Verschillende doelgroepen in de zorg

Verschillende doelgroepen
Welzijn
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verschillende doelgroepen
Welzijn

Slide 1 - Slide

Doelgroepen
Als verzorgende IG kun je met verschillende doelgroepen werken.
We behandelen de volgende doelgroepen:
- Somatiek en PG
- NAH
- Revalidatie en reactivering
- Verstandelijk en/of lichamelijk beperkten


Slide 2 - Slide

Somatiek
Wat betekent somatisch...?

De zorg en de behandeling bij een chronische lichamelijke beperking

Voorbeelden van aandoeningen?

Slide 3 - Slide

- Ziekte van Parkinson
- Chronische bronchitis en longemfyseem (COPD)
- CVA (hersenbloeding of beroerte)
- Nierfalen
- Hartfalen
- Reuma
- Kanker

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Psychogeriatrie
Wat zou psycho betekenen..?
Wat zou geriatrie betekenen..?


Slide 7 - Slide

De psychogeriatrie is het onderdeel van de geneeskunde dat zich bezighoudt met aandoeningen die gepaard gaan met beperkingen van de geestelijke vermogens op hogere leeftijd.

In de praktijk houdt men zich bezig met blijvende/toenemende cognitieve beperkingen op basis van verschillende dementiële beelden.

Slide 8 - Slide

Meest voorkomende vormen van dementie
- Alzheimer
- Vasculaire dementie
- FTD (frontotemporale dementie)
- Lewy body

Beschrijf de kenmerken/symptomen en de oorzaak

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

NAH (niet aangeboren hersenletsel)

- Ontstaat ná de geboorte. Geen genetische afwijking
- Vaak gevolg van ongeluk of specifieke gebeurtering (=trauma)
- Zichtbare gevolgen
- Gevolgen voor cognitie, motoriek en zintuigen.
- Vergt aanpassing in het leven

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Ontstaan NAH
Traumatisch hersenletsel
- Klap op hoofd
- Ongeluk

Niet-traumatisch hersenletsel
- Verandering in de hersenen --> bijvoorbeeld dementie
- CVA
- Zuurstof tekort
- Hersentumor
- Vergiftiging (alcohol, drugs, gevaarlijke stoffen)

Slide 13 - Slide

Kenmerken NAH????

Slide 14 - Slide

Kenmerken NAH
- Moeite met bewegen of verlamming
- Afasie
- Problemen met plannen
- Oriëntatieproblemen en concentratieproblemen
- Vergeetachtigheid
- Problemen met waarnemen (bijv het niet herkennen van gezichten of voorwerpen)
- Overprikkeling
- Minder initiatief

Slide 15 - Slide

Opdracht
1. Kies een ziektebeeld wat past bij NAH
2. Wat zijn de kenmerken van dit ziektebeeld?
3. Wat zijn communicatieve gevolgen van dit ziektebeeld?

Slide 16 - Slide

Revalidatie
Revalidatie is een medische term die herstel betekent.

Of letterlijk weer valide worden na een ongeval, ziekte of medische ingreep zoals een operatie.

Slide 17 - Slide

Reactivering
- Is letterlijk het opnieuw actief maken.
- Doel om zorgvrager binnen verzorging of- verpleeghuis zo goed mogelijk te laten functioneren.
- Verschil met revalidatie:
geen verschillende disciplines
verschillende locaties

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

3 verschillende oorzaken waardoor revalidatie nodig kan zijn
Niet-neurologisch 


Neurologisch


Geriatrische revalidatie

Slide 20 - Slide

3 verschillende oorzaken waardoor revalidatie nodig kan zijn
Niet-neurologisch 
Oorzaak ligt in het lichaam

Neurologisch
Oorzaak ligt in de hersenen 

Geriatrische revalidatie
Oorzaak ligt in de ouderdom

Slide 21 - Slide

Lichamelijke en/of verstandelijke beperking

Slide 22 - Slide

Beperking
Iets in je lichaam waardoor je niet zonder medische hulp kan leven.

De term meervoudige beperkingen wordt meestal gebruikt voor mensen die naast een verstandelijke beperking ook een lichamelijke beperking hebben.

Slide 23 - Slide

Wat kan de oorzaak van een verstandelijke beperking zijn?
- Erfelijkheid
- Gevolg van een syndroom of stoornis (bijv downsyndroom)
- Geen optimale zwangerschap (roken, drinken, drugs)
- Zuurstof tekort tijdens de bevalling
- Hersenvliesontsteking, ziekte of een ernstig ongeluk. Dit valt onder NAH

Slide 24 - Slide

Indeling verstandelijk beperkten
Licht verstandelijk beperkt: IQ 50-70 (70%)
--> Ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar
Matig verstandelijk beperkt: IQ 35 tot 50
--> Ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar
Ernstig verstandelijk beperkt: IQ 20-35
--> Ontwikkelingsleeftijd 3-5 jaar
Zeer ernstig verstandelijk beperkt: IQ minder dan 20 (5%)
--> Ontwikkelingsleeftijd onder de 3 jaar

Slide 25 - Slide

Een persoon met een lichamelijke of motorische beperking is iemand die door een probleem aan zijn lichaam gehinderd wordt in zijn handelingen en/of bewegingen

Aangeboren oorzaken
- erfelijk bepaald
- ontstaan tijdens de zwangerschap
Niet aangeboren oorzaken
- bijvoorbeeld een ongeluk of een bepaalde ziekte waardoor je bijvoorbeeld blind wordt of een lichaamsdeel kwijtraakt

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Waar staat GGZ voor?

Slide 28 - Mind map

Welke psychiatrische ziektebeelden ken je?

Slide 29 - Mind map

Wie mag een psychisch ziektebeeld vaststellen bij een persoon?
A
Huisarts
B
Psycholoog
C
Psychiater
D
Gedragsspecialist

Slide 30 - Quiz

Welke arts mag medicatie voorschrijven?
A
psychiater
B
psycholoog

Slide 31 - Quiz

Kenner van het innerlijk van mensen
A
psychiater
B
psycholoog

Slide 32 - Quiz

Een psycholoog mag medicatie voorschrijven
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Doelgroepen
  • Kinder- en jeugdpsychiatrie
  • Acute Psychiatrie
  •  Chronische psychiatrie
  • Verslavingszorg
  • Ouderen psychiatrie
  • Forensische psychiatrie

Slide 35 - Slide

Einde :)
De volgende les zullen we de theorie herhalen door middel van een Kahoot

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide