Oefenen hfst 3 paragraaf 1, 2 en 3

gas
vaste stof
vloeistof
1 / 12
next
Slide 1: Drag question
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

gas
vaste stof
vloeistof

Slide 1 - Drag question

In welke toestand is het water?
hagel
A
vast
B
vloeibaar
C
gasvormig

Slide 2 - Quiz

In welke toestand is het water?
mist
A
vast
B
vloeibaar
C
gasvormig

Slide 3 - Quiz

Als het buiten koud is en je ademt uit, ontstaat er een nevelwolk. Geef op de foto aan waar waterdamp is bij 1 of 2?
Geef op de foto aan waar nevel is, bij 1 of 2?
waterdamp
nevel
nevel

Slide 4 - Drag question

Hoe bewegen de moleculen volgens het deeltjesmodel, b.v. een in een vloeistof?
A
De moleculen trillen, rond een gemiddelde ‘evenwichtsstand’, heen en weer.
B
De moleculen bewegen langs elkaar heen, op korte afstand van elkaar.
C
De moleculen bewegen op grote afstand van elkaar.

Slide 5 - Quiz

Je voorziet een thermometer van het nulpunt.
Wat heb je nodig om het nulpunt te bepalen?
A
smeltend ijs
B
lauw water
C
kokend water

Slide 6 - Quiz

De vloeistof in een vloeistofthermometer krimpt als de temperatuur...................
A
stijgt
B
daalt

Slide 7 - Quiz

Wat is het meetbereik van deze thermometer?
A
van 0 ℃ tot 100 ℃
B
van 20 ℃ tot 50 ℃
C
van - 40 ℃ tot 100 ℃
D
van - 40 ℃ tot 50 ℃

Slide 8 - Quiz

Er zijn zes fase-overgangen. 
Plaats telkens de juiste beschrijving naast de fase-overgangen.
stollen/bevriezen
smelten
verdampen
condenseren
rijpen
vervluchtigen
gasvormig naarg vast
vast naar vloeibaar
 vloeibaar naar gasvormig
gasvormig naar vloeibaar
vast naar gastvormig
vloeibaar naar vast

Slide 9 - Drag question


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je water in de gasvorm?
A
waterstof
B
waterdamp
C
watergas
D
koolwaterstof

Slide 11 - Quiz

1.
2.
3
4.
5.
6.
rijpen
vervluchtigen
smelten
stollen
condenseren
verdampen

Slide 12 - Drag question