5V 7.1 / 7.2 / 7.3

1 / 42
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Dilemma van de Collectieve Actie
Laat zien dat samenwerking om problemen op te lossen belemmerd kan worden door de angst dat anderen daarvan profiteren zonder daar zelf aan mee te werken.

Slide 3 - Slide

Dilemma van de collectieve actie
Dilemma: je moet een keuze maken tussen twee of meer opties, terwijl vantevoren onduidelijk is welke optie het beste is.

Collectieve actie: mensen werken samen
om een collectief goed te realiseren.

Free riders: mensen/groepen die (stiekem) gratis meeliften.

Slide 4 - Slide

Bedenk zelf een voorbeeld, waarbij het dilemma van de collectieve actie een rol speelt.

Slide 5 - Open question

politieke instituties
Complex van regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren

 voorbeelden is : de staat 

Slide 6 - Slide

Ontstaan van staten
Gebrek aan samenwerking      ->  
 
behoefte aan politieke instituties    ->      
         
creëren van staten         ->   

 staatsvorming

kenmerken
Er is een groep mensen
Er is een grondgebied
Er is een geweldmonopolie en belastingmonopolie

Slide 7 - Slide

Drie kenmerken van een staat
1. Er is een groep mensen
2. Er is grondgebied
3. Er is geweld- en belastingmonopolie

Slide 8 - Slide

Leg uit dat geweldsmonopolie een politieke institutie is.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

KERNCONCEPT Macht (1)
Het vermogen om                           in te zetten om bepaalde                             te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te                    of te                   .
hulpbronnen
doelstellingen
vergroten
beperken

Slide 11 - Drag question

Wat is het verschil tussen formele en informele macht?

Slide 12 - Open question

formele macht
informele macht

Slide 13 - Slide

Machtsbronnen
  • Economisch - schaarse goederen
  • Cognitief - waardevolle kennis
  • Politiek - middelen tot legitiem uitoefenen van dwang
  • Affectief - emotionele binding

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Welk machtsmiddel
heeft een huisarts?
A
Speciale kennis en vaardigheden
B
Overtuigingskracht
C
Aanzien en status
D
Geld

Slide 16 - Quiz

Is dit formele of informele macht?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Wat is het machtsmiddel dat jij herkent in het filmpje?

Slide 19 - Open question

Op welk machtsbron is de macht van Assange gebaseerd?
A
Economisch
B
Politiek
C
Cognitief
D
Affectief

Slide 20 - Quiz

Op welk machtsbron is de macht van de ME gebaseerd?
A
Economisch
B
Politiek
C
Cognitief
D
Affectief

Slide 21 - Quiz

Als mensen doen wat jij zegt omdat jij de meeste kennis hebt, wat voor machtsbron heb je?
A
Affectief
B
Politiek
C
Economisch
D
Cognitief

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Vanuit welk paradigma..

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Om wat voor machtsbron gaat het?

Slide 29 - Slide

Een rijke boer uit Zuid Afrika had een diepe waterbron op zijn landgoed staan, hij was de enige in het dorp met toegang tot water. Hij laat mensen werken voor dit water.

Slide 30 - Open question

Een politicus heeft zich verdiept in een onderwerp en wist er daardoor veel van af. Anderen geloofden hem en volgden dit op.

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Welke twee hulpbronnen hetken je in alinea 1 en 2?

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Functionalisme
paradigma en perspectief t.a.v. macht

Slide 38 - Open question

Conflict
paradigma en perspectief t.a.v. macht

Slide 39 - Open question

Sociaal constructivisme
paradigma en perspectief t.a.v. macht

Slide 40 - Open question

Rationele actor
paradigma en perspectief t.a.v. macht

Slide 41 - Open question

Slide 42 - Link