Formuleren h1 - zinnen correct begrenzen - hv1

Welkom!
Pak je leesboek
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Pak je leesboek

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Lezen
  • Start formuleren H1  
  • Aan de slag


Let op: toets in aantocht!

Slide 2 - Slide

Vrouw balanceert hoog boven de grond: 'Eerste keer tussen gebouwen'
balanceren op een dun koord hoog boven de grond de italiaanse miriam is er harstikke goed in ze doet aan slacklinen


voor haar hobby reist Miriam de hele wereld over meestal gaat ze de bergen in maar deze keer pakt ze het anders aan in het zuid-amerikaanse land bolivia heeft ze een koord gespannen tussen twee wolkenkrabbers.

Slide 3 - Slide

Vrouw balanceert hoog boven de grond: 'Eerste keer tussen gebouwen'
Balanceren op een dun koord hoog boven de grond. De Italiaanse Miriam is er harstikke goed in. Ze doet aan slacklinen.


Voor haar hobby reist Miriam de hele wereld over. Meestal gaat ze de bergen in, maar deze keer pakt ze het anders aan. In het Zuid-Amerikaanse land Bolivia heeft ze een koord gespannen tussen twee wolkenkrabbers.

Slide 4 - Slide

Uitleg theorie
H1 Formuleren: zinnen correct begrenzen

Slide 5 - Slide

Uitleg
Een tekst bestaat uit zinnen. Een zin is meestal een mededeling. Achter zo’n mededeling (achter een zin dus) zet je een punt:

- Max en Jasper trekken veel samen op. Ze vinden dezelfde dingen leuk.

Slide 6 - Slide

Uitleg
Je kunt twee mededelingen samenvoegen met een verbindingswoord. Dan zet je na de eerste mededeling (dus voor het verbindingswoord) een komma:
- Max en Jasper trekken veel samen op, want ze vinden dezelfde dingen leuk.
- Max en Jasper trekken veel samen op, omdat ze dezelfde dingen leuk vinden.

Slide 7 - Slide

Uitleg
De zin hierna is dus niet correct, want het gedeelte vanaf Want hoort bij het eerste deel en is geen zelfstandige zin.
 
- Max en Jasper trekken veel samen op. Want ze vinden dezelfde dingen leuk.

Slide 8 - Slide

Uitleg
Sommige verbindingswoorden kunnen ook aan het begin van de zin staan. Dan komt er verderop in de zin een komma tussen de twee mededelingen, vaak tussen twee persoonsvormen:
 
- Omdat ze dezelfde dingen leuk vinden, trekken Max en Jasper veel samen op.

Slide 9 - Slide

Uitleg
Zo zet je de leestekens in een tekst

  • Zet achter een zin een punt. Het maakt daarbij niet uit of de zin een of meer mededelingen bevat.
  • Zet achter een vragende zin een vraagteken.
  • Zet een komma tussen twee persoonsvormen.
  • Zet voor de volgende verbindingswoorden in het algemeen een komma: als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra.
  • Zet (in het algemeen) geen komma voor en en of.




Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 4 van Formuleren H1. 

Slide 11 - Slide