • Kleine opstanden worden meestal snel neergeslagen.
  • 1857: Grote Indiase Opstand -> Brits-Indische leger.

Slide 22 - Slide

De Grote Indiase Opstand (2)
Aanleiding:
  • Vermeend gebruik van varkens- en koeienvet voor legeronderdelen.
  • Leidt tot grote opstand -> bijna 1/6 deel maakt zich los van Britse overheersing.

Slide 23 - Slide

Einde aan de Mogol-dynastie
  • 1858: opstand neergeslagen -> Indiers vormen geen eenheid.
  • Gevolg: Engelse kroon neemt bestuur kolonie over.
  • Britse gezag wordt sterker en ‘Engelser’. Indische cultuur wordt verder onderdrukt.
  • Koningin Victoria wordt keizerin van het Britse Rijk en India = einde Mogol dynastie.

Slide 24 - Slide

India wordt grondstoffenleverancier én afzetmarkt

  • Begin Industriele Revolutie verandert rol van India.
  • India wordt leverancier van grondstoffen ipv eindproducten.
  • Omvorming van India tot plantagekolonie -> katoen, maar ook andere (niet-inheemse) gewassen zoals tabak.
  • Grondstoffen worden in GB verwerkt tot eindproducten en (deels) in India weer verkocht.
  • GB bepaalt hoeveelheid en omvang van productie.
  • Verslechtert de concurrentie positie van Indiase nijverheid.

Slide 25 - Slide

Treinen en het Suezkanaal 
  • Spoorwegaanleg in India om vervoer van grondstoffen en eindproducten te vergemakkelijken.  
  • Suezkanaal in Egypte verkort reis tussen Europa en Azie.
  • Kanaal komt grotendeels onder controle van GB en FR.
  • Aanleg kost vele Egyptische arbeiders het leven.

Slide 26 - Slide

Indiers willen deelnemen aan het bestuur
  • ‘Verengelsing’ van India: Engels steeds meer voertaal, Brits onderwijs, Brits rechtsysteem etc. 
  • Indische bovenlaag wordt steeds ‘Britser’ -> willen gaandeweg ook invloed in het bestuur.
  • Britten willen vooral Indiers ‘opvoeden’ maar geen macht delen (alles voor, niets door het volk?)
  • Oprichting Indian National Congress: poging van hoogopgeleide Indiers om (beperkte) invloed te krijgen in het bestuur.
  • Opvallend: samenwerking tussen Indiers uit alle delen van India.
  • Britten zien INC als bedreiging: zijn bang dat ze alle macht in India willen.
  • Uitbreiding Britse koloniale macht nog steeds prioriteit.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video