U2-les 4 periode 1 herhaling

• Spaans
• WO
• Studiejaar 2

Vertel waarom ik deze afbeelding heb laten zien bij Spaans.

El objetivo de la clase

Na deze les kun je drie zinnen in het Spaans schrijven voor je presentatie

Hoy en clase

La clase anterior

La preparación para la clase

Hacer presentación

La evaluación

La preparación para el jueves

La clase anterior

Habla con tu compañero de clase sobre la clase anterior en holandés.

Usa las siguientes palabras:

presentación              frases personales            

La preparación para la clase

lr vocabulairelijsten pág. 24 en 25 van reader spa-ned, ned-spa

leren de getallen página 27 van reader

Lezen pág. 15 (kopje het geslacht van de zelfstandige naamwoorden)

Lezen pág. 16 (kopje het meervoud)

ALLEEN LEZEN 

Escribe en holandés:
1. El domicilio
2. El lugar de nacimiento
3. el cumpleaños
4. el caballo
5. el perro

Escribe en español
1. Verschikkelijk slecht
2. Waar woon je?
3. Wanneer ben je jarig?
4. Heb je een huisdier?
5. Heb je broers/zussen?

La preparación para la clase

1. Habla con tu compañero de clase over wat je thuis hebt gelezen.
2. Ga nu oefening 25 pág. 16 mk van je reader en oef. 26 pág. 16
3. Ben je klaar? Maak dan oef. 27 van pág. 17 (lees het kopje lidwoorden op pág. 17 eerst.

Hacer presentaciones

Om zinnen te maken heb je iets nodig. Wat precies?

Juist ja: ......

Schrijf nu 5 zinnen op die je nodig hebt voor je presentatie als je de persoon voorstelt..

5 Nederlandse zinnen voor je presentatie

Hacer presentaciones

Habla con tu compañero over uitgangen van de regelmatige werkwoorden.

Als jullie klaar zijn stuur ze op in de volgende dia.

Uitgangen regelmatige werkwoorden

Hacer presentaciones

bekijk nu de werkwoorden llamarse/heten op pagina 6, en ser/zijn op pagina 9 en tener op pagina 13.

Wat valt je op?

Schrijf de derde persoon van:

1. llamarse

2. ser

3. tener 

Hacer presentaciones

1. Se llama Ricardo.

2. Tiene cuarenta y cinco años.

3. Es español

De werkwoorden in het Spaans

Ik weet hoe ik de regelmatige werkwoorden moet maken.

Ik ken de werkwoorden zijn en hebben al in het Spaans.

Ik weet nu hoe ik werkwoorden in de derde persoon moet zetten voor mijn presentatie.

Ik heb geen idee hoe ik werkwoorden moet maken in het Spaans.

La preparación para el jueves

Leren reader pág. 20 en 21 llamarse, ser, tener en persoonlijke voornaamwoorden spa-ned, ned-spa

leren reader pág. 32 de regelmatige werkwoorden uitgangen

leren pag. 26 spa-ned, ned-spa (herhaal pag 24 en 25)

NU pag. 18 van je reader