Return on investment, 09-05-2022

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
15 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
10 minuten: uitleg 
60 minuten: aan het werk!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Commerciële calculatiesMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
15 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
10 minuten: uitleg 
60 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Slide

Opdracht
Van het afgelopen jaar heeft Fred de volgende cijfers verzameld, voor het berekenen van de rentabiliteit van het bedrijf.








b. Bereken de REV

Slide 2 - Slide

Bereken de REV

Slide 3 - Open question

Uitwerking


Het gebruik van een gemiddeld eigen vermogen van € 232.500,- levert 9% rendement op.
Dat is erg goed. Op een spaarrekening zou Fred 0,5% rente ontvangen.

Slide 4 - Slide

Opdracht
Van het afgelopen jaar heeft Fred de volgende cijfers verzameld, voor het berekenen van de rentabiliteit van het bedrijf.








c. Bereken de RVV

Slide 5 - Slide

Bereken de RVV

Slide 6 - Open question

Uitwerking



De RVV geeft een uitkomst van 4,5%. Voor Fred betekent dit, dat hij gemiddeld 4,5% rente heeft betaald over het geld dat hij geleend heeft. Dat is niet duur. De gemiddelde langlopende rente is ongeveer 6 to 7%.

Slide 7 - Slide

Opdracht
Van het afgelopen jaar heeft Fred de volgende cijfers verzameld, voor het berekenen van de rentabiliteit van het bedrijf.








d. Bereken de RTV

Slide 8 - Slide

Bereken de RTV

Slide 9 - Open question

Uitwerking



De RTV levert 5,8% op. Dit is een interessant getal voor alle vermogenverschaffers samen.
Als iemand geld in het bedrijf van Fred zou investeren dan zou dat een rendement voor de investeerder opleveren van 5,8%. Ook hier moet je de uitkomst weer vergelijken met rendementen op andere investeringen, zoals beleggen en sparen. 

Slide 10 - Slide

Leerdoelen:
- Je begrijpt ROI inhoudt.
- Je kan de ROI uitrekenen.

HUISWERK: Opdracht 6 t/m 9 van Rentabiliteit

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Een investering van € 1.200.000,- levert dit jaar een nettowinst op van € 180.000,-.
Bereken de return on investment.

Slide 15 - Open question

Uitwerking
Nettowinst : investering x 100%
€180.000 : €1.200.000 x 100% = 15%

Slide 16 - Slide

Opdracht
De suikerspinnen worden verkocht voor € 1,50 per stuks.
De variabele kosten voor suiker, het stokje en stroom bedragen € 0,20 per suikerspin.
Barend verwacht jaarlijks op 50 markten te kunnen staan.
De kosten van een staanplaats zijn gemiddeld € 25,- per dag.
Voor reiskosten gaat Barend uit van € 20,- per keer.
Barend verwacht per markt 100 suikerspinnen te kunnen verkopen.
De aanschafwaarde van de kraam wordt in 4 seizoenen afgeschreven.
Als Barend de ROI van deze investering gaat berekenen, levert dat het volgende op.
Opbrengst van de investering: 50 markten x 100 suikerspinnen à € 1,50 = € 7.500,-
De kosten van de investering zijn:




Bereken de Return on investment




Slide 17 - Slide

Bereken de return on investment.

Slide 18 - Open question

Uitwerking


Een ROI van 117,4% wil zeggen dat voor elke € 100,- die Barend uitgeeft, dit € 117,40 oplevert. € 217,40 - € 100,- investering = € 117,40,- opbrengst.
Het rendement kun je vergelijken met het rendement op een spaarrekening.
Door € 800,- te investeren en grondstoffen in te kopen maakt Barend een rendement van 117,4% op zijn investering. Wie verdient er 117,4% aan zijn spaargeld?

Slide 19 - Slide

Welk nadeel heeft de ROI als kengetal?
A
Je kunt niet vergelijken met de ROI van andere projecten.
B
De ROI houdt er geen rekening mee dat geld in de toekomst minder waard is.
C
Niet iedereen berekent de ROI op dezelfde manier.
D
Je weet niet of je uit moet gaan van de nettowinst of van de cashflow.

Slide 20 - Quiz

Zijn er vragen?

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
Wat? Opdracht 6 t/m 9 van Rentabiliteit
Hoe? Volgens het stoplicht
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat 
Uitkomst? Je hebt geoefend met leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak

timer
45:00

Slide 22 - Slide