de tijden van de werkwoorden

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

de tijden van het werkwoord

Waarom is kijken een werkwoord?

Waarom is kijken een werkwoord en kijker niet?

Noem een kenmerk van een werkwoord, of wat je eraan kunt veranderen.

een werkwoord:

- je DOET het (lopen, denken, liggen)

- ook als je het niet ziet of niet beweegt.

- je kunt het aanpassen aan de persoon/het onderwerp .

-je kunt het in een andere tijd zetten.

we kennen 3 tijden voor een werkwoord. Welke?

de tijden:

Tegenwoordige tijd = NU:

Ik werk, jij werkt, hij/zij/u werkt, wij/jullie /zij werken

(onvoltooid) verleden tijd = vroeger

Ik /jij/hij/enz werkte

wij /jullie/zij werkten

voltooide tijd = vroeger

Ik heb gewerkt, jij hebt gewerkt, wij hebben gewerkt.

voltooid

betekent; klaar

ik heb mijn taak VOLTOOID

soms gebruiken we 'zijn' in de voltooide tijd

Ik ben gepakt

soms kom je nog een tijd tegen

Je kent de voltooide tijd: ik heb gewerkt.

deze heet eigenlijk:

De voltooid tegenwoordige tijd!

Want hebben staat in de tegenwoordige tijd

ik HAD gewerkt.......
Hoe zou deze tijd dan heten.......

Ik had gewerkt

Deze tijd heet

VOLTOOID VERLEDEN TIJD

dus; welke 4 tijden kennen we?

de 4 tijden van de werkwoorden:

tegenwoordige tijd; ik werk

onvoltooid verleden tijd; ik werkte

voltooid tegenwoordige tijd; ik heb gewerkt

voltooid verleden tijd; ik had gewerkt