Creatief schrijven + fictie

Welkom v1a!
Ga lekker zitten, fijn dat je er bent.

Telefoon in de telefoontas?
Pak je spullen! Je hebt nodig:
  • pen of potlood
  • leesboek - Films die nergens draaien

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom v1a!
Ga lekker zitten, fijn dat je er bent.

Telefoon in de telefoontas?
Pak je spullen! Je hebt nodig:
  • pen of potlood
  • leesboek - Films die nergens draaien

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voor we starten..
De toetscijfers staan op Magister. 
Heb je een vraag? Of wil je iets bespreken? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deze les
  • We gaan aan de slag met creatief schrijven
  • We lezen uit: Films die nergens draaien


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Creatief schrijven?
Weet je wat het is?
Wat bedoelen we hiermee?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Creatief schrijven
= geen nieuwsbericht/ mail/ zakelijke brief/ verslag

Je draagt een gevoel over aan de lezer in de vorm van een verhaal, roman, thrillers, songteksten en/of gedichten.

Bij elk verhaal en bij elk genre is gevoel anders. 
Jij als schrijver zorgt dat het gevoel erin zit. 

Stap 2: Probeer verschillende genres
Veel genres vallen dus onder creatief schrijven. Misschien heb je al een voorkeur voor een genre. Met een kortverhaal kan je meer ideeën op papier zetten in een kortere tijd. Wil je schrijven over magie en draken? Dan kan je fantasy schrijven. Of ben je gek op de Sherlock Holmes-boeken en wil je een razend spannende detective schrijven? Het kan allemaal. Toch is het handig om af en toe buiten je comfortzone te treden. Met elk genre leer je nieuwe technieken. Met een kort verhaal leer je bondig schrijven met scherpe details; door fantasy leer je krachtige beschrijvingen; met een detective focus je op de spanningsopbouw.
Stap 3: Doe schrijfoefeningen
Je bent niet de eerste die begint met creatief schrijven. Velen bekende schrijvers gingen je voor en dat resulteert in een berg aan schrijfoefeningen. Doe eens mee met onze wekelijkse schrijfopdracht en je krijgt feedback van een schrijfcoach. 



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waar let je op?
  • Is de tekst vloeiend/ loopt het?
  • Creativiteit (zinsbouw, woordgebruik)
  • Samenhang (signaalwoorden)
  • Spelling
  • Leestekens 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Saaie zin / levendige zin
Voeg bijvoeglijk naamwoorden toe:

De jongen loopt in het bos.

  • De boze jongen uit groep 8 loopt door het donkere, natte bos. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen
Kiki gaat het probleem oplossen.

In Alkmaar luiden de kerkklokken.

Morgen vieren wij de verjaardag van Jona. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Directe rede


Maak in het verhaal ook gebruik van de directe rede. 
Het verhaal wordt zo levendiger en spannender om te lezen:

  • Opeens schreeuwde hij: "Waar denk je wel waarmee je bezig bent!". 

  • "Ik ben alleen maar even aan het rondkijken", antwoordde ik vriendelijk.
 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Actieve zinnen
  1. Maak een korte zin met een onderwerp en een actief werkwoord.
  2. Verander de zin zo, dat duidelijk wordt hoe jij het voor je ziet. 
Voorbeeld:
  •  Op straat loopt een man 
  • ‘lopen’ is het actieve werkwoord. 
Wat doet de man echt? Holt hij? Schuifelt hij? Drentelt hij? Huppelt hij? 

Opdracht: Julia zit in de klas.

Slide 10 - Slide

Maak het beeldend! Wat jij in gedachten ziet, probeer dat zo goed mogelijk te verwoorden.
Klaar voor de start?
Onderwerp
  1. Wat maakt je kat mee als hij door het kattenluikje naar buiten sluipt?

    Noteer dit onderwerp op het papier voor je
  • Schrijf nu 10 woorden waar je aan denkt bij dit onderwerp.
timer
1:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Neem een slokje water,
ga even naar de wc

Over vijf minuten gaan we verder met de les. 
timer
5:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Klaar voor de start?
Onderwerp
  1. Wat maakt je kat mee als hij door het kattenluikje naar buiten sluipt

    De eerste zin van jouw verhaal is:
  • Om 17 uur 's middag in de koude maand januari verliet Boris, de kat, via het kattenluik het huis. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions



We lezen:
Films die nergens draaien, 
van Yorick Goldewijk

Slide 14 - Slide

This item has no instructions