2 Zelfstandig naamwoord - der, die of das?

Zelfstandig naamwoord: der, die of das?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Zelfstandig naamwoord: der, die of das?

Slide 1 - Slide


Als een woord biologisch mannelijk is, is het lidwoord 
A
der
B
die
C
das

Slide 2 - Quiz


Als een woord biologisch vrouwelijk is, is het lidwoord 
A
der
B
die
C
das

Slide 3 - Quiz


Verkleinwoorden eindigen vaak op -chen (bijvoorbeeld Mädchen). Deze woorden zijn altijd
A
mannelijk, der
B
vrouwelijk, die
C
onzijdig, das

Slide 4 - Quiz


Een woord dat eindigt op -ung, -schaft of -keit is altijd  
A
mannelijk, der
B
vrouwelijk, die
C
onzijdig, das

Slide 5 - Quiz


Een woord dat eindigt op -e is meestal wel
A
mannelijk, der
B
vrouwelijk, die
C
onzijdig, das

Slide 6 - Quiz


Als het lidwoord in het Nederlands het is, is het lidwoord in het Duits meestal wel
A
der, mannelijk
B
die, vrouwelijk
C
das, onzijdig
D
x

Slide 7 - Quiz

Welk geslacht hebben de woorden? Sleep ze naar het juiste geslacht.
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
Buch
Freundin
Baby
Eltern
Kinder
König
Computer
Blume
Gast
Handy
Mutter
Junge
Kleider
Zeitung

Slide 8 - Drag question

    JETZT DU!

Slide 9 - Slide


Stier is mannelijk (der) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch mannelijk is
D
het eindigt op -ung

Slide 10 - Quiz


Geschwindigkeit (=snelheid) is vrouwelijk (die) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -keit

Slide 11 - Quiz


Problem is onzijdig (das) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -ung

Slide 12 - Quiz


Junge is mannelijk (der) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch mannelijk is
D
het eindigt op -ung

Slide 13 - Quiz


Frage is vrouwelijk (die) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -ung

Slide 14 - Quiz


Idee is vrouwelijk (die) omdat....
A
het eindigt op een e
B
het biologisch mannelijk is
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -ung

Slide 15 - Quiz


Freundschaft is vrouwelijk (die) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -schaft

Slide 16 - Quiz


Tante is vrouwelijk (die) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -schaft

Slide 17 - Quiz

Vielen Dank!

Slide 18 - Slide