Grammatica les 2

Vraagwoorden
wie
wat
waar
wanneer
hoeveel
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ISKVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Vraagwoorden
wie
wat
waar
wanneer
hoeveel

Slide 1 - Slide

6

Slide 2 - Video

01:40
Het vraagwoord 'wie' is .....
A
Voor dieren
B
Voor mensen
C
Voor dingen

Slide 3 - Quiz

03:00
Het vraagwoord 'wat' is ......
A
Voor mensen
B
Voor dingen

Slide 4 - Quiz

04:07
Het vraagwoord 'waar' is .........
A
voor een plaats
B
voor een tijd

Slide 5 - Quiz

05:02
Hoeveel vraagt naar..... ?
A
een ding
B
een mens
C
een getal
D

Slide 6 - Quiz

06:21
Het vraagwoord 'wanneer' is...
A
voor mensen
B
voor tijden, datums en dagen

Slide 7 - Quiz

07:06
Schrijf in je schrift
Vraagwoorden
Wie ben jij?                            Wie - Mensen en personen
Wat lees jij?                            Wat - Dingen en spullen
Waar ben jij?                          Waar - Plaatsen en plekken
Hoeveel pennen heb jij?    Hoeveel - Getallen
Wanneer heb jij tijd?           Wanneer-tijd, datum, dag

Slide 8 - Slide

..... leerlingen zitten er in de klas?
A
Wat
B
Waar
C
Wanneer
D
Hoeveel

Slide 9 - Quiz

... is jouw naam?
A
Wat
B
Hoeveel
C
Wie
D
Wanneer

Slide 10 - Quiz

..... ben jij?
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 11 - Quiz

....... woon jij?
A
Waar
B
Wat
C
Hoeveel
D
Wie

Slide 12 - Quiz

Schrijf twee zinnen met een vraagwoord!

Slide 13 - Open question

Begrijp je de vraagwoorden nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll