Herhaling + bespreken huiswerk (niet delen met ll)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Herhaling/ Bespreken huiswerk

Notitie voor docent

Optie 1 voor wanneer leerlingen struggelen:

• Deze les doen
• Na deze les het 2e deel van het huiswerk in les 4 open zetten

Optie 2 voor wanneer het gewoon goed gaat:

• Misschien 1 vraagje bespreken ergens tussendoor de andere lessen
• Meer huiswerk groen maken in les 4

Planning vandaag

• Huiswerk bespreken
• Huiswerk maken

Pak eventjes de gele opdrachten van les 2 erbij. 

We gaan deze nakijken

Samenvatting

Samenvatting

f=​T​​1​​

T=​f​​1​​

a. Een radiosignaal gaat sneller dan geluid

b.

Formule

s = v x t

Gegevens

v = 343 m/s

t = 2 s

Berekening

s = 343 x 2

Resultaat

s = 686 m

Formule

s = v x t

Gegevens

v = 1,5 km/s = 1500 m/s

t = 3,2 s

Berekening

s = 1500 x 3,2 = 4800 m

Resultaat

diepte = 4800 / 2 = 2400 m

Eigensch

Trillingstijd: het aantal seconde dat 1 trilling duurt.

Grootheid: Trillingstijd, symbool T

Eenheid: seconde, symbool s

Wat is de trillingstijd in dit plaatje?

T=​f​​1​​

Eigensch

Trillingstijd: het aantal seconde dat 1 trilling duurt.

Grootheid: Trillingstijd, symbool T

Eenheid: seconde, symbool s

Wat is de trillingstijd in dit plaatje?

T=​f​​1​​

Eigensch

Frequentie: het aantal trillingen per seconde

Grootheid: Frequentie, symbool f

Eenheid: Hertz, symbool Hz

Wat is de frequentie in dit plaatje?

f=​T​​1​​

Eigensch

Frequentie: het aantal trillingen per seconde

Grootheid: Frequentie, symbool f

Eenheid: Hertz, symbool Hz

In de het plaatje zie je 5 trillingen in 0,5 seconde. Er zouden dus 10 trillingen in 1 seconde zitten. Dus:    f = 10 Hz

f=​T​​1​​

Eigensch

	.
'pieptoon'	'bromtoon'
Snaarinstrument: korte, strakke en dunne snaar	Snaarinstrument: lange, losse en dikke snaar
Veel trillingen per seconde	Weinig trillingen per seconde
Oscilloscoopscherm (golven zitten dicht op elkaar)	Oscilloscoopscherm (golven zitten wijd uit elkaar)
Hoge frequentie (f)	Lage frequentie (f)
Korte trillingstijd (T)	Lange trillingstijd (T)

Hoge toon vs Lage toon 

Hoge toon                  Lage toon

Pak eventjes de gele opdrachten van les 3 erbij. 

We gaan deze nakijken

f=​T​​1​​

f=​0,00025​​1​​=4000Hz=4kHz

a. Dat de snaar 261  keer per seconde trilt

b.

c. Je moet hem losser spannen 

T=​f​​1​​=​261​​1​​=0,0038s

Bepalen frequentie van een toon

https://academo.org/demos/virtual-oscilloscope/

(alleen VWO) Pak eventjes de gele opdrachten van les 4 erbij. 

We gaan deze nakijken

a. A = 1 trilling, B = 3 tril.,  C = 2 trill.

b. A C B

vraag alleen voor VWO

a. 12

b. 

formule

T=1/f

gegevens

f = 80 Hz

berekening

T=1/80=0,0125s

resultaat

1 trilling duurt dus 0,0125 seconde, er zijn 12 trillingen. Dit duurde dus 0,15 s (12x0,0125).

c. 

formule

v=s/t

gegevens

s=6,3cm=0,063m

t=0,15s

berekening

v=0,063/0,15=0,42 m/s

resultaat

v = 0,42 m/s