lastige werkwoorden

Staal/ blok 7/ week 2/ les 1
"Lastige" werkwoorden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Staal/ blok 7/ week 2/ les 1
"Lastige" werkwoorden

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Ik weet wanneer er achter het werkwoord 
in de tegenwoordige tijd een t (stam+t) geschreven wordt.

Kijk eerst maar eens naar het filmpje....

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is de regel?
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam+t,
behalve bij ik en als jij/je erachter staat. 
Is je een bezittelijk voornaamwoord? Dan stam+ t.



Voorbeeld
Jij vindt  het goed.                           Jij loopt naar huis.
Ik vind het goed.                               Ik loop naar huis.
Vind je het goed?                             Loop je naar huis?
Vindt je moeder het goed?          Loopt je moeder naar huis?


Slide 4 - Slide

Wel of geen t?
Vul in:
- vinden:               ik vind - jij vindt - vind jij?
- vermoeden:     ik......  - jij...... - ......jij?
- begeleiden:      ik...... - jij...... - ......jij?
- schudden:         ik...... - jij...... - ......jij?





Slide 5 - Slide

Is je een bezittelijk voornaamwoord?
Dan stam + t. Kijk maar:


-vinden:              Vindt je moeder?
-vermoeden:     Vermoedt je buurman?
-begeleiden:     Begeleidt  je hond? 


Slide 6 - Slide

Dictee

- Heb je een blaadje voor je?
- Heb je een pen (die het doet) of een potlood (met punt)?

Slide 7 - Slide

eerst woord
tweede woord
derde woord
zin 1
zin 2
zin 3

Slide 8 - Slide

Klaar?
Dan mag je het nu supergoed nakijken....


Slide 9 - Slide


de genieën 
(nieuwe categorie: 33, trema meervoud)

onlogisch

de explosie

Slide 10 - Slide


1. Vindt je zusje dat spannend? (je is een bezittelijk                                                                        voornaamwoord)


2. Zijn oom zei dat er in Chili en Argentinië zware       aardbevingen voorkomen.


3. Op Lara's computer zagen we het epicentrum.

Slide 11 - Slide

Kijk eens naar les 1 in je werkboek:
Opdracht 1: kleur het goede werkwoord.

Vind/ Vindt je zusje aardrijkskunde ook zo leuk?

Verbrand/Verbrandt je jouw mond door het hete eten?

Slide 12 - Slide

Einde
Je mag les 1 afmaken in je werkboek!
Vind je dat een goed idee?
Tuuuuurlijk!
Vindt je medewerker jou een topper?
Ja!

Slide 13 - Slide