8.3 Democratisering in Nederland



8.3 Democratisering in Nederland
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson



8.3 Democratisering in Nederland

Slide 1 - Slide

Planning
  • Introductie
  • Leerdoelen en KA's 
  • Uitleg
  • Taken bijwerken (ik kom checken)
  • Leerdoelen en KA's  

Slide 2 - Slide

Kenmerkende aspecten
34 De opkomst van emancipatiebewegingen.

 
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.

36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  1. Waarom kwamen burgers in 1848 in opstand en welke politieke gevolgen kreeg dit in Nederland?
  2. Hoe verliep de opkomst van het feminisme als emancipatiebeweging en hoe kun je dit verklaren?
  3. Wat waren de verschillende posities in politieke en maatschappelijke kwesties die werden ingenomen door de liberalen, socialisten en confessionelen?
  4. Wat waren de standpunten van de vier zuilen over de Schoolstrijd en het algemeen kiesrecht en hoe kun je deze verklaren?
  5. Hoe verliep de democratisering in Nederland?

Slide 4 - Slide

Liberalen
Nederland werd een nieuwe staat onder leiding van Koning Willem I (Congres van Wenen)
Hij benoemde en ontsloeg zelf ministers en negeerde parlement
De liberalen vonden dit zorgelijk (burgerlijke vrijheden en economische vrijheid kernpunt: overheid moet terughoudend zijn)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Revolutiejaar
In 1848 in veel steden in Europa opstanden
Politiek doel: machtsverdeling herzien
Willem II, sinds 1840 koning, vreesde ook voor opstand

Slide 7 - Slide

Grondwetswijziging 1848
Willem II liet Thorbecke, liberale politicus, grondwet herschrijven:
Burgelijke vrijheden vastgelegd
Koning bleef staatshoofd, maar de ministers voortaan verantwoording schuldig aan parlement
Censuskiesrecht 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Emancipatiebewegingen in de politiek
Alleen rijke liberalen hadden kiesrecht: wilden economische vrijheid
Dus overheid ook een terughoudende rol in sociale kwestie
Socialisten wilden algemeen kiesrecht om dit te kunnen veranderen

Slide 11 - Slide

Schoolstrijd
Confessionelen: politieke stroming waarvan de aanhangers hun politieke en maatschappelijke opvattingen baseren op hun godsdienstige overtuiging
Overheid moest ook voor 'bijzonder onderwijs' betalen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Uitbreiding kiesrecht
De roep om uitbreiding kiesrecht hield aan: democratisering hield aan
Door grondwetswijziging 1887 werd kiesrecht voor mannen uitgebreid, nog niet iedereen (geen arbeiders en vrouwen)
Nederland was neutraal in WO1 maar leed wel economische schade: dus alle zuilen samenwerken
Twee twistpunten moesten opgelost worden: Schoolstrijd en kiesrechtkwestie

Slide 14 - Slide

Pacificatie van 1917
Socialisten, liberalen en confessionelen toch samenwerken: bijzonder onderwijs werd voortaan gesubsidieerd en instemming algemeen mannenkiesrecht
Invoering algemeen vrouwenkiesrecht 2 jaar laten: 1919

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
  1. Waarom kwamen burgers in 1848 in opstand en welke politieke gevolgen kreeg dit in Nederland?
  2. Hoe verliep de opkomst van het feminisme als emancipatiebeweging en hoe kun je dit verklaren?
  3. Wat waren de verschillende posities in politieke en maatschappelijke kwesties die werden ingenomen door de liberalen, socialisten en confessionelen?
  4. Wat waren de standpunten van de vier zuilen over de Schoolstrijd en het algemeen kiesrecht en hoe kun je deze verklaren?
  5. Hoe verliep de democratisering in Nederland?

Slide 16 - Slide