Mijn proefles

Luisteren
Probleem oplossend gesprek
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MentorlesMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Luisteren
Probleem oplossend gesprek

Slide 1 - Slide

1. probleem helder krijgen
2. opstellen bijhorende
doelen
3. bedenk acties/oplossing
4. selecteren acties/oplosing
Gespreksmodel
niet te snel zoeken naar oplossingen
De client is verantwoordelijk voor de oplossing
?
Probleem
oplossend gesprek

Slide 2 - Mind map

Wat is GEEN kenmerk van een allerdaags gesprek?
A
Je wordt er zenuwachtig van
B
Het gebeurt spontaan
C
Je komt de tijd er aangenaam mee door
D
Je bereidt het niet/nauwelijks voor

Slide 3 - Quiz

Wat is ik-gericht luisteren?

Slide 4 - Open question

Noem drie manieren van ik-gericht luisteren.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Casus:

Slide 7 - Open question

Wat is GEEN actieve luisterhouding?
A
Kijk naar de non-verbale signalen
B
Leef je in in de situatie van de ander
C
Kijk weg
D
Gevoelens/behoeftes van de ander in je reactie weergeven

Slide 8 - Quiz

Hoe stimuleer je tot doorvragen?

Slide 9 - Open question

Suggestieve vraag
Informele gesprekken
Autobiografisch luisteren
Het verraadt welk antwoord je wilt horen
Je gebruikt minder officiele woorden, maakt zin half af en niet alles wordt serieus bedoelt
Je grijpt het luisteren aan om je eigen verhaal kwijt te kunnen

Slide 10 - Drag question

Wat is het verschil tussen non-verbaal en verbaal?

Slide 11 - Open question

Wat is het doel van kritisch luisteren?
A
Je wilt iets te weten komen
B
Je wilt de ander begrijpen en steunen
C
Je volgt alleen de grote lijn van het gesprek
D
Je luistert om je mening te vormen

Slide 12 - Quiz

Wat is een gevoelsreflectie?

Slide 13 - Open question

Wanneer is actief luisteren NIET belangrijk?
A
Als de ander iets vertelt wat veel emoties oproept.
B
Als je niet zeker begrijpt wat de ander bedoelt.
C
Als de ander je iets vertelt wat verwarring met zich meebrengt.
D
Als je in gesprek bent met je vrienden.

Slide 14 - Quiz

B
E
D
A
N
K
T
B
E
D
A
N
K
T

Slide 15 - Slide