herhaling hoofdstuk 3

In welke fase is water wanneer er condens op een koude ruit in de kamer zit.
A
vast
B
condenseren
C
vloeibaar
D
gas
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

In welke fase is water wanneer er condens op een koude ruit in de kamer zit.
A
vast
B
condenseren
C
vloeibaar
D
gas

Slide 1 - Quiz

Water verandert in ijs
Waterdamp verandert in drupels
IJs verandert in water
water verandert in damp
Condenseren
Bevriezen

Smelten

Verdampen

Slide 2 - Drag question

1.
2.
3
4.
5.
6.
rijpen
vervluchtigen
smelten
stollen
condenseren
verdampen

Slide 3 - Drag question

Neerslag komt in twee toestanden voor: vast en vloeibaar.
Bij welke soorten neerslag is het water vloeibaar?
A
dauw
B
sneeuw
C
regen
D
rijp

Slide 4 - Quiz

hoe heet deze faseovergang?
vast --> vloeibaar
A
rijpen
B
smelten
C
stollen
D
verdampen

Slide 5 - Quiz

Hoe heet de neerslag die je in de zomer 's ochtends op bomen en planten kunt vinden?
A
ijzel
B
dauw
C
regen
D
rijp

Slide 6 - Quiz

a) Hoe heet deze grafiek ?

b) Welke fase is er bij A en welke bij C ?

c) Gedurende welk deel is er de vloeibare en vaste fase ?

Slide 7 - Slide

Tussen welke 
temperaturen is
alcohol een gas en 
water vloeibaar ?

Slide 8 - Slide


Tussen welke temperaturen is 
stikstof gas en zuurstof vloeibaar  ?

Slide 9 - Slide

Leg uit met het deeltjesmodel hoe het komt dat je een kristal alleen in bepaalde richtingen mooi in tweeën kunt splijten.

Slide 10 - Slide

Leg uit met het deeltjesmodel hoe het komt dat je een kristal alleen in bepaalde richtingen mooi in tweeën kunt splijten.

Slide 11 - Slide

Leg uit met het deeltjesmodel hoe het komt dat je een gas gemakkelijk kunt samenpersen, maar een vloeistof niet.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Leg uit met het deeltjesmodel hoe het komt dat je een gas gemakkelijk kunt samenpersen, maar een vloeistof niet.
             vloeistof                                                                           gas

Slide 14 - Slide

Met behulp van het deeltjesmodel kun je verschillende verschijnselen verklaren.
a) Leg uit met het deeltjesmodel hoe het komt dat je een gas gemakkelijk kunt samenpersen, maar een vloeistof niet.

Slide 15 - Slide

Het meetbereik is hier van -20°C tot 120°C.
De  onderdelen v.e. vloeistofthermometer  zijn:
- reservoir
- schaalverdeling
- stijgbuis
- vloeistof (meestal alcohol)

Slide 16 - Slide

De Celsiusschaal
1) Smelten ijs (0°C)
2) Kokend water (100°C)
3) Schaalverdeling tussen 0 en 100°C
4) Schaalverderling onder 0°C

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Fase-overgangen


• stollen/bevriezen: van vloeibaar naar vast
• smelten: van vast naar vloeibaar
• verdampen: van vloeibaar naar gasvormig
• condenseren: van gasvormig naar vloeibaar
• rijpen: van gasvormig naar vast
• vervluchtigen: van vast naar gasvormig

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken
  • Wat: Maak de D toets van h3, boek mag ernaast!
  • Hoe: zachtjes overleggen
  • Hulp: Docent/boek
  • Tijd: tot 5 minuten einde les
  • Huiswerk: Leer H3 voor de toets

Slide 20 - Slide