Wk 37: Getallenlijnen, grote getallen, negatieve getallen en afronden

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Domein getallen:

* Getallenlijnen

* Grote getallen

* Negatieve getallen

* Afronden van decimale getallen

Domein getallen:

* Getallenlijnen

* Grote getallen

* Negatieve getallen

* Afronden van decimale getallen

Lesdoel:

- De leerlingen kunnen getallen op een getallenlijn plaatsen.

- De leerlingen kunnen grote getallen in cijfers en woorden opschrijven.

- De leerlingen kunnen rekenen met negatieve getallen.

- De leerlingen kunnen decimale getallen afronden op helen, tienden, honderdsten en duizendsten.

Getallenlijn

Hoe groot zijn de sprongen op de getallenlijn?

1. sprongen van 10
2. sprongen van 100
3. sprongen van 500

Welk getal hoort op de getallenlijn?

1. A = 33 B = 162
2. A = 27 B = 162
3. A = 27 B = 158
4. A = 33 B = 158

Lees het getal B af op de getallenlijn

1. 0,2
2. 1,2
3. 0,4
4. 1,4

Lees het getal D af op de getallenlijn

1. 0,95
2. 0,095
3. 1,095
4. 1,95

Grote getallen

Grote getallen

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
vijftigduizend

1. 500
2. 5000
3. 500.000
4. 50.000

Schrijf als getal:
drie miljoen negenhonderd twintigduizend

Waarom schrijf een punt tussen cijfers in grote getallen
(of laat je een stukje open)

1. om het goed uit te spreken
2. zomaar
3. omdat het mooi staat
4. weet niet

Hoe schrijf je 2,7 miljard in cijfers?

1. 27.000
2. 2,700,000,000
3. 2.700.000.000
4. 2,700,000

Zet de getallen van klein naar groot:
a. 4.085.679.000
b. 4,85 miljoen
c. 4,1 miljard
d. 4.445.119

1. a b c d
2. b a d c
3. d b a c
4. a b d c

Geef het antwoord in cijfers:
Achthonderdvijfenzeventigduizend - tweehonderdvijftigduizend

Negatieve getallen

Uitleg negatieve getallen

Negatieve getallen

Doelen

• Je weet wat negatieve getallen zijn.
• Je snapt de waarde van negatieve getallen.
  
• Je kunt negatieve getallen op een getallenlijn plaatsen.
  
• Je kunt optel- en aftreksommen met negatieve getallen oplossen.

De waarde van negatieve getallen

Negatieve getallen (min-getallen) zijn getallen onder 0.
De waarde kan je goed zien op een getallenlijn.




Hoe meer naar rechts een getal staat, hoe hoger de waarde.
Hoe meer naar links een getal staat, hoe lager de waarde.

Dus hoe groter een negatief getal, hoe minder het waard is!

Rekenen met negatieve getallen

Denk aan de getallenlijn. Dan zie je welke kant je op moet rekenen:
min is naar links (de waarde wordt lager),
plus is naar rechts (de waarde wordt hoger).

Bijvoorbeeld
-6 + 2 = -4

Op dit niveau oefenen de leerlingen nog niet met het optellen en aftrekken van negatieve getallen (bijvoorbeeld
6 - -2 of 6 + -2).

Negatieve getallen 'in het echt'

Negatieve getallen kom je in de dagelijkse praktijk best vaak tegen.
Bijvoorbeeld:

• Als het vriest is het een negatief aantal graden Celsius.
• Als je rood staat op de bank heb je een negatief aantal euro's.
• De hoogte onder de zeespiegel is een negatief aantal meters.

Zet de getallen onder elkaar in volgorde van laag naar hoog.

8, -10, 15, -24, 30

Begin bij de negatieve getallen: de grootste zijn het minst waard. Bij de positieve getallen is het andersom.
Vind je het nog moeilijk? Zet de getallen in je hoofd op een getallenlijn.

35 - 65=

Afronden

Regel

Bij afronden kijk je naar het eerste cijfer dat
je niet meer laat staan. Dan geldt:

Bij de getallen 0, 1, 2, 3 en 4 rond je omlaag af.
Er gebeurt niks met het laatste cijfer dat je laat staan.

Bij de getallen 5, 6, 7, 8 en 9 rond je omhoog af.
Je verhoogt het laatste cijfer dat je laat staan met 1.

Afronden op hele getallen.
15,49 wordt:

1. 16
2. 15
3. 15,5
4. 15,4

Afronden op hele getallen.
24,63 wordt:

1. 24
2. 25
3. 24,7
4. 24,6

Afronden op 1 decimaal:

3,45

1. 3,4
2. 3,40
3. 3,5
4. 3,50

Afronden op 1 decimaal:

86,73

1. 86
2. 87
3. 86,7
4. 86,8

Afronden op 2 decimalen:
4,56734

1. 4,56
2. 4,6
3. 4,567
4. 4,57

Afronden op 2 decimalen:
12,5463

1. 12,54
2. 12,5
3. 12,6
4. 12,55

Als je het getal 87,3526118 afrond op 3 decimalen dan wordt het:

1. 87,3
2. 87,4
3. 87,352
4. 87,353

Als je het getal 0,34556 afrond op 3 decimalen dan wordt het:

1. 0,346
2. 0,345
3. 0,300
4. 0,350

Afronden met geld doen we met hoeveel cijfers achter de komma?

1. 1 decimaal
2. 2 decimalen
3. 3 decimalen
4. 4 decimalen

Rondvraag

Vragen ?