Signaalwoorden en tekstverbanden

Welkom bij Nederlands
Signaalwoorden en tekstverbanden
Voordat de timer afgaat...
- Chromebook op tafel.
- Log in op Lesson Up.
- Monden dicht.
timer
3:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
Signaalwoorden en tekstverbanden
Voordat de timer afgaat...
- Chromebook op tafel.
- Log in op Lesson Up.
- Monden dicht.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Voorkennis van signaalwoorden en tekstverbanden ophalen.
  • Oefenen met signaalwoorden en tekstverbanden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben jullie vorige les gedaan?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van een signaalwoord?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Welke soorten tekstverbanden ken je?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Dus...
  • Een signaalwoord is een woord dat de relatie tussen zinnen of alinea's aangeeft.
  • Een tekstverband geeft aan hoe delen van een tekst met elkaar samenhangen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Hebben jullie een vraag? 
Is er een tekstverband dat jullie nog niet snappen.
Wat is een signaalwoord?
A
Een woord waarmee een verband wordt aangegeven tussen twee alinea's, zinnen of deelzinnen.
B
Een woord waarmee de schrijver wil zeggen dat er iets belangrijks komt.
C
Een woord waarmee de schrijver de aandacht wil trekken.
D
Een woord waarmee het einde van de tekst wordt aangeduid.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen functie van signaalwoorden in een tekst?
A
Signaalwoorden helpen de lezer
B
Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
C
Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
D
Signaalwoorden geven structuur aan een tekst.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen signaalwoord?
A
die
B
dus
C
maar
D
bovendien

Slide 10 - Quiz

Dus: conclusie
Maar: tegenstelling
Bovendien: opsomming

Voorbeelden van signaalwoorden zijn:
A
de, het, een
B
die, dat, wie, wat
C
eerst, daarna, vervolgens, omdat
D
jou, jouw, jullie, onze

Slide 11 - Quiz

A: lidwoorden
B: betrekkelijk voornaamwoorden
C: signaalwoorden
D: persoonlijke/bezittelijke voornaamwoorden
Tekstverband: vergelijking
A
net als
B
kortom
C
hierdoor
D
waarmee

Slide 12 - Quiz

A: vergelijking
B: conclusie
C: oorzaak-gevolg
D: vergelijking
Tekstverband: samenvatting
A
hierdoor
B
concluderend
C
om te
D
kortom

Slide 13 - Quiz

A: oorzaak-gevolg
B: conclusie
C: doel-middel
D: samenvatting
Tekstverband: uitleg/toelichting
A
zoals
B
samenvattend
C
echter
D
tenzij

Slide 14 - Quiz

A: uitleg/toelichting
B: samenvatting
C: tegenstelling
D: voorwaarde
Tekstverband: opsomming
A
nog
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
ten slotte

Slide 15 - Quiz

Al met al is samenvattend.
Tekstverband: tijdsvolgorde (chronologie)
A
Om te beginnen
B
dadelijk
C
als gevolg van
D
bijvoorbeeld

Slide 16 - Quiz

A: opsomming
B: tijdsvolgorde
C: oorzaak/gevolg
D: uitleg/toelichting
Werkblad
  • Wat?                            Maken van het werkblad.
  • Hoe?                            Uitgedeeld blad en pen.
  • Hulp?                           Nee
  • Tijd?                             5 minuten  
  • Klaar?                          Steek je vinger op.
timer
5:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bespreken werkblad

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is het tekstverband?


Hoewel ik Nederlands leuk vind, is het een moeilijk vak.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Wat is het tekstverband?


Mijn werk is niet leuk, dus ik neem ontslag.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Wat is het tekstverband?


Om te slagen moet ik een voldoende halen.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat is nu het nut van signaalwoorden?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Wat heb je er nu aan dat je tekstverbanden beter herkent?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hoe leidt dit tot een beter tekstbegrip?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Bedankt voor jullie aandacht!
Voor vrijdag: lezen t/m blz. 94

Slide 25 - Slide

This item has no instructions