3 Test jezelf

3 Test jezelf
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3 Test jezelf

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Begrippenlijst

Slide 3 - Slide

Extra begrippen bij "Organismen en hun omgeving, voedselrelaties"
Alleseters
Vleeseters
Planteneters

Slide 4 - Drag question

Begrippen bij "De levenscyclus van planten"

Slide 5 - Slide

Juiste antwoorden begrippenlijst.

Slide 6 - Slide

Begrippen bij "De onderdelen van een plant"

Slide 7 - Slide

Begrippenlijst deel 2

Slide 8 - Slide

Begrippen bij "Evolutiegeschiedenis van planten"

Slide 9 - Slide

Sleep de nummers naar de juiste plek
1
2
3
4
5
6
7

Slide 10 - Drag question

Omdat planten glucose maken, worden ze ook wel ... genoemd.
A
reducenten
B
zaadbloemen
C
consumenten
D
producenten

Slide 11 - Quiz

Welk deel van de plant wordt (voornamelijk) gegeten? Combineer de plant met het juiste deel.
Blad
Vrucht
Wortel
Stengel
Bloem

Slide 12 - Drag question

In welke delen van de plant wordt glucose (voornamelijk) opgeslagen?
A
Wortel en bloem
B
Wortel en vrucht
C
Vrucht en stengels
D
Blad en bloem

Slide 13 - Quiz

Sleep het juiste onderdeel van een plant naar de bijbehorende groente 
Vrucht
Bloem
Blad
Wortel

Slide 14 - Drag question

Welk deel van de plant eet je?
Sleep het onderdeel naar de juiste voedingsmiddel.
stengel
stengel
blad
blad
vrucht
vrucht
wortel
wortel
bloem
bloem
zaad
zaad

Slide 15 - Drag question

Sleep de woorden naar de juiste plek
Met dit onderdeel kan de plant ademen
Hier worden water en voedingsstoffen opgenomen 
Hier maakt de plant glucose (suiker)
Hier zitten de voortplantingsorganen van de plant
Hiermee worden via buisjes stoffen vervoert

Slide 16 - Drag question

Wat is de functie van het kroonblad?

Slide 17 - Open question

Hoe plant een mos zich voort? Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde m.b.v. de nummers. 
Start met een bestaand mosplantje.
1
2
3
4
5

Slide 18 - Drag question

Welke plant plant zich voort als een mos?
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

Een gaai is een vogel. In franstalige gebieden wordt de gaai le planteur genoemd (letterlijk vertaald ‘de planter’). De gaai verzamelt in het najaar eikels en verstopt deze, zodat hij tijdens de winter voedsel heeft. Hij eet echter niet alles op wat hij verstopt.

Na een regenachtige winter zullen de eikels uitgroeien tot uiteindelijk eikenbomen. Dit zal niet zomaar in je achtertuin gebeuren, want gaaien leven voornamelijk in bosrijke omgevingen. Deze bomen bieden ook afgebroken takken en dunne twijgen als bouwmateriaal voor het nest. Gaaien houden niet zo van stadse bebouwing tijdens het paarseizoen.
De natuurlijke vijand van de gaai is de havik. De havik kan blijven hangen in de wind (dit wordt ook wel ‘bidden’ genoemd), tot hij de gaai als prooi heeft gespot. De havik overrompelt de gaai en dat was de laatste keer dat de gaai de zon zag.

Ecosysteem
Bebouwing
Gaai
Eikenboom
Eikels
Havik
Regen
Takken
Zon

Slide 20 - Drag question

Geef de voedselketen voor de gaai.

Slide 21 - Open question

Wat is het reactie-schema voor fotosynthese?

Slide 22 - Open question

Wat heb je nodig om fotosynthese plaats te kunnen laten vinden?
A
Glucose
B
Zuurstof
C
Groen licht
D
Wit licht

Slide 23 - Quiz