Welke bewijs hoort niet bij de Theorie van Wegener voor het bewegen van platen.
A
Overeenkomsten flora en fauna.
B
Gesteenten van Zuid-Amerika en Afrika die op elkaar aansluiten.
C
De rij vulkanen bij hotspots.
D
Sporen van gelijktijdige vergletsjering.
Slide 3 - Quiz
Noem de drie soorten plaatbewegingen die er zijn
Slide 4 - Open question
Stollingsgesteente
Sedimentsgesteente
Metamorf gesteente
Slide 5 - Drag question
..... = convectiestromen trekken de plaat onder eigen gewicht de diepte in waardoor een diepzeetrog ontstaat Hoe heet het bovengenoemde proces
Slide 6 - Open question
Geef het goede antwoord.
A
Een oceanische plaat is dikker dan een continentale plaat
B
Een oceanische is zwaarder dan een continentale plaat.
C
Oceanische platen vlakbij een midoceanische rug zijn dikker dan veraf.
D
Oceanische platen zijn altijd ouder dan continentale platen.
Slide 7 - Quiz
Welke stelling is NIET waar
A
Het hypocentrum is waar de aardbeving plaatsvindt in de aarde
B
Het epicentrum is op het aardoppervlak recht boven de aardbeving.
C
Hoe dichter bij de hotspot hoe ouder de vulkaan
D
Een hotspot vulkaan ontstaat in de asthenosfeer
Slide 8 - Quiz
Kies het foute antwoord
A
Een trog ontstaat bij subductie.
B
Een trog kan ontstaan bij divergentie en convergentie.
C
De diepste trog ligt in de Grote Oceaan.
D
Een trog kan kilometers diep worden.
Slide 9 - Quiz
Sleep de juiste vulkanen naar de juiste termen.
Strato vulkaan
Schildvulkaan
Caldeira
Hotspot Vulkaan
Spleetvulkaan
Slide 10 - Drag question
Een geoloog met hoogtevrees, welke vulkaan kan hij het best beklimmen ?
A
Stratovulkaan.
B
Schildvulkaan.
C
Caldera.
D
Hotspotvulkaan.
Slide 11 - Quiz
Wat hoort bij elkaar?
Effusief
Explosief
Grote explosie
Speetvulkaan
Stratovulkaan
Caldera
Schildvulkaan
Slide 12 - Drag question
Wat hoort bij elkaar?
Spleetvulkaan
Stratovulkaan
Caldeira vulkaan
Schildvulkaan
Hotspots en divergerende platen
Scheuren in het aardoppervlak
Bij subductiezones
Geen specifieke plek
Slide 13 - Drag question
Wat hoort bij elkaar?
Soort lava is minder van belang
Lava taai vloeibaar
Lava zeer vloeibaar
Spleetvulkaan
Statovulkaan
Calderia vulkaan
Schildvulkaan
Slide 14 - Drag question
Wat hoort bij elkaar?
Spleetvulkaan
Stratovulkaan
Caldeira vulkaan
Schildvulkaan
kegel, kleine doorsnede & steile wanden
Kratermeer (ingestorte vulkaan)
kilometerslange scheuren
brede basis en flauwe hellingen
Slide 15 - Drag question
Slide 16 - Video
00:00
Leg aan de hand van de film uit wat er bedoeld wordt met het actualiteitsprincipe. Geef antwoord op de vraag "What is next?" (wat gaat er nu gebeuren met de platen?).
Slide 17 - Open question
Wanneer ontstaat een eilandboog
A
Bij hotspots
B
Bij subductie van een oceanische plaat onder continentale plaat
C
Bij subductie van een oceanische plaat onder een oceanische plaat
D
Bij divergentie van twee oceanische platen
Slide 18 - Quiz
Een hydroloog doet de volgende twee uitspraken:
I: In de benedenloop meanderen rivieren. Die zorgen daarbij voor erosie in de binnenbocht en voor sedimentatie in de buitenbocht.
II: In de bovenloop sedimenteren rivieren grote hoeveelheden zand en grind waardoor grote meanders ontstaan.
A
I en II zijn juist
B
I en II zijn onjuist
C
I is onjuist en II is juist
D
I is juist en II is onjuist
Slide 19 - Quiz
Een geograaf doet twee uitspraken over verwering.
I Chemische verwering is een snel proces dat plotseling plaatsvindt.
II Fysische verwering is een traag proces dat pas na verloop van tijd effect te zien geeft.
A
I en II zijn juist
B
I en II zijn onjuist
C
I is onjuist en II is juist
D
I is juist en II is onjuist
Slide 20 - Quiz
Stromend rivierwater
Werking van ijs
Puinhelling
U-dal
Puinwaaier
Morene
V-dal
Slide 21 - Drag question
Bekijk het plaatje. Welk van de volgende gesteenten ontstaat direct als gevolg van de werking van de hydrologische kringloop?
A
Graniet
B
Basalt
C
Schist
D
Schalie
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Open question
Magma
Stolling/kristallisatie
Stollingsgesteente
Verwering en erosie
Sedimentatie
Sedimentgesteente
Hoge druk en temperatuur
Metamorf gesteente
Afsmelten
Slide 25 - Drag question
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Open question
Welke uitspraak over riviererosie is juist?
A
In de bovenloop overheersen verticale erosie en sedimentatie.
B
In de bovenloop overheerst horizontale erosie.
C
In de middenloop overheerst verticale erosie.
D
In de middenloop overheersen horizontale erosie en sedimentatie.