Voornaamwoorden - intro

VOORNAAMWOORDEN
Ter voorbereiding van de lessen over voornaamwoorden ga je dit leerpad als eens grondig bekijken.
Los ook de vragen op zodat je al voorbereid bent op de les van dinsdag.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

VOORNAAMWOORDEN
Ter voorbereiding van de lessen over voornaamwoorden ga je dit leerpad als eens grondig bekijken.
Los ook de vragen op zodat je al voorbereid bent op de les van dinsdag.

Slide 1 - Slide

VOORNAAMWOORDEN
In de lessen die volgen leer je 
  • de verschillende soorten voornaamwoorden kennen
  • de voornaamwoorden correct gebruiken

Slide 2 - Slide

Wat is een voornaamwoord?
Een voornaamwoord is een woord dat verwijst naar personen, dieren of dingen, zonder die met name te noemen. 

Bijvoorbeeld: 
Heeft Emma al het geschenk aan Karel getoond?
Ja, ze heeft het hem gisteren getoond.

Slide 3 - Slide

Taalkwestie
In de rubriek 'Scherpslijper' bespreekt Kurt Van Eeghem taalkwesties. Maak jij wel eens de fout die in het filmpje wordt besproken?

                Bekijk de video aandachtig en maak de toepassingen op de volgende pagina's.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Truc

Hij denkt hetzelfde als mij of ik?
Zet in gedachten het werkwoord er nog eens achter.

                  Hij denkt hetzelfde als ik *denk*.

                 Beantwoord de vragen op de volgende pagina's.

Slide 6 - Slide

Ben ik echt zo groot als hij/hem?
A
hij
B
hem

Slide 7 - Quiz

Ik lust net hetzelfde als zij/hen.
A
hen
B
zij

Slide 8 - Quiz

Zij zijn niet beter dan wij/ons.
A
ons
B
wij

Slide 9 - Quiz

Wil je echt zoveel geld hebben als zij/haar?
A
zij
B
haar

Slide 10 - Quiz



Bekijk de tabel hiernaast aandachtig. De persoonlijke voornaamwoorden zijn in het blauw ingevuld. Over welk zinsdeel gaat het hier telkens?
A
persoonsvorm
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp

Slide 11 - Quiz



Bekijk nu deze tabel aandachtig. De persoonlijke voornaamwoorden zijn opnieuw in het blauw ingevuld. Zijn de blauwe zinsdelen hier ook onderwerpen?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Maak deze informele vraag formeel:
"Zeg Maarten, kun je mij eens vertellen wat je ervan vindt?"
tip

Slide 13 - Open question

Zet de formele zin in het meervoud.
"Excuseer mevrouw, u mag mij volgen naar de vergaderzaal."

Slide 14 - Open question

Kenniskader persoonlijk voornaamwoord

Slide 15 - Slide

Voorbereiding 
In de volgende les gaan we andere voornaamwoorden onderzoeken. Welke soorten voornaamwoorden kennen jullie nog naast de persoonlijke voornaamwoorden? 

                   Vul je antwoorden in op de volgende slide.
 



Slide 16 - Slide

Welke voornaamwoorden
kennen jullie nog naast
persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Slide