1. 
Aannemen: 
Betekenis: Denken dat iets waar is of iemand in dienst nemen.
Voorbeeldzin: Je kunt niet zomaar aannemen dat iedereen dezelfde mening heeft.
2. Beschrijven: Betekenis: Vertellen hoe iets of iemand eruitziet of hoe iets gebeurt.
Voorbeeldzin: In je verslag moet je het experiment stap voor stap beschrijven.
3. Onderscheiden: Betekenis: Verschil zien tussen dingen of mensen.
Voorbeeldzin: Je kunt echte en nepnieuwsberichten moeilijk van elkaar onderscheiden.
4. Samenvattend Betekenis: Kort herhalen wat het belangrijkste is (vaak gebruikt als signaalwoord).
Voorbeeldzin: Samenvattend kun je zeggen dat de hoofdpersoon veel geleerd heeft.
5. Veronderstellen: Betekenis: Denken dat iets zo is, zonder het zeker te weten.
Voorbeeldzin: We kunnen veronderstellen dat de schrijver hiermee een waarschuwing bedoelt.