Een samengestelde zin met een nevenschikkend voegwoord.
Bijzin + hoofdzin (onderschikkend)
zin 1: Ik leer goed voor mijn toets.
zin 2: Ik krijg zeker een hoog cijfer.
voegwoord: Als
Samengestelde zin: 3. Als ik goed voor mijn toets leer, krijg ik zeker een hoog cijfer.
Schrijf alle stappen op in je schrift.
1. Begin je zin met het voegwoord
2. Kopieer zin 1, maar verander de hoofdletter in een kleine letter en plaats de persoonsvorm aan het einde van zin 1.
3. Plaats een komma, want je moet altijd een komma plaatsen tussen 2 werkwoorden!
4. Kopieer zin 2, maar verander de hoofdletter in een kleine letter en verwissel het subject en de persoonsvorm van plek (inversie!) en kopieer de rest.
5. Eindig met een punt.