Natuurkunde H7

H7 natuurkunde
De SO gaat over een deel van H7.
Je kan ter voorbereiding nog eens door deze LessonUp bladeren. Maak ook de oefentoets (zie magister) serieus en kijk hem na
1 / 52
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H7 natuurkunde
De SO gaat over een deel van H7.
Je kan ter voorbereiding nog eens door deze LessonUp bladeren. Maak ook de oefentoets (zie magister) serieus en kijk hem na

Slide 1 - Slide

H7

- Deel 1: Soorten elektromagnetische straling
- Deel 2: formule voor golflengte
- Deel 3: Eigenschappen alfa-, bèta en gammastraling 
- Deel 4: Vervalvergelijkingen

Slide 2 - Slide

Deel 1
Soorten elektromagnetische straling

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Kleine frequentie
Grote golflengte
Kleine energie
Grote frequentie
Kleine golflengte
Grote energie
Zet het spectrum op de juiste volgorde
Infrarood-straling
Radiogolven
Zichtbaar licht
Röntgenstraling
Gamma-straling
Ultraviolet-straling

Slide 5 - Drag question

Wat is de snelheid van elektromagnetische golven zoals radiosignalen?
A
3,0*10^8 m/s
B
343 m/s
C
oneindig groot
D
hangt af van de temperatuur

Slide 6 - Quiz

Welk soort straling heeft een golflengte tussen 10 nm en 0,01 nm
A
Zichtbaar licht
B
radiogolven
C
röntgenstraling
D
gammastraling

Slide 7 - Quiz

Welk soort elektromagnetische straling beweegt ongehinderd dwars door een muur heen?
A
Zichtbaar licht
B
Gammastraling
C
UV-straling

Slide 8 - Quiz

Welke 3 dingen kunnen er gebeuren wanneer straling op een voorwerp valt?

Slide 9 - Open question

Als infraroodstraling op jouw huid valt treedt er ..... op
A
transmissie
B
doorlating
C
reflectie
D
absorbtie

Slide 10 - Quiz

Deel 2
Formule golflengte

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Formule
λ=fc
Grootheid: Golflengte
Eenheid: meter [m]
Grootheid: Lichtsnelheid
Eenheid: meter per seconde [m/s]
Dit is ALTIJD 300.000.000 m/s
Grootheid: Frequentie
Eenheid: Hertz [Hz]

Slide 13 - Slide

Voorbeeldvraag
a. Bepaal de golflengte
b. Wat voor soort straling is dit?
c. Wat is de frequentie van deze golf?


*probeer deze vraag eerst zelf op te lossen, de uitwerking staat op de volgende slide*

Slide 14 - Slide

Uitwerking A
a. Bepaal de golflengte

De golflengte is de lengte van de golf, je gaat dus kijken naar de afbeelding. Je ziet in de afbeelding dat het begin en het einde van de golf (van top tot top of van dal tot dal, maakt niet uit)
Je ziet dat de golf 3,5 hokje lang is, dat betekent dat de golf 3,5 x 2meter = 7 meter lang is.

λ=7m

Slide 15 - Slide

Uitwerking B
b. Wat voor soort straling is dit?
Je kijkt naar figuur 3 (blz. 281) in jouw boek.  De bovenste rij getallen is de golflengte, je ziet dat een golflengte van 7 meter radiogolven zijn.

*Die getallen van figuur 3 hoef je niet uit jouw hoofd te leren, als dit een toetsvraag was zou je dit figuurtje erbij krijgen*
λ=7m

Slide 16 - Slide

Uitwerking C
c. Wat is de frequentie van deze golf?

gegeven                                               gevraagd
                                                                   f = ?? Hz
                                m/s
                        
oplossing
λ=7m
c=3,0108
λ=fcf=λc
f=λc
f=73,0108=42857Hz
Dit is een vaste waarde, dus c heeft ALTIJD deze waarde

Slide 17 - Slide

Een laser geeft licht met een golflengte van 700 nm. Bereken de frequentie van het licht (geef je berekening)

Slide 18 - Open question

FM-golven hebben een frequentie van rond de 100 MHz. Bereken de golflengte van deze radiogolven. Geef een uitgebreide berekening

Slide 19 - Open question

Deel 3
Eigenschappen alfa-, bèta en gammastraling

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Alfa-straling

Bèta-straling

Gammastraling

Even een overzichtje
Minst doordringend vermogen (dracht)
(komt door de minste stoffen heen)
Minst ioniserend vermogen
(minst schadelijk als het iets bereikt)
Meest ioniserend vermogen
(meest schadelijk als het iets bereikt)
Meest doordringend vermogen (dracht)
(komt door de meeste stoffen heen)

Slide 23 - Slide

Het doordringend vermogen verschilt per soort straling.

In welke regel staat de straling in de goede volgorde van een groot naar een klein doordringend vermogen?

A
bèta-gamma-alfa
B
alfa-bèta-gamma
C
gamma-bèta-alfa
D
gamma-alfa-bèta

Slide 24 - Quiz

Welke straling heeft het grootst ioniserend vermogen.

A
Alfa
B
Beta
C
Gamma
D
Delta

Slide 25 - Quiz

Schrijf in eigen woorden waarom:
een alfa-straler niet gevaarlijk is als je hem in een envelopje in jouw binnenzak stop maar wel gevaarlijk is als je hem op eet.

Slide 26 - Open question

Welke straling word gestopt door papier?
A
Bètastraling
B
Gammastraling
C
Alfastraling
D
Epsilonstraling

Slide 27 - Quiz

Deel 4
Vervalvergelijkingen alfa-, bèta en gammastraling

Slide 28 - Slide

Herhaling - scheikunde
A= Aantal kerndeeltjes (protonen+neutronen)
Z=atoomnummer, aantal protonen (bepaalt naam atoom)
X= De naam van het atoom

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Alfa straling

Slide 31 - Slide

notatie Alfa straling
Bij alfa-straling splitst een atoom in een heliumkern en een ander atoom.

Een heliumkern heeft 2 protonen en 2 neutronen, de notatie daarvan is:

Slide 32 - Slide

vervalvergelijking Alfa straling
92 protonen
146 neutronen
Uranium
Thorium
90 protonen
144 neutronen
Helium-kern
2 protonen
2 neutronen
!Het aantal protonen en neutronen zijn gelijk aan beide zijden!
92 protonen                            =                           90 protonen           +             2 protonen
146 neutronen                         =                         144 neutronen         +           2 neutronen

Slide 33 - Slide

Oefenvraag Alfa-vervalvergelijking
Bismut (     Bi) vervalt, hierbij onstaat alfastraling. Schrijf de vervalvergelijking op.

213
83

Slide 34 - Slide

Uitwerking
Bismut               vervalt, hierbij onstaat alfastraling. Schrijf de vervalvergelijking op.



Je weet al een deel van de vervalvergelijking, je weet dat het alfaverval dat onstaat         is. Hierom weet je het volgende:
Nu kan je de getallen van elkaar aftrekken (213-4) en (83-2) en kan je een stap verder
Dan kan je opzoeken (periodiek systeem) dat er bij atoomnummer 81, Titanium hoort.
83213Bi???+24He
83213Bi81209?+24He
83213Bi81209Ti+24He

Slide 35 - Slide

bèta straling

Slide 36 - Slide

notatie bèta-straling
Bij bèta-straling splitst 1 van de neutronen in een kern zich in een proton en een elektron. De notatie van dit afgesplitste elektron is:

Slide 37 - Slide

vervalvergelijking bèta straling
42 protonen
57 neutronen
Molybdeen
Techneticum
43 protonen
56 neutronen
Elektron
1 neutron verandert in een proton en in een elektron
4299Mo
4399Tc+10e

Slide 38 - Slide

Oefenvraag Bèta-vervalvergelijking
Er is bèta-verval, hierbij onstaat stikstof (   N ). Uit welk atoom is dit onstaan?
14
7

Slide 39 - Slide

Uitwerking
Bismut               vervalt, hierbij onstaat alfastraling. Schrijf de vervalvergelijking op.



Je weet al een deel van de vervalvergelijking, je weet dat het bètaverval is dat onstaat         is. Hierom weet je het volgende:
Nu kan je de getallen bij elkaar optellen (14+0=14) en (7+-1=6) en kan je een stap verder
Dan kan je opzoeken (periodiek systeem) dat er bij atoomnummer 6, koolstof (C)hoort.
???714N+10e
Uitwerking
Er is bèta-verval, hierbij onstaat stikstof       . Uit welke kern is dit onstaan?
614?714N+10e
614C714N+10e
Ofwel, het atoom waaruit het onstaan is koolstof (         )
614C

Slide 40 - Slide

Gamma-straling
Gamma-straling is geen deeltjes-straling. Dit betekent de atoomkern niet verandert/opspiltst. Er is hierom is het een beetje onzinnig om een vervalvergelijking op te stellen. Die zou er dan zo uitzien (het atoom blijft hetzelfde)
2860Ni>2860Ni+γ

Slide 41 - Slide

Je hebt bij deze vragen de atoomnummers met de namen nodig. 

Het staat niet in je boek. Hiernaast zie je een overzicht -->

Klik hier om hem uit te printen

Slide 42 - Slide

Zilver heeft:
A
47 neutronen 61 protonen 47 elektronen
B
61 neutronen 47 protonen 47 elektronen
C
107 neutronen 61 protonen 47 elektronen
D
108 neutronen 47 protonen 47 elektronen

Slide 43 - Quiz

Bij welke vorm van radioactief verval veranderen het massagetal en het atoomnummer allebei niet?
A
alfa-straling
B
bèta-straling
C
gamma-straling

Slide 44 - Quiz

Bekijk de vervalvergelijking.
Vul de ontbrekende getallen in

Slide 45 - Open question

Om welke soort straling gaat het bij dit verval?
A
alpha straling
B
beta straling
C
gamma straling

Slide 46 - Quiz

Jood-131 zendt bèta-straling uit.
Geef de vervalvergelijking van Jood-131.

Slide 47 - Open question

Uitwerking
Jood-131 zendt bèta-straling uit. Geef de vervalvergelijking van Jood-131. 



Je weet al een deel van de vervalvergelijking, je weet dat het bètaverval dat onstaat         is.  Ook weet je dat het atoomnummer van jood 53 is.
Hierom weet je het volgende:
Nu kan je de getallen van elkaar aftrekken (131-0) en (53--1=54) en kan je een stap verder
Dan kan je opzoeken (periodiek systeem) dat er bij atoomnummer 54, Xenon hoort.
53131I???+10e
10e
53131I54131?+10e
53131I54131Xe+10e

Slide 48 - Slide

Een onbekende radio-actieve kern vervalt onder uitzending van alfastraling tot At-215. Laat met behulp van een vervalvergelijking zien wat de oorspronkelijke kern was.

Slide 49 - Open question

Uitwerking
Je weet al een deel van de vervalvergelijking, je weet dat het alfaverval dat onstaat         is.  Ook weet je dat het atoomnummer van astaat (At) 85 is.
Hierom weet je het volgende:
Nu kan je de getallen bij elkaar optellen (214+4) en (85+2) en kan je een stap verder
Dan kan je opzoeken (periodiek systeem) dat bij atoomnummer 87,  Francium hoort.
???85215At+24He
24He
Een onbekende radio-actieve kern vervalt onder uitzending van alfastraling tot At-215. Laat met behulp van een vervalvergelijking zien wat de oorspronkelijke kern was.
87219?85215At+24He
87219Fr85215At+24He

Slide 50 - Slide

Nikkel-63 veranderd door radioactief verval in koper-63. Welk soort verval is dit?
A
alfa-straling
B
bètastraling
C
gamma-straling

Slide 51 - Quiz

H7 natuurkunde
De SO gaat over een deel van H7.
Je kan ter voorbereiding nog eens door deze LessonUp bladeren. Maak ook de oefentoets (zie magister) serieus en kijk hem na

Slide 52 - Slide