EWK Economie H1 rekenen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

EWK Economie H1 rekenen

Rond het volgende getal op 2 decimaal nauwkeurig:
1.2345,564

1. 1,23
2. 1,24
3. 1.234,56
4. 1.234,57

Rond het volgende getal op 2 decimaal nauwkeurig:
214,347543

1. 214, 34
2. 214,35
3. 214,33
4. 214,37

3 dagen is hoeveel uur?

1. 3
2. 36
3. 72
4. 90

3 kwartier is hoeveel seconden

1. 45
2. 180
3. 2700
4. 8100

Bereken het juiste antwoord
3% van € 6.000,--

1. 18
2. 180
3. 1800
4. 18000

Bereken het geheel (100%)
€ 21,-- is 7% hoeveel is 100%?

1. 1,47
2. 147
3. 300
4. 14.700

Bereken het goede antwoord:
€ 20,-- = .......% van € 400,--
Hoeveel % is die € 20,--?

1. 5%
2. 20%
3. 80%
4. 8000%

Samira geeft 35% van haar loon uit aan vaste lasten. Haar loon is € 1.670,-- per maand. Bereken welk bedrag ze aan vaste lasten betaald per maand.

1. € 2,10
2. € 47,71
3. € 584,50
4. € 58.450,--

Cor spaart per maand € 145,--. Dat is 20% van zijn maandsalaris. Hoeveel verdient Cor per maand?

1. € 13,79
2. € 29,--
3. € 725,--
4. € 2.900,--

Je verdient € 42,50 per maand. Bereken hoeveel dat per week is.

1. € 10,62
2. € 10,63
3. € 9,80
4. € 9,81

De verzekering van je scooter is € 5,34 per week. Bereken hoeveel dit is per maand.

1. € 21,36
2. € 23,14

Anton en Arzu hebben twee kinderen en krijgen hier € 495,13 kinderbijslag per kwartaal voor. Hoeveel krijgen ze per maand?

1. € 123, 78
2. 123,79
3. € 165,03
4. € 165,04