Plein M cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld?

3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld

Slide 1 - Slide

Maar voordat we met cursus 3.3 gaan beginnen nog even een korte kennistoets over cursus 3.2
(Hoe verloren vorsten hun macht?)

Slide 2 - Slide

Maak de volgende quiz
 over cursus 3.2

Slide 3 - Slide

Van welk land was
Lodewijk XVI de koning?
A
Engeland
B
Nederland
C
Frankrijk
D
Spanje

Slide 4 - Quiz

Lodewijk regeerde in de 'Tijd van pruiken en revoluties'. Wanneer was dat precies?
A
Tussen 1500 en 1600
B
Tussen 1600 en 1700
C
Tussen 1700 en 1800
D
Tussen 1800 en 1900

Slide 5 - Quiz

Absolute macht betekend..
A
Dat de macht verdeeld wordt over verschillende mensen
B
Dat de macht bij de burgers ligt
C
Dat de macht verdeeld is tussen de vorst en regentenfamilies
D
Dat de vorst alle beslissingen neemt zonder te overleggen

Slide 6 - Quiz

Ander woord voor absolute macht is absolutisme
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Lodewijk XVI...
had als vorst de abolute macht.
...was getrouwd met Marie-Antoinette.
...gaf belachelijk veel geld uit.
...wilde dat het volk heel veel belasting aan hem betaalde.

Slide 8 - Slide

Wat vond de bevolking van
Lodewijk XVI?
A
Ze werden boos en kwamen in opstand
B
Ze vonden het wel prima
C
Ze werden bang en deden alles wat hij zei

Slide 9 - Quiz

In welk jaar vond de Franse revolutie plaats?
A
1718
B
1789
C
1795
D
1798

Slide 10 - Quiz

Waarmee begon de Franse Revolutie?
A
Met de onthoofding van Lodewijk XVI
B
Toen Napoleon koning van Frankrijk werd
C
Met de bestorming van een gevangenis vol met tegenstanders
D
Toen Lodewijk XVI naar het buitenland vluchtte

Slide 11 - Quiz

De Franse Revolutie
14 juli 1789 bevolking kwam in opstand tegen de Franse koning.
Bestorming Bastille, Middeleeuws kasteel dat de koning als gevangenis gebruikte.
Op het platteland kwamen boeren in opstand tegen de adel.
De Franse Revolutie was uitgebroken.
De Revolutionairen namen het bestuur over.
Lodewijk mocht eerst nog wel koning blijven, maar raakte zijn macht kwijt.
Jaar later.............................?

Slide 12 - Slide

Onrust in Frankrijk
Wie heeft er nu de macht?
- Een aantal ministers grijpt de macht
- Het leger vecht in Frankrijk om relschoppers tegen te houden

Slide 13 - Slide

NAPOLEON
- Grijpt de macht
- Ontslaat alle ministers
- Wordt uiteindelijk keizer van Frankrijk
- Verovert tussen 1812-1813 grote stukken van Europa, maar wordt uiteindelijk verslagen door de tegenstander (o.a. Pruissen, Oostenrijk en Groot-Brittannië)

Slide 14 - Slide

Wat gebeurt er met Napoleon?
A
Hij wordt vermoord
B
Hij wordt opgevolgd door zijn zoon
C
Hij wordt verbannen naar een eiland
D
Hij blijft gewoon aan de macht, maar heeft nu minder macht

Slide 15 - Quiz

De Nederlanden
- Ook in de Nederlanden was niet iedereen het eens met de leider.
- Dit was de stadhouder.

Slide 16 - Slide

WILLEM V

Slide 17 - Slide

Hoe heten de tegenstanders van de stadhouder?
A
patriotten
B
verzetsstrijders
C
revolutionairen

Slide 18 - Quiz

Stadhouder Willem V
De patriotten vochten tegen de stadhouder omdat ze wilden dat het volk meer macht kreeg = democratische revolutie

Slide 19 - Slide

Dat was lastig...
Willem V kreeg hulp van een leger uit Pruisen (Duitsland)
De patriotten kregen hulp van Frankrijk
Bataafse Revolutie
De patriotten wonnen!

Slide 20 - Slide

Willem V werd verslagen
Willem vlucht naar Engeland en de Bataafse republiek wordt uitgeroepen (1795).
Er werden verkiezingen gehouden voor een Nationale vergadering.
1798 het eerste grondwet

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Het geboorteuur van het grondwet

Slide 23 - Slide

Cursus 3.3:
Hoe zijn rechten en plichten geregeld?

Slide 24 - Slide

1798: het eerste Nederlandse grondwet
  • Grondleggers: de patriotten tijdens de Bataafse republiek
  • regelt rechten en plichten, wie de macht heeft in NL en hoe NL bestuurd wordt
  • geldt voor iedereen: burgers en overheid (rechtsstaat)
  • de belangrijkste rechten noemen we grondrechten (bijv. vrijheid van meningsuiting)

Slide 25 - Slide

1813: een nieuwe grondwet
  • Nederland wordt koninkrijk (verandering in bestuur)
  • Willem I (zoon van Willem V) wordt koning van NL, maar ook regeringsleider

Slide 26 - Slide

1848: opnieuw een nieuwe grondwet
  • Koning (Willem II) alleen nog staatshoofd, hij kreeg dus minder macht
  • Regeringsleider is nu de minister-president
  • ministers vormen de regering en besturen het land
  • Kiesrecht voor Nederlanders (parlementaire democratie), eerst alleen voor rijke mannen

Slide 27 - Slide

Bekijk de volgende video en maak de quiz op dezelfde website (10 vragen).
App je score door in de groepschat van Teams!

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Vul hier jouw score in van de quiz 

Slide 30 - Mind map

Maak nu in je werkboek vanaf blz. 94 de opdrachten 1 t/m 5

Slide 31 - Slide