What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Mij of me? Je moet kiezen!
Me fiets?
M'n neus!
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Me fiets?
M'n neus!
Slide 1 - Slide
In deze les leer je wanneer je
mij
of
me
of
mijn
of
m'n
moet gebruiken
Zodat je nooit meer schrijft:
me
fiets ,
me
neus,
me
moeder
maar wel: het is
me
helemaal duidelijk
Slide 2 - Slide
Weet je nog wat persoonlijke voornaamwoorden zijn? Zoek het persoonlijk voornaamwoord.
A
hem
B
ik
C
haar
D
mijn
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
Weet je nog wat bezittelijke voornaamwoorden zijn?
A
mijn
B
ik
C
me
D
jij
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
even oefenen
Slide 7 - Slide
Kies de zin met een persoonlijk voornaamwoord erin
A
Bodhi loopt naar school.
B
Diek is klaar, hij is blij.
C
Fynn maakt haar huiswerk.
D
Vandaag eet Lars zijn bord helemaal leeg.
Slide 8 - Quiz
Zoek de zin waar een bezittelijk voornaamwoord in staat.
A
Femme is er helemaal klaar mee.
B
Moos lacht zich rot.
C
Lotta gooit met haar pen.
D
Ze lachen om Jimmy's video.
Slide 9 - Quiz
kijk naar het filmpje
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Als je niet meer weet of het jou fiets of jouw fiets is, kun je de truc gebruiken
Slide 12 - Slide
Schrijf in je eigen woorden op wat de truc is die in het liedje wordt uitgelegd.
Slide 13 - Open question
even oefenen
Slide 14 - Slide
Welke zin is fout? (tip: vervang het woordje 'jou' door 'mij' of 'mijn')
A
Jop, dit is jou boek.
B
Dit boek is van jou, Nuria.
C
Dit is jouw boek, Chloé.
D
Milan geeft jou het boek.
Slide 15 - Quiz
welke zin is fout?
A
Meester Chris, dit is uw boek.
B
Robin geeft u het boek.
C
Elena geeft het boek aan u.
D
Hoe gaat het met uw?
Slide 16 - Quiz
welke zin is fout?
A
Ik geef het aan me moeder.
B
Ik geef het aan m'n moeder.
C
Ik geef het aan mijn moeder.
D
Mijn moeder geeft het aan mij.
Slide 17 - Quiz
Opdracht: Schrijf hier een zin met minstens twee persoonlijke voornaamwoorden.
Slide 18 - Open question
Opdracht: Schrijf hier een zin met minstens twee bezittelijke voornaamwoorden.
Slide 19 - Open question
Morgen het vervolg op deze les, maar kijk eerst even dit filmpje
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Tot morgen!
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Groep 7-8 | taal | persoonlijke voornaamwoorden
August 2025
- Lesson with
27 slides
by
TisTaal by Dutchily E.E.
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 7,8
TisTaal by Dutchily E.E.
Persoonlijke hygiëne
April 2023
- Lesson with
33 slides
by
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+3
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Groep 5-6 | taal | persoonlijke voornaamwoorden
August 2025
- Lesson with
18 slides
by
TisTaal by Dutchily E.E.
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
TisTaal by Dutchily E.E.
Groep 5-6 | taal | persoonlijke voornaamwoorden
June 2025
- Lesson with
17 slides
by
TisTaal by Dutchily E.E.
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
TisTaal by Dutchily E.E.
London, the movie
December 2018
- Lesson with
6 slides
by
Dé Schoolreisgids
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
4 Mavo 25 sep
July 2025
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Toets woordsoorten 1v
March 2019
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Gender
October 2021
- Lesson with
32 slides
by
Kidsweek in de Klas
Mediawijsheid
Wereldoriëntatie
+3
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas