spelling les 4

Routewoorden
Weet jij nog wat routewoorden zijn?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Spelling

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Routewoorden
Weet jij nog wat routewoorden zijn?

Slide 1 - Slide

Instructievideo
Let goep op tijdens het filmpje, want er komen wat vragen over de video. Bekijk eerst de video en ga daarna weer terug naar de opdrachten.

Slide 2 - Slide

Probeer zo veel mogelijk routewoorden in te vullen
Routewoorden

Slide 3 - Mind map

Voorbeelden
Onthoud ze goed dan gaan we zo kijken hoeveel je er hebt onthouden 
  • douchen
  • retour
  • boulevard
  • routine
  • coupé
  • souvenir
  • journaal

Slide 4 - Slide

Probeer zo veel mogelijk routewoord hieronder in te vullen.

Slide 5 - Open question


Slide 6 - Open question

Waarom schrijf ik radio's met een /'s/?

Slide 7 - Open question


Slide 8 - Open question


Slide 9 - Open question

'het journaal' is een routewoord. Kun je uitleggen wat een routewoord is?
Tip
Ik hoor j/oer/naal , maar ik schrijf journaal

Slide 10 - Open question

Welk routewoord is juist gespeld?
A
coepé
B
coupé
C
coeppe
D
coeppé

Slide 11 - Quiz


Slide 12 - Open question

financieel
kilowoord. Ik hoor /fie/nancie/eel/, maar ik schrijf /fi/nanci/eel.


Slide 13 - Slide


Slide 14 - Open question

Welk woord is juist gespeld?
A
keeveer
B
kever
C
keever
D
keveer

Slide 15 - Quiz

Klankgroepenwoord
Ik hoor k/ee/ver. 
Dat is de klankgroep kee. De laatste kan ee is een lange klank. 
En dan neem je een stukje van de ee af. 

En dan gaan we nu kijken of je het volgende woord dan goed kunt spellen.

Slide 16 - Slide


Slide 17 - Open question

Had je het woord in één keer goed?
A
Ja!!!!
B
Nee, maar de volgende keer wel

Slide 18 - Quiz


Slide 19 - Open question

Sleep de juiste woorden naar de juiste woordsoorten.
hulpwerkwoord
voltooid deelwoord
onderwerp
zelfstandig naamwoord
Vera Klazen
heeft
het 
geheim
steeds
in
dat
ijzeren
laatje
gestopt.

Slide 20 - Drag question

Klaaropdracht
In de tijd die je over hebt, ga je aan het werk met een categorie waar je nog beter in wilt worden.  Klik op de categorie om te oefenen.

Slide 21 - Slide