4.2 - dieren

Thema 4: Biodiversiteit

4.2: Dieren



vmbo bk / kgt
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Thema 4: Biodiversiteit

4.2: Dieren



vmbo bk / kgt

Slide 1 - Slide

Toetsen thema 4
  •  Opdracht flyer organisme (weging 1x)
  • Proefwerk thema 4 (weging 3x)

ISK:
  • Biologie vaktaal (weging 1x)

Slide 2 - Slide

Planning
Week 1: 4.2 - Dieren
Week 2: 4.3 - Planten 
Week 3: 4.4 - Schimmels
Week 4: 4.5 - Bacteriën  en 4.6 ordening
Week 5: Herhaling
Week 6: Proefwerk weging 3x

Slide 3 - Slide

PO: organisme in beeld (1x)
  • Maak een flyer, poster, infographic, powerpoint, ect. over een organisme naar keuzen (plant, dier of schimmel).
  • Verwerk alle basis informatie op: Waar leven ze wat, hoe planten ze zich voort,  wat eten ze, hoe halen ze adem, ect.
  • Een interessant feitje over het organisme.
  • De opdracht maak je ALLEEN.

Slide 4 - Slide

Wat is een organisme?

Slide 5 - Open question

Indelen van organismen
Organismen kunnen we opdelen in verschillende groepen:

  • Organismen met een celkern 
  • Organismen ZONDER celkern

Het indelen van organismen in groepjes heet ordenen

Slide 6 - Slide

Organismen zonder celkern

  • Bacteriën
Organismen met celkern

  • Dieren
  • Planten
  • Schimmels

Slide 7 - Slide

Dieren
Dieren kunnen we ordenen (indelen) op basis van hun skelet.

- Inwendig skelet
- Uitwendig skelet
- Geen skelet

Slide 8 - Slide

Geef een voorbeeld van een dier met een inwendig skelet

Slide 9 - Open question

Een mier heeft een
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 10 - Quiz

Dieren
de groep dieren kunnen we weer opdelen in 7 groepen:
  1. Gewervelden
  2. Geleedpotigen
  3. Neteldieren
  4. Stekelhuidigen
  5. Weekdieren
  6. Wormen
  7. Sponzen

Slide 11 - Slide

Gewervelden
Gewervelden zijn dieren met een inwendig skelet van botten. 

Ken jij een voorbeeld van een gewervelde?

Slide 12 - Slide

Ordening gewervelden
Gewervelden kunnen we ordenen in 5 groepen:
  1. Zoogdieren
  2. Vissen
  3. Vogels
  4. Amfibieën
  5. Reptielen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Een dier dat moedermelk drinkt (zoogt) is een
A
zoogdier
B
vis
C
reptiel
D
vogel

Slide 15 - Quiz

Zoogdier
  • Drinkt moedermelk (zogen).
  • Heeft een vacht/haren
  • Leeft in het land en/of water
  • Levendbarend (kinderen worden levend geboren ipv ei)
  • Halen adem via longen

Slide 16 - Slide

Vissen
  •  hebben slijmerige schubben
  • Leven in water
  • Halen adem met kieuwen
  • Kinderen door: Eieren zonder schaal 

Slide 17 - Slide

Vogels
  • ademhaling via longen
  • hebben veren
  • leven op het land/lucht
  • kinderen via eieren met schaal 

Slide 18 - Slide

Amfibieën
  • slijmerige huid 
  • ademen via kieuwen, longen en huid
  • leven in water en op het land
  • kinderen via eieren zonder schaal

Slide 19 - Slide

Reptielen
  • Droge schubben
  • ademen via longen
  • leven op het land
  • eieren met een schaal 

Slide 20 - Slide

Bij welke groep hoort dit dier: Leeft in het water, legt eieren zonder schaal en heeft slijmerige schubben.
A
Reptielen
B
Amfibieën
C
Vissen
D
Vogels

Slide 21 - Quiz

Geleedpotigen
Een van de andere 7 groepen van de dieren is de geleedpotigen. Dit zijn dieren met een uitwendig skelet.

Geleedpotigen hebben poten die uit stukjes bestaan, deze stukjes heten leden

De meeste diersoorten horen bij de geleedpotigen!!

Slide 22 - Slide

Ordening geleedpotigen
Geleedpotigen kunnen we ordenen in 4 groepen:
  1. Insecten
  2. Kreeftachtigen
  3. Spinachtigen
  4. Veelpotigen

Slide 23 - Slide

Insecten
  • Hebben 6 poten
  • Het lichaam bestaat uit de: kop, borststuk en achterlijf

Slide 24 - Slide

Spinachtigen
  • Hebben 8 poten
  • Lichaam bestaat uit 2 stukken: het kopborststuk en achterlijf.

Slide 25 - Slide

Kreeftachtigen
  • Hebben 10 tot 14 poten
  • Lichaam bestaat uit 2 stukken: kopborststuk en achterlijf

Slide 26 - Slide

Veelpotigen
  • Lichaam bestaat uit segmenten (losse stukjes)
  • Elk segment heeft 2 tot 4 poten.

Slide 27 - Slide

Hoeveel poten heeft een spinachtigen?
A
6
B
8
C
10 tot 14
D
2 tot 4 per segment

Slide 28 - Quiz

Werktijd
Maken: de opdrachten van 4.2, klaar? laat het nakijken bij de juf. 

Lees 4.3 en maak de opdrachten.
OF
Maak een samenvatting over 4.2

Slide 29 - Slide