Les 17 BL & SP

Les 17; Begrijpend lezen & WW spelling.
  1. Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
  2. De vorige les (kort nabespreken).
  3. Opwarmertje: meten/meetkunde, de waarde van getallen, afronden (ik doe het voor).
  4. BL oefenen.
  5. Instructie (TT + VT (zwakke en sterke ww) + voltooid deelwoord).
  6. Thuisopdracht.
  7. Evaluatie.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 17; Begrijpend lezen & WW spelling.
  1. Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
  2. De vorige les (kort nabespreken).
  3. Opwarmertje: meten/meetkunde, de waarde van getallen, afronden (ik doe het voor).
  4. BL oefenen.
  5. Instructie (TT + VT (zwakke en sterke ww) + voltooid deelwoord).
  6. Thuisopdracht.
  7. Evaluatie.

Slide 1 - Slide

Inchecken. Jij & ik.

Slide 2 - Slide

Hoe voel je je?
A
Fijn/blij/enthousiast
B
Neutraal/rustig/stabiel
C
Droevig/boos/gestrest/pijn

Slide 3 - Quiz

De vorige les: begrijpend lezen / 
werkwoordspelling
Kun je uitleggen wat een auditie is?

We gaan het gemaakte werk samen bespreken. 
  • BL: De spanning van het schooltoneel.

  • Werkwoordpakket 14 TT/VT/VOLT.DW zin 1-6.

Slide 4 - Slide

Opwarmertje: Meten/meetkunde.
Doel: Het omrekenen van lengtematen, inhoudsmaten en
gewichtsmaten (ook kommagetallen).

Jij doet het zelf (schrift):
700 dam =                                  cm
0,014 dl =                                     ml
620.000 cg =                             kg
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Opwarmertje: Meten/meetkunde.
Doel: De waarde van getallen bepalen met het waardeschema.
  • Het waardeschema.
M | HD | TD | D | H | T | E | t | h |

Je doet het zelf (schrift):
Vul onderstaande getallen in onder het waardeschema, als je dit nodig hebt.

Hoeveel M (miljoenen) heeft het getal 14.175.820,396?
Wat is de waarde van 9 in 14.175.820,396?

Slide 6 - Slide

Opwarmertje: Meten/meetkunde.
Doel: De regels van het afronden van getallen kunnen toepassen.
  • De regels van het afronden.
  1. Kijk altijd naar 1 cijfer meer als waar je naar afrond en zet een streep.
  2. Is het cijfer waar je naar moet kijken een 1,2,3,4 dan blijft het getal ervoor hetzelfde. Is het cijfer waar je naar moet kijken een 5,6,7,8,9 dan wordt het getal ervoor 1 groter.
  3. Met een getal mag je maar één keer afronden.

Ik doe het voor:
Rond 15,89 af op een heel getal.
Rond 15,89 af op tiende (één getal achter de komma).

Slide 7 - Slide

Samen oefenen: Begrijpend lezen.
Ik stuur de tekst en de vragen naar je via WhatsApp.

  1. Tekst 'Sprookjes' hardop lezen.
  2. Opdracht 1 t/m 5 maken in je schrift.
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Instructie: Werkwoordspelling.
Doel: TT/VT/VOLT.DW
Ik doe het voor:
Werkwoordpakket 15 zin 1.


Jij doet het na:
Werkwoordpakket 15 zin 2.

Slide 9 - Slide

Instructie: Werkwoordspelling.
Doel: TT/VT/VOLT.DW
Je doet het zelf (schrift):
Werkwoordpakket 15 zin 3-4.
timer
4:00

Slide 10 - Slide

Instructie: Thuiswerkopdrachten.
We bespreken de thuisopdracht voor begrijpend lezen en voor werkwoordspelling.

Begrijpend lezen
Tekst ´Elles wil een hond´ lezen en opdracht 1 t/m 5 maken.

Werkwoordspelling
De juiste vervoegingen opschrijven in de TT en VT van de sterke en zwakke werkwoorden en van de voltooid deelwoorden.
  • Werkwoordpakket 14 zin 7-13.

Slide 11 - Slide

Thuiswerkopdrachten: Via WhatsApp.
  • De thuiswerkopdrachten stuur ik via WhatsApp.
  • Deze wordt in het schriftje met lijntjes gemaakt. Denk aan de schriftregels.
  • Ik stuur je een herinnering via WhatsApp als je het vergeet op te sturen.
  • We bespreken de opdrachten de volgende les na.

Slide 12 - Slide

Evaluatie: Les 17
Geef op iedere vraag een antwoord om te kijken of de doelen van deze les behaald zijn, om te kijken of er nog veel of weinig oefening nodig is.

Slide 13 - Slide

Reken om:
0,0041 kg = cg

Slide 14 - Open question

Wat betekent de T in het waardeschema?

Slide 15 - Open question

Rond 9,23 af op een heel getal.

Slide 16 - Open question

knikken t.t.
De meisjes .......................... vrolijk toen ik hen iets vroeg.

Slide 17 - Open question