H8.1 Koolwaterstoffen

H8.1 Koolwaterstoffen
Hoe 

1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H8.1 Koolwaterstoffen
Hoe 

Slide 1 - Slide

Hoe kleiner het molecuul => hoe hoger in de destillatiekolom

Kraken:
Thermolyse =>
Verhitten tot 850 graden + Katalysator => 
verbreken van C-C bindingen =>
Kortere koolstofverbindingen!

Slide 2 - Slide

Wat kunnen jullie aan het einde van deze les?

  • Uitleggen wat koolwaterstoffen zijn. 
  • Uitleggen wat wordt verstaan onder covalentie + van aantal atomen de covalentie noemen. 
  • De begrippen vertakt en onvertakt, verzadigd en onverzadigd toelichten aan de hand van voorbeelden. 
  • Structuurformules van stoffen tekenen. 

Slide 3 - Slide

Structuurformules
Platte projectie van het molecuul waarin je kunt zien hoe de atomen met elkaar zijn verbonden.

Voorbeeld structuurformule
Covalentie
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 4 - Slide

Covalentie
Neem onderstaande figuren over in je schrift en geef bij elk atoom de verbindingsstrepen weer (covalentie):

1.
2.
3.
Tip

Slide 5 - Slide

Vertakt-Onvertakt en Verzadigd-Onverzadigd
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 6 - Slide

Probeer nu zelf
Geef van de volgende voorbeeld aan of ze Vertakt/Onvertakt zijn EN of ze Verzadigd/Onverzadigd zijn. 

Slide 7 - Slide

Welke brandstof hieronder is GEEN fossiele brandstof
A
hout
B
steenkool
C
aardgas
D
dit zijn allen fossiele brandstoffen

Slide 8 - Quiz

Uit welke atomen bestaan koolwaterstoffen?
A
C en F atomen
B
F en H atomen
C
C en H atomen
D
Na en C atomen

Slide 9 - Quiz

Koolwaterstoffen behoren tot de ...
A
...elementen
B
...moleculaire stoffen
C
...zouten
D
...metalen

Slide 10 - Quiz

Bij gefractioneerde destillatie scheid je stoffen op basis van kookpunt. De stoffen met het hoogste kookpunt komen
A
bovenin de kolom, want deze moleculen hebben een sterke vdW-binding
B
onderin de kolom, want deze moleculen hebben een sterke vdW-binding
C
onderin de kolom, want daar is het het koudst
D
bovenin de kolom, want daar is het het warmst

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de covalenties van koolstof- en waterstof atomen?
A
de covalentie van C is 1 de covalentie van H is 1
B
de covalentie van C is 1 de covalentie van H is 4
C
de covalentie van C is 4 de covalentie van H is 1
D
de covalentie van C is 4 de covalentie van H is 4

Slide 12 - Quiz

Wat is de covalentie van stikstof?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Welk type vet bevat naar verhouding de meeste H-atomen?
A
verzadigd vet
B
onverzadigd vet
C
meervoudig onverzadigd vet
D
plantaardige olie

Slide 14 - Quiz

Is het volgende molecuul verzadigd of onverzadigd?
A
Verzadigd
B
Onverzadigd

Slide 15 - Quiz

Is het volgende molecuul verzadigd of onverzadigd?
A
Verzadigd
B
Onverzadigd

Slide 16 - Quiz

Is het volgende molecuul verzadigd of onverzadigd?
A
Verzadigd
B
Onverzadigd

Slide 17 - Quiz

Ga voor jezelf nu even na... Kun je nu:

  • Uitleggen wat koolwaterstoffen zijn? 
  • Uitleggen wat wordt verstaan onder covalentie + van aantal atomen de covalentie noemen? 
  • De begrippen vertakt en onvertakt, verzadigd en onverzadigd toelichten aan de hand van voorbeelden? 
  • Structuurformules van stoffen tekenen? 

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Maak de volgende opgaven van 8.1: 
Havo: 1,4,5,6 (f niet), 9,10,11,12
vwo: 2,4,5,7,8 (f niet)
Heel veel succes en mochten jullie vragen hebben, mail mij dan via Magister.


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide