Symbolisme, DADA , surréalisme et modernisme

Herhalingsvragen
Le romantisme
1 / 55
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Herhalingsvragen
Le romantisme

Slide 1 - Slide

Verklaar het ontstaan van de romantiek (+- 1800 in Frankrijk).

Slide 2 - Open question

Wat hebben de industriële revolutie en de romantiek met elkaar te maken?

Slide 3 - Open question

In de romantiek ontstaat tevens "le culte du moi", het individu dat met zijn persoonlijke gevoelens centraal staat.
Waarop is dit een reactie?
Welke nieuwe literaire genres ontstaan hierdoor?

Slide 4 - Open question

Tot welk literair genre behoort "Les Misérables" van Victor Hugo?
Verklaar je antwoord.

Slide 5 - Open question

Geef het synoniem voor het eerder vernoemde "mal du siècle".
Wat is het doel van deze romantische poëzie?

Slide 6 - Open question

Herhalingsvragen
Le réalisme et le naturalisme

Slide 7 - Slide

Het realisme en naturalisme ontstaan rond 1900, een periode die in Frankrijk gekenmerkt wordt door grote politieke en sociale onrust.
Vanwaar komen deze onrusten?

Slide 8 - Open question

Het realisme vormt een breuk met de romantiek, die zich richtte op het uiten van individuele gevoelens. Waarin resulteert deze breuk? Wat is m.a.w. het doel van het realisme en het naturalisme?

Slide 9 - Open question

Het realistische schrijvers brengen vernieuwing. Dit doen ze zowel thematisch als in hun manier van vertellen. Licht beide vernieuwingen nader toe.

Slide 10 - Open question

Noem de drie bekendste realistische auteurs, noem van eenieder van hen één bekende roman en duid waarom en hoe hun werk kenmerkend is voor het realisme.

Slide 11 - Open question

Het naturalisme is een verhevigde vorm van het realisme. Licht dit toe.

Slide 12 - Open question

Wie was de belangrijkste woordvoerder van deze stroming en waarom?

Slide 13 - Open question

Na le romantisme, réalisme et naturalisme
Du symbolisme au modernisme

Slide 14 - Slide

Reminder:
Leerdoelen literatuurgeschiedenis !
  • Politieke, religieuze, economische en sociale omstandigheden per periode kunnen beschrijven en kunnen aangeven hoe die omstandigheden van invloed waren op de literatuur uit die tijd.
  • literaire genres met bijbehorende kenmerken kunnen noemen 
  • belangrijkste schrijvers en hun werken kunnen benoemen   
  • bronteksten kunnen herkennen aan specifieke kenmerken en kunnen plaatsen in een historisch literaire periode of een literaire stroming 
  • *ontwikkeling van de taal in de loop der tijd kunnen beschrijven en de invloed van die ontwikkeling op de literatuur (bijv. in de Renaissance werd de Franse taal verrijkt met klassieke en Italiaanse elementen om de taal de status van het Latijn te geven)

Slide 15 - Slide

Frankrijk eind 19e eeuw
 tot aan de eerste wereldoorlog
-periode van relatieve stabiliteit (onder regime van de Derde Republiek -1870 - 1940) na jaren van onrust en revoluties 

= la Belle Époque (1875-1914)


Slide 16 - Slide

timer
1:00
Wat betekent "La Belle Époque" zowel
letterlijk als figuurlijk?
Wat associeer je met deze periode? (1875 - 1914)

Slide 17 - Mind map

La Belle Époque 
(1875 - 1914)
"Het mooie tijdperk" 
= Gekenmerkt door algemene welvaart, een enorme ontplooiing van de kunsten en wetenschappen en een grote mate van maatschappelijke rust.
Dit ging gepaard met een opleving van handel, verkeer en toerisme tussen verschillende Europese staten.
De eerste vliegtuigen, auto's en metro's doen hun intrede en er ontstaan nieuwe kunstvormen (film + fotografie) en middelen van commucatie (telefoon + radio).

Slide 18 - Slide

Wereldtentoonstelling 1889
Parijs
La tour Eiffel
Wat is een "wereldtentoonstelling" ?
Waarom ontstaan ze op dat moment?  
(1875-1914)
Wat heeft de Eifeltoren hiermee te maken?
timer
2:00

Slide 19 - Slide

Wereldtentoonstellingen
gigantische evenementen die een enorm oppervlak in beslag namen, een half jaar open bleven voor het publiek en jaren van intensieve voorbereidingen vereisten. 
Elk participerend land had er zijn eigen paviljoen (prachtige bouwwerken) waar de meest opzienbarende recente ontwikkelingen op velerlei gebied werden getoond. 
Het was de tijd waarin er qua expositieruimten geëxperimenteerd werd met bouwwerken van ‘fonte et verre’ (gietijzer en glas) (bijv. Chrystal Palace - 1851 - Hyde Park (Londen) & Grand Palais des Beaux-Arts - Parijs wordt gebouwd  - vooruitlopend op de wereldtentoonstelling van 1900. 
Veel bouwwerken werden, vanwege het tijdelijke karakter, na de wereldtentoonstellingen weer afgebroken, maar er is ook veel bewaard gebleven

Slide 20 - Slide

Les expositions universelles de 1889 & 1900 à Paris
L'Exposition universelle de Paris de 1889 est la dixième Exposition universelle organisée
Son thème est la Révolution française, dans le cadre du centenaire de cet événement. 
C'est à l'occasion de cette Exposition commémorative que la tour Eiffel est construite.

L'Exposition universelle de 1900 est la cinquième exposition universelle organisée à Paris.
Manifestation emblématique de la Belle Époque et de l'Art nouveau, elle lègue à Paris plusieurs bâtiments dont le Petit Palais et le Grand Palais. Le thème est « Bilan d'un siècle ». 
Victor Guimard a 33 ans lorsqu’il est choisi par le président de la Compagnie des chemins de fer métropolitain de Paris (C.M.P) pour dessiner les bouches d’entrée du métro, le tout nouveau moyen de transport qui sera mis en service pour l’exposition universelle de 1900.

Slide 21 - Slide

La Première Guerre mondiale
= abrupt einde van het optimisme = la Grande Guerre (loopgravenoorlog)
Duitsland - Oostenrijk - Hongarije - Turkije (de centralen) 
<-> 
Frankrijk - Engeland - Rusland (de geallieerden)
Uitkomst? 
Door het gebruik van moderne wapens vallen er miljoenen slachtoffers.
De centralen verliezen de oorlog na vier jaar uitzichtloze strijd. 


Slide 22 - Slide

L'entre-deux-guerres (1919-1939)
La Grande Guerre -> van optimisme (Belle Époque) naar desillusie
Technologische vooruitgang kan ook vernietiging brengen -> verschrikkingen van de oorlog        ->  lijden, dood en rouw worden in de kunst terugkerende thema's tussen de 2 wereldoorlogen!
Vergeten van deze 4 verwoestende jaren =  les années folles (jonge generatie stort zich op het uitgaansleven)
! Na beurscrash 1929 -> Frankrijk in zware economische crisis - > groeiende dreiging nazisme en fascisme -> vele schrijvers worden politiek actief om hun idealen te verdedigen

Slide 23 - Slide

La crise des valeurs traditionelles
Technologische vernieuwing en vooruitgang kan ook vernietiging brengen -> 19e eeuwse wetenschappers zijn te optimistisch geweest over de vooruitgang!
1. Filosofen als Nietzsche en Freud -> mens is geen rationeel wezen dat overwogen keuzes maakt, in crisissituaties komen duistere instincten boven. 
2. Het christelijke geloof is op zijn retour -> moderne, individualistische mens is steeds minder bereid om zich te onderwerpen aan de hogere macht <-> traditionele christelijke normen en waarden staan ter discussie.


Slide 24 - Slide

Naissance de la poésie moderne
Het idee dat de mens is géén rationeel wezen en het feit dat christelijke waarden en normen op hun retour zijn, vertaalt zich in de literatuur in de werken van de modernisten. 
Zij stellen de traditionele zekerheden ter discussie door te laten zien dat er geen objectieve kennis of absolute waarheid bestaat!

Zij bevrijden de poëzie van allerlei regels ( geen regelmatig rijm en metrum = "vers libre") ->
deze "revolutie" in de poëzie kent haar hoogtepunt tijdens en na W.O. I. 


Slide 25 - Slide

La poësie moderne
I. le symbolisme
II. Dada
III. le surréalisme

Slide 26 - Slide

timer
2:00

Wat weet je al over deze stromingen
in de (Franse) kunst en literatuur?
(symbolisme - dada- surrealisme)

Slide 27 - Mind map

Ommezwaai van 
realisme & naturalisme 
naar symbolisme
Een periode waarin schrijvers onder aanvoering van Émile Zola de werkelijkheid van de sociale onderklasse beschrijven. Naturalisten dienen zich volgens Zola te gedragen als wetenschappers die een experiment doen. Ze geloven in het principe van het determinisme, dat inhoudt dat een mens gevormd wordt door zijn genen alsook door de omstandigheden waaraan hij blootgesteld wordt.
Alledaagse werkelijkheid=onderwerp voor kunst

Slide 28 - Slide

I. Le symbolisme 
(1880 - 1910)
Is het verzet tegen de wetenschappelijke benadering van het realisme en het naturalisme, tegen het bestaan van een objectieve werkelijkheid.
Zij geloven juist in het bestaan van een wereld buiten de empirisch waarneembare, reële wereld. Zij trachten het onzegbare uit te drukken door middel van metaforen.
Verbeeldingskracht, fantasie en intuïtie worden centraal gesteld en hun vormtaal is symbolisch. Het symbool wordt een waarneembaar teken dat verwijst naar een niet-waarneembare wereld. 
Het symbolisme kenmerkt zich door een sterke hang naar het verleden en een gerichtheid op het onderbewuste, het onverklaarbare. Innerlijke en irrationele ervaringen worden belangrijk, met de nadruk op droomwerelden en de dood.

Slide 29 - Slide

Symbolisme = retour au romantisme? 
Het symbolisme wortelt namelijk in de romantiek, de periode voor het realisme. 
De symbolisten wijzen het realisme en naturalisme zoals gezegd nadrukkelijk af. 
Hun grote held is een  schrijver uit de late romantiek, Charles Baudelaire, de eerste moderne schrijver van zijn tijd en tevens een opvallende figuur. Hij is hun grote voorbeeld zowel vanwege zijn vernieuwende poëzie als zijn bohémienleven. (Een leven vol drank, drugs en vrouwen.)
Hij verliest als jonge jongen zijn vader en zijn stiefvader belichaamt alles waaraan hij een hekel heeft, maakt vanuit die pijn en verdriet kennis met hasj en opium, leeft als een bohémien in Parijs en heeft door dit alles de reputatie van een echte dandy. (Een volstrekt onafhankelijke figuurlijk die zich afzet tegen alles dat neigt naar middelmatigheid en uniformiteit. )

Slide 30 - Slide

Les poètes maudits
Symbolische dichters noemen zich les poètes maudits (vervloekte dichters), omdat ze zich niet begrepen voelen door het publiek en zich niet aan de maatschappij kunnen of willen aanpassen. 

Un poète maudit désigne en général un poète qui, incompris dès sa jeunesse, rejette les valeurs de la société, se conduit de manière provocante, dangereuse, asociale ou autodestructrice (en particulier avec la consommation d'alcool et de drogues), rédige des textes d'une lecture difficile et qui meurt avant que son génie ne soit reconnu.

Paul Verlaine en Arthur Rimbaud zijn de belangrijkste symbolische dichters. 
Dit tonen ze o.m. in hun antiburgerlijke manier van leven. (*V. en R. hadden een liefdesrelatie...)

Slide 31 - Slide

p.86/87 - literatuurboek - interpretatie gedicht
Le symbolisme 
Paul Verlaine
Il pleure dans mon coeur

De poëzie van Verlaine staat bekend om haar muzikale karakter.
Dit gedicht komt uit een serie die hij "Ariettes" (melodietjes) heeft genoemd. 
Het beeldt een gevoel uit door te spelen met klank en ritme.

timer
15:00

Slide 32 - Slide

II.Le Dadaïsme - alles is kunst, niets is kunst
Dada is een internationale artistieke beweging die zich afzet tegen de verschrikkingen van WO I. De beweging ontstaat in 1916 in Zürich, gevluchte schrijvers en kunstenaars zich hebben daar verzameld. De stijlnaam Dadaïsme is afgeleid van ‘dada’, het stamelwoordje van een klein kind.

De dadaïsten stelden zich ten doel de zinledigheid (ontbreken van zin) van de moderne maatschappij aan de kaak te stellen. Ze streven naar een totale bevrijding van het individu en van de heersende conventies binnen de kunstwereld door ready-made artikelen te presenteren als kunst. (ready-made: het principe waarbij een bestaand object tot kunst wordt verheven)
Veel dadakunst heeft daardoor een speels en provocerend karakter.
 

Slide 33 - Slide

Het meest bekende voorbeeld uit de beeldende kunst
 is het urinoir van Marcel Duchamp uit 1917.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Tristan Tzara
Één van de leiders van de dadabeweging is de Frans-Roemeense dichter Tristan Tzara.
In 1919 vestigt hij zich in Parijs en wordt de spil van de dadabeweging, die in loop van de jaren 1920 overgaat in het surréalisme.
Tzara geeft tijdschriften uit, organiseert voorstellingen en exposities en formuleert de uitgangspunten van de dadabeweging in een aantal manifesten.  

Maak opdrachten 4 en 5 uit je literatuurboek op p.88/89.
Tristan Tzara - Pour faire un poème dadaïste
timer
15:00

Slide 37 - Slide

Herhalingsvragen 
Voorgaande les(sen)

Slide 38 - Slide

timer
1:00
Wat roept de stroming
"surrealisme" bij je op?

Slide 39 - Mind map

III. le surréalisme
Onder invloed van de dadabeweging is de traditionele manier van kijken naar en denken over kunst op losse schroeven komen te staan. De teleurstelling over de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog doen een nieuwe wind waaien. Kunst wordt een manier om bestaande overtuigingen te onderzoeken en op een andere manier naar de werkelijkheid te kijken. De surrealisten onderzoeken de grenzen van het onderbewuste

Geïnspireerd door de ideeën van Sigmund Freud stellen surrealisten de de bewustzijnstoestand van de droom centraal (gekenmerkt door vrije associaties). Surrealisten proberen hun fantasie zo veel mogelijk de vrije loop te laten. 
(Voorbeelden hiervan zijn o.a. het schilderen van droombeelden, het tekenen en schrijven zijn ook een manier om het onderbewuste te tonen. In teksten wordt vrij geassocieerd.)

Slide 40 - Slide

Sigmund Freud
Op welke manier droeg hij bij aan het surrealisme? Welk van zijn opvattingen beïnvloedde deze stroming?
Vat kort en bondig samen!
timer
2:00

Slide 41 - Open question

III. le surréalisme
Het surréalisme in de Franse literatuur ontstaat in de jaren 1920 onder leiding van André Breton (1896 - 1966). Hij bedenkt bijvoorbeeld de écriture automatique, een manier om je onbewuste gevoelens te uiten door op te schrijven wat er spontaan in je opkomt. 

Typisch voor surrealistische teksten zijn de onverwachte woordcombinaties, waardoor er bijzondere beelden ontstaan

Ook in de fotografie, film- en schilderkunst wordt surrealistisch werk gemaakt.
 Het bekendste voorbeeld hiervan zijn de droomachtige schilderijen van Salvador Dalí.

Slide 42 - Slide

timer
2:00

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Le cadavre exquis
Dit is het favoriet gezelschapsspelletje van de surrealisten
Ze zoeken naar nieuwe manieren om kunstwerken te laten ontstaan. 
In "le cadavre exquis" moeten 5 deelnemers om beurten een zinsdeel noteren zonder dat ze zien wat de vorige deelnemer heeft geschreven. Vooraf is alleen de volgorde van de woordsoorten bepaald. Hierdoor ontstaan absurde zinnen die volledig losstaan van een rationele werkelijkheid.  
Vervolgens probeerden ze de op deze manier ontstane zinnen te verbeelden in een tekening.

Slide 45 - Slide

Travaillez à quatre pour créer 
un cadavre exquis en français
-schrijf allemaal in het Frans het onderwerp van een zin op (lidwoord + ZN enk. + bijpassend BN)
-vouw het papier zo op dat de tekst niet leesbaar is en geef het door aan de persoon naast je.
-noteer op het papier dat je krijgt een wkwvorm in de 3e p. enk., vouw het weer op en geef door.
-maak in de derde ronde het lijd. vwp. (lidwoord + ZN)
-beschrijf tenslotte de plaats waar de handeling zich afspeelt (vz + lidw. + ZN)
-vouw het briefje open en lees het eindproduct aan elkaar voor.
-noteer het leukste resultaat van jouw groepje!
timer
10:00

Slide 46 - Slide

Guillaume Apollinaire
Guillaume Apollinaire overlijdt voordat het surrealisme een vlucht neemt (1918) maar hij is de bedenker van de term surrealisme.

Hij is ook de bedenker van het CALLIGRAMME, het beeldgedicht.

Hij gebruikt typografie en layout om een vorm/afbeelding te creëren die past bij het onderwerp van het gedicht.

Slide 47 - Slide

Apollinaire - "Il pleut" 


Op p.91 van je literatuurboek vind je ook een calligramme.
Wat zegt de vorm van dit gedicht over de titel en de inhoud?
Maak opdrachten 7 en 8 op p. 92/93 van je literatuurboek 

timer
15:00

Slide 48 - Slide

Le roman moderne
IV. Le modernisme

Slide 49 - Slide

Le roman moderne
Ook modernistische romanschrijvers hebben, net als de surrealisten, een grote interesse in de psychologie en worden beïnvloed door de ideeën van Sigmund Freud over het onderbewuste
Tevens zijn zij van mening dat een objectieve weergave van de werkelijkheid onmogelijk is. 
Met name hierin onderscheiden ze zich van de realisten!
Ze zijn voornamelijk bezig met het weergeven van de subjectieve beleving van een ik-figuur .
(<-> vertellen van spannend en herkenbaar verhaal vanuit alwetend perspectief - realisme).

Slide 50 - Slide

Innerlijke monoloog
Die subjectieve beleving van een ik-figuur wordt neergezet middels de techniek van de innerlijke monoloog (monologue intérieur).  De verteller volgt hierbij de gedachtestroom van de hoofdpersoon op de voet.
Modernistische romanpersonages = beschouwende en kunstzinnige types, waarbij het opvallend vaak om een schrijver gaat.
Binnen de roman zelf wordt uitgebreid nagedacht of gediscussieerd over literatuur.

Slide 51 - Slide

Marcel Proust (1871 - 1922)
Zevendelige roman "À la recherche du temps perdu" (zijn levenswerk, sterft aan longontsteking alvorens voltooiing, laatste 3 delen worden door anderen gepubliceerd).
= autobiografisch werk waarin vertellen Marcel nauwgezet zijn herinneringen aan zijn jeugd en zijn ontmoetingen in de rijkere Parijse kringen beschrijft. De nadruk ligt hierbij op de innerlijke ervaring van de ik-verteller, waarbij hij de werkelijkheid vanuit verschillende perspectieven toont. Hiermee benadrukt hij dat er geen stabiele, objectieve waarheid bestaat, enkel veranderlijke, tegenstrijdige visies. (unieke stijl Proust = lange, complexe zinnen)

Slide 52 - Slide

0

Slide 53 - Video

À la recherche du temps perdu
We lezen nu een fragment uit dit werk - p. 94 + 95 GL.
In de desbetreffende scène wordt Marcel bij het eten van een madeleine overspoeld door een geluksgevoel dat hij in eerste instantie niet verklaren kan. 
Hij probeert echter uit alle macht te begrijpen waardoor dit gevoel nu precies veroorzaakt wordt... 
timer
15:00

Slide 54 - Slide

Bedenk tenslotte minimaal 10 inhoudelijk sterke vragen over deze periode + stromingen uit de Franse literatuur 
(symbolisme - dada - surréalisme - modernisme)

Slide 55 - Slide