Beroepsoriëntatie LW6 - Les 4

 Beroepsoriëntatie
Lesweek 6: Specifieke Doelgroepen


Klas: 238B    

1 / 22
next
Slide 1: Slide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

 Beroepsoriëntatie
Lesweek 6: Specifieke Doelgroepen


Klas: 238B    

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma deel 1 
1. AWR 
2. Terugblik op gisteren en eindopdracht
3. Lesdoelen 
5. Aan de slag video met kijkvraag
6. Lesdoelen behaald?


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten
  • Niet eten en drinken (uitzondering flessen) in de klas 
  • Toilet? Eerst vragen
  • Telefoon weg stoppen 
  • Laptop dichtklappen
  • Beroepshouding
--> Zonder waarschuwing wordt je eruit gestuurd! Geen gemaar, geen excuus en geen discussie...

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Terugblikken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen deel gehandicaptenzorg


  • Benoemen welke beperkingen cliënten kunnen hebben binnen de gehandicaptenzorg

  • Uitleggen wat N.A.H is

  • Toelichten wat een licht verstandelijke beperking inhoud


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gehandicaptenzorg
De gehandicaptenzorg is een verzamelnaam voor organisaties die de zorg, ondersteuning en begeleiding verzorgen voor cliënten met een beperking die ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan licht of intensief zijn.


Het doel van de gehandicaptenzorg is mensen met een beperking zo goed mogelijk te ondersteunen, zodat ze hun leven zo goed en zelfstandig mogelijk kunnen leiden.


Slide 7 - Slide

Ondersteuningsvormen zijn o.a.:
- dagbesteding
- woonvormen
- ambulante hulpverlening

(koppel dit weer aan de eerdere theorie over intramuraal, extramuraal ect.)
Gehandicaptenzorg
  • Cliënten met een lichamelijke beperking
  • Cliënten met een (licht) verstandelijke beperking
  • Cliënten met een zintuiglijke beperking (slecht kunnen zien, horen of communiceren)
  • Cliënten met een meervoudige beperking (combinatie van een lichamelijke /verstandelijke en/of zintuiglijke beperking).
  • Cliënten met een N.A.H.


Slide 8 - Slide

Niet aangeboren hersenletsel (NAH) is schade aan de hersenen die na de geboorte is ontstaan. Dit kan bijvoorbeeld komen door een ongeluk, een hersentumor of een hartstilstand. Hersenletsel verandert je leven. Je wordt vaak niet meer zoals je was voor het letsel. Dit heeft niet alleen voor jou, maar ook voor de mensen om je heen grote gevolgen. In Nederland worden per jaar ongeveer 140.000 mensen getroffen door hersenletsel.


Gehandicaptenzorg - LVB
We gaan een video bekijken over LVB. beantwoord de kijkvragen:

  1. Waar staat LVB voor?
  2. Wat is bijzonder aan mensen met LVB?
  3. Welke moeite komen zij tegen in het dagelijks leven?

Slide 9 - Slide

Waar staat LVB voor?
Licht verstandelijke beperkt

Wat is bijzonder aan mensen met LVB?
Dat je het aan de buitenkant niet ziet

Welke moeite komen zij tegen in het dagelijks leven?
Moeite met leren, communicatie en sociale contacten ect.

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Check Lesdoelen deel gehandicaptenzorg

  • Benoemen welke beperkingen cliënten kunnen hebben binnen de gehandicaptenzorg

  • Uitleggen wat N.A.H is

  • Toelichten wat een licht verstandelijke beperking inhoud

Welke kwaliteiten, denk jij, dat je nodig hebt in de gehandicaptenzorg?
Zou jij in de gehandicaptenzorg willen werken? Waarom wel/ niet?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen deel Justitiële inrichtingen 


  • Je kunt toelichten welke verschillende justitiële inrichtingen er zijn.

  • Je kun uitleggen welke rollen een MZ’er heeft binnen de justitiële inrichtingen.

  • Je kunt de theorie die we tot nu toe hebben behandeld toepassen in je eindopdracht!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Benoem welke soorten beperkingen er zijn binnen de gehandicaptenzorg?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Wat weet jij nog van L.V.B. en/of N.A.H.?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

 Justitiële inrichtingen in Nederland
Boek: Professional Maatschappelijke Zorg - Thema 2.1
Binnen justitiële inrichtingen ligt de focus op de beveiliging, bewaring, behandeling, zorg en begeleiding van mensen die in de inrichting verblijven. Mensen verblijven hier nadat ze een delict hebben gepleegd en een straf hebben gekregen van de rechter of ze wachten nog op de uitspraak van de rechter. Samen met de cliënt wordt gekeken naar hoe men kan terugkeren binnen de maatschappij. 

Er zijn verschillende soorten justitiële inrichtingen in Nederland. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Gevangenis
  • Justitiële jeugdinrichting (jeugdgevangenis)
  • Detentiecentrum (in afwachting van een veroordeling)
  • Tbs-kliniek (terbeschikkingstelling)



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Doel justitiële inrichtingen

Doelstelling
Justitiële inrichtingen hebben als doel de samenleving veiliger te maken door mensen die een delict hebben gepleegd op te sluiten en te begeleiden om na de straf een nieuw bestaan op te bouwen.

Cliënten
Binnen justitiële jeugdinrichtingen heb je te maken met diverse leeftijden, achtergronden en zwaarte van het delict. Zo kun je te maken krijgen met jongeren binnen een justitiële jeugdinrichting en mensen met psychische problemen binnen een tbs-kliniek. 

De aanpak verschilt per cliënt. Dit ligt onder andere aan de zwaarte van de straf, of een cliënt minderjarig is en het feit of de cliënt wil meewerken.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Check lesdoelen justitiële inrichtingen
Wie o wie kan benoemen en uitleggen..................................
  • welke verschillende justitiële inrichtingen er zijn?

  • welke verschillen en overeenkomsten er zijn tussen deze verschillende justitiële inrichtingen?

  • welke rol/ taak jij als MZ'er kan hebben binnen de justitiële inrichtingen?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht


Je kunt nu verder werken aan de eindopdracht!

We nemen de eindopdracht eerst nog even een keer door.
Ook kijken we naar de rubric!

Zie volgende slides!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Bedankt voor jullie aandacht!  

Nog vragen? 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht



Je kunt nu verder werken aan de eindopdracht!

Succes!

Vragen? Ik loop zo door de klas en beantwoordt ze graag!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions