This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Periode 9 BBL leerjaar3
Slide 1 - Slide
Opfrissen
De theorie horende bij examens van periode 9 zijn afgesloten.
Wat is er blijven hangen mbt de theorie, hoe ga je aan de slag binnen de praktijk
Slide 2 - Slide
Wat hebben jullie meegenomen binnen de BPV mbt de theorie kijkend naar jullie examens?
Slide 3 - Open question
Een cliënt wil een nieuwe activiteit proberen die niet standaard op het rooster staat.
A
Je zegt dat het niet kan en houdt het reguliere schema aan.
B
Je bespreekt het met de cliënt en zoekt samen een mogelijkheid binnen de planning.
C
Je negeert de wens en kiest iets anders.
D
Je laat hem alleen experimenteren zonder begeleiding.
Slide 4 - Quiz
Een cliënt twijfelt of hij mee wil doen aan een bewegingsactiviteit. Wat is een empowerende aanpak?
A
Je dwingt hem mee te doen, want deelname is belangrijk.
B
Je doet de oefening voor hem zodat hij niets hoeft te doen.
C
Je legt uit wat de activiteit inhoudt, geeft opties en laat de cliënt zelf beslissen
D
Je verwijdert hem van de activiteit om ongemak te voorkomen.
Slide 5 - Quiz
Client wil graag zijn eigen medicijnen innemen, want hij weet precies wat hij nodig heeft. Maar de zorgverlener zegt dat dat niet mag zonder toezicht. Vraag van de client: Hoe kan ik toch meer verantwoordelijkheid krijgen?”
Slide 6 - Open question
Wat doe jij goed wanneer je werkt met een draaiboek bij de uitvoering van activiteiten?
A
Je laat het zoals het was want kleine aanpassingen hoeven niet in het draaiboek.
B
Je noteert de wijziging in het draaiboek en bespreekt dit met het team.
C
Je onthoudt de wijziging en vertelt het alleen aan de collega die er direct mee te maken heeft.
D
Je maakt een nieuwe planning zonder het draaiboek te gebruiken.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Video
Eigen regie is essentieel voor voldoening.
Helemaal mee eens
Mee eens, maar met voorwaarden
Nee, niet altijd nodig
Helemaal mee oneens
Slide 9 - Poll
Een cliënt met een verstandelijke beperking wil zijn kleren zelf kiezen, maar het weer en de veiligheid (regen, gladheid) maken sommige keuzes minder praktisch. Wat doe je?
A
Je kiest de kleren voor de cliënt zodat hij geen risico loopt.
B
Je legt de opties uit en laat de cliënt zelf kiezen binnen de veilige mogelijkheden.
C
Je negeert de wens van de cliënt en zegt dat hij de kleding moet dragen die jij kiest.
D
Je laat hem zelf kiezen, ongeacht de gevolgen.
Slide 10 - Quiz
Empowerment vergroot de zelfredzaamheid.
Zeker, het stimuleert initiatief
Het helpt, maar niet altijd
Weinig invloed op zelfredzaamheid
Hoogst onbelangrijk voor velen
Slide 11 - Poll
Een cliënt met een verstandelijke beperking wil ‘s avonds laat alleen naar buiten om een boodschap te doen, ondanks dat hij motorische en cognitieve beperkingen heeft. Wat doe je?
A
Je laat hem gaan, omdat autonomie belangrijker is dan veiligheid.
B
Je verbiedt het, want hij mag geen risico’s nemen.
C
Je bespreekt samen met de cliënt wat de risico’s zijn en zoekt samen een veilige oplossing
D
Slide 12 - Quiz
Autonomie draagt bij aan een gezonde leefstijl.
Ja, vrijheid bevordert gezondheid
Afhankelijk van de persoon
Nee, structuur is belangrijker
Gezonde leefstijl kent geen relatie
Slide 13 - Poll
Waarom is zelfregie belangrijk voor cliënten?
A
Zorgt voor meer stress bij de clienten
B
Verhoogt hun zelfvertrouwen en bevordert hun welzijn
C
Verhoogt hun zelfvertrouwen,maar is slecht voor hun fysieke gesteldheid
D
Bevordert hun welzijn, maar worden hierdoor niet meer betrokken binnen de zorgprocessen
Slide 14 - Quiz
Draagkracht is belangrijker dan draaglast.
Eens, focus op wat je aankunt
Beide zijn even belangrijk
Nee, draaglast moet verminderen
Onzin, draaglast is essentieel
Slide 15 - Poll
Gezonde leefstijl is een persoonlijke verantwoordelijkheid.
Ja, iedereen moet zelf zorgen
Nee, het is een gezamenlijke taak
In bepaalde gevallen wel
Helemaal niet, het is complex
Slide 16 - Poll
Slide 17 - Video
Wat is een belangrijke factor in positieve gezondheid?
A
Emotioneel welzijn
B
Vermijden van sociale interactie
C
Alleen medicatiegebruik
D
Sociale contacten en steun
Slide 18 - Quiz
“Ik wil dat mijn dochter beslissingen over mijn zorg neemt, want ik vertrouw haar meer dan het personeel. Kan dat geregeld worden?” De cliënt wil regie houden door iemand anders aan te wijzen. → Sterke of minder sterke vraag? → Wie moet hier iets mee doen? → Hoe kan de professional hier respectvol mee omgaan?
Slide 19 - Open question
Empowerment
Empowerment gaat over het versterken van de zelfregie, zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van de cliënt. De zorgverlener ondersteunt de cliënt bij het maken van keuzes en het benutten van eigen krachten, in plaats van taken over te nemen.
Slide 20 - Slide
Wat is een belangrijk uitgangspunt van empowerment in de zorg voor mensen met een beperking?
A
De professional neemt zoveel mogelijk beslissingen om de cliënt te ontlasten.
B
De professional stimuleert de cliënt om eigen keuzes te maken en zijn mogelijkheden te benutten.
C
De professional richt zich vooral op het compenseren van wat de cliënt niet kan.
D
De professional voorkomt dat de cliënt fouten maakt door alles vooraf te plannen.
Slide 21 - Quiz
Welke handeling past het best bij een empowerende houding van een begeleider?
A
De cliënt precies vertellen wat hij moet doen.
B
Beslissingen nemen om de cliënt te beschermen.
C
De cliënt ondersteunen bij het maken van eigen keuzes.
D
Problemen oplossen zonder de cliënt erbij te betrekken.
Slide 22 - Quiz
Een cliënt eet vaak ongezond. Wat past het best bij een empowerende aanpak?
Slide 23 - Mind map
Wat betekent autonomie in de zorg voor mensen met een beperking?
Slide 24 - Open question
Wat is een effectieve manier om een cliënt met een beperking te ondersteunen bij een gezonde leefstijl?
A
De cliënt verplichten om dagelijks te sporten.
B
De cliënt betrekken bij het plannen van gezonde maaltijden.
C
De cliënt volledig vrijlaten in alle eetkeuzes.
D
Alleen voorlichting geven over gezonde voeding.
Slide 25 - Quiz
Wat is een risico van het onvoldoende respecteren van de autonomie van een cliënt?
Slide 26 - Open question
Welke van de volgende acties is een don’t bij het betrekken van het sociale netwerk?
A
Familie zonder toestemming van de cliënt informeren over persoonlijke keuzes.
B
Het sociale netwerk uitnodigen voor evaluatie van een activiteit.
C
Samen bespreken hoe familie kan ondersteunen bij de dagindeling.
D
Familie vragen naar wensen en mogelijkheden van de cliënt.
Slide 27 - Quiz
Een cliënt zegt: “Ik heb al vier keer gebeld en niemand kwam! Nu is het misgegaan. “Ik ben een last voor jullie, ik kan niks meer zelf. Wat is een goede reactie die zijn eigenwaarde behoudt en hem toch empoweret?
A
Dat is niet mijn schuld, het was druk
B
Dat is vervelend, maar u had ook even kunnen wachten.
C
We kunnen nu niets meer doen, ik help u straks wel
D
Wat naar dat u zo lang moest wachten. Het spijt me dat het misging. Zullen we samen kijken hoe we dit nu rustig kunnen oplossen?
Slide 28 - Quiz
En zo moet het dus niet!
Wanneer je iemand empowerd, zet je iemand terug in zijn kracht!