• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

5.5: voornaamwoorden (Vragend en onbepaald).

Voornaamwoorden.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voornaamwoorden.

Slide 1 - Slide



Doel vandaag
  • Je kunt uitleggen wat een vragend voornaamwoord is.
  • Je kunt het vragend voornaamwoord vinden in zinnen.
  • Je kunt uitleggen wat een onbepaald voornaamwoord is.
  • Je kunt het onbepaald voornaamwoord vinden in zinnen.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg


  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Vragend voornaamwoord

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Persoonlijk voornaamwoord
Verwijst naar: mensen, dieren, dingen, begrippen en verschijnselen. 

Je kunt ze in de plaats zetten van een zelfstandig naamwoord.

Tip: PSV kun je vervangen door een naam.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Geeft een bezit aan --> iets is van iemand.

Staat meestal voor een zelfstandig naamwoord.

Mijn boek, jouw tas, haar fiets, hun sporttassen.

Tip: vul je een naam in, dan hoor je naam+s-> Jans boek

Slide 7 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord 
Staat voor het zelfstandig naamwoord, wijst iets aan.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

www.snapput.nl

Slide 10 - Link



Onbepaald  vnw
Een onbepaald voornaamwoord verwijst naar iets vaags. Dat kunnen personen of dingen zijn.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 11 - Slide

Onbepaald voornaamwoord
  • IETS - NIETS - ALLES
  • IEMAND - NIEMAND - IEDEREEN
  • MEN - MENIG(E) - MENIGEEN
  • IEDER - ELK - EEN ZEKERE

Slide 12 - Slide

Wat heb je gedaan?

'je' is een ....
A
persoonlijk voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
bijwoord

Slide 13 - Quiz

Wat heb je gedaan?

'Wat' is een ....
A
voorzetsel
B
vragend voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
bijwoord

Slide 14 - Quiz

Ik vind deze opdracht best lastig.
deze=
A
aanwijzend voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quiz

Wat eet jij het liefst?
Wat =
A
voorzetsel
B
bijwoord
C
vragend voornaamwoord
D
persoonlijk vnw

Slide 16 - Quiz

Waarom heb jij dat gedaan?

'Waarom' is een ....
A
vragend voornaamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
werkwoord

Slide 17 - Quiz

Wil jij mij nu helpen?
nu=
A
voorzetsel
B
bijwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 18 - Quiz

Benoem het woord 'waar'.
Waar ga jij naar de fitness?
A
vragend voornaamwoord
B
bijwoord

Slide 19 - Quiz

Maak een foto met een vragend voornaamwoord of een onbepaald voornaamwoord

Slide 20 - Open question

Ik snap het vrv en ovw
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

More lessons like this

Grammatica (NN H4) - 2

May 2017 - Lesson with 20 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

17-4 A2

April 2019 - Lesson with 20 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

S35 - Het vragend en betrekkelijk voornaamwoord

May 2023 - Lesson with 32 slides
NederlandsSecundair onderwijs

S25 - Het wederkerend en wederkerig voornaamwoord

March 2023 - Lesson with 21 slides
NederlandsSecundair onderwijs

Campus 2 - Les 32: Voornaamwoorden Inge

April 2022 - Lesson with 22 slides
NederlandsSecundair onderwijs

Grammatica woordsoorten: onbepaald voornaamwoord

June 2022 - Lesson with 17 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

H4.7 Grammatica: woordsoorten 2MH

27 days ago - Lesson with 28 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

onb.vnw + betrekkelijk vnw opdr 5-6-7-8

April 2024 - Lesson with 41 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings